→Dag van Jahweh
Regel 38:
=== Dag van Jahweh ===
De dag van Christus Jezus hangt samen met de dag van Jahweh. Deze laatste dag is vooral een dag van gericht. Oordeel, strafoefening is het denkbeeld dat met de uitdrukking 'dag van Jahweh' ('dag van de HEER') is verbonden. De samenhang is niet alleen tijdrekenkundig (de dagen vallen tenminste ongeveer in dezelfde tijd), maar bestaat ook hierin dat God op 'een dag' door Hem bepaald (Hand. 17:31) het aardrijk zal oordelen door de mens ('een man', 17:31) Jezus Christus:
<blockquote>''Hnd 17:30 Met voorbijzien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren,<br>Hnd 17:31 omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een man die Hij daartoe heeft bestemd, waarvan Hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken.''
(TELOS)</blockquote>Tijdrekenkundig kan men zeggen dat de dag van Christus begint met de opname van de gemeente en dat de dag van Jahweh begint na 'de afval' (2 Th. 2:3) en openbaring van 'mens van de zonde', de Antichrist, die in de tempel van God zal zitten en zich als God zal vertonen.<blockquote>''2Th 2:1 Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, <br>2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn.<br>2Th 2:3 Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want die komt niet als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf,''<br>''2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is.''<br>''2Th 2:5 Herinnert u zich niet dat ik u dit gezegd heb, toen ik nog bij u was?<br>2Th 2:6 En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd.<br>2Th 2:7 Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt, blijft totdat hij weggenomen wordt.<br>2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst;''<br>(TELOS)</blockquote>Wanneer begint de dag van Jahweh precies na de openbaring van de Antichrist? Misschien begint zij met de oordelen die gebeuren vóór de Antichrist in de tempel gaat zitten. Of begint zij met de 'Grote Verdrukking', nadat de antichrist in de tempel is gaan zitten. Want de dag van Jahweh brengt, na een tijd van valse vrede, een plotseling verderf voor de goddelozen. Ze overvalt hen als een dief in de nacht (1 Thess. 5: 2). In ieder geval vangt de dag van Jahweh aan of is ze aangebroken als de Heer Jezus met de eerder opgenomen en verheerlijkte heiligen verschijnt in de wereld.▼
Tijdrekenkundig kan men zeggen dat de dag van Christus begint met de opname van de gemeente en dat de dag van Jahweh begint na 'de afval' (2 Th. 2:3) en openbaring van 'mens van de zonde', de Antichrist, die in de tempel van God zal zitten en zich als God zal vertonen.
▲
De dag van de Heer begint met oordelen en eindigt met oordelen. Tenslotte wordt de oude schepping geheel vernietigd. Maar dat is niet het einde. Want op de dag van Jahweh volgt 'de dag van God'.
| |||