Daniël 11: verschil tussen versies

15.415 bytes toegevoegd ,  5 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(17 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
'''Toekomstige koningen en hun optreden.''' De engel deelt toekomstige heersers en gebeurtenissen mee: 1-2 de koningen van Perzië, 3-20 de strijd van Alexander de Grote en zijn opvolgers, en 21-35 de verdrukking door Antiochus IV Epifanes. 36-45 De hoogmoedige koning in de tijd van het einde.
 
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> IkEn nuik, in het eerste jaar van Darius de Meder, mijnik staan wasstond om hem te bevestigen en te versterken. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''IkEn nuik.''' De engel die tot Daniël spreekt; zie hoofdstuk 10. Anderen verstaan: Daniël.
 
'''In het eerste jaar van Darius de Meder.''' Het jaar 538, waarin Daniël belijdenis had gedaan van de zonde van zijn volk Israël, en waarin [[Kores]] de Joden opriep terug te gaan naar hun vaderland en Gods huis te bouwen.
{{Tijdbalk Israël 550-500 v.C.}}
'''Ik stond.''' Hebr. "mijn staan".
'''Om hem te bevestigen en te versterken.''' Om Darius bij te staan en zijn rijk staande te houden<ref>Kantekening in de Statenvertaling</ref><ref>''Leidsche Vertaling (1914)'', aantekening. </ref>, of anders Michaël te versterken<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref><ref>Roger Liebi, [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R453.09-2015-06-27-Dan_-Skript-Auslegung-Gruendliches-Studium-Daniel---Folge-9-K11-.pdf Das Bach Daniel (11)], maart 2015. </ref>, die in het vorige vers wordt genoemd. Als het Michaël is, dan wil de engel misschien zeggen: Michaël kwam mij te hulp en stond mij terzijde, en ik, op mijn beurt, heb hem versterkt.
 
'''Om hem te bevestigen en te versterken.''' Om Michaël (die in het vorige vers wordt genoemd) te versterken<ref name=":2">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref><ref>Roger Liebi, [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R453.09-2015-06-27-Dan_-Skript-Auslegung-Gruendliches-Studium-Daniel---Folge-9-K11-.pdf Das Bach Daniel (11)], maart 2015. </ref>, dan wel Darius bij te staan en zijn rijk staande te houden<ref>Kantekening in de Statenvertaling</ref><ref>''Leidsche Vertaling (1914)'', aantekening. </ref>. Als het Michaël is, dan wil de engel misschien zeggen: Michaël kwam mij te hulp en stond mij terzijde, en ik, op mijn beurt, heb hem versterkt.
 
Ook de Heer Jezus werd gesterkt door een engel. <blockquote>''Lu 22:43  Hem nu verscheen een engel uit de hemel die Hem sterkte.'' (Telos)</blockquote>
Regel 24 ⟶ 26:
{{Tijdbalk Israël 500-400 v.C.}}
[[Bestand:Achaemenid Empire under different kings (flat map).svg|geen|miniatuur|940x940px|Uitbreiding van het Perzische rijk, van Kores (Cyrus II) tot [[Darius I]].]]
'''De vierde.''' Dat is de koning [[Ahasveros]] (Xerxes I); zie Esth. 1:1 en Ezra 4:6.
 
'''Zal verrijkt worden met groten rijkdom.''' Ahasveros was zeer rijk. <blockquote>''Es 1:3  in het derde jaar van zijn regering, richtte hij een feestmaal aan voor al zijn vorsten en dienaren; het leger van Perzie en Medie, de edelen en de vorsten der gewesten waren bij hem. Es 1:4  Daarbij spreidde hij de rijkdom van zijn koninklijke heerlijkheid en de kostbaarheid van de luister zijner grootheid gedurende vele dagen ten toon, honderdtachtig dagen.'' (NBG51) </blockquote>'''Tegen het koninkrijk Griekenland.''' Hij bindt de strijd aan tegen Griekenland; in 480 brengt hij een weergaloos groot leger op de been en stort zich in de 'Perzische oorlogen' tegen de Grieken. De Perzen verliezen echter verscheidene slagen; zo wordt hun vloot door de Grieken verslagen bij Salamis.
Regel 82 ⟶ 84:
== 8 ==
<onlyinclude><sup>8</sup> Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, met hun gewenste vaten van zilver en goud, in de gevangenis naar Egypte brengen; en hij zal [enige] jaren staande blijven boven den koning van het Noorden. </onlyinclude>(SV)
'''Hun goden.''' Daar waren goden die in 524 door de Perzische koning Cambysus II uit Egyptische tempels waren geroofd. Ptolemaeus III vindt ze terug en 'bevrijdt' ze als een teken van zijn volkomen overwinning<ref name=":3">''Bijbel met uitleg''. Apeldoorn: Uitgeverij De Banier, 2015. </ref>.
 
== 9 ==
<onlyinclude><sup>9</sup> En [deze] zal komen in het koninkrijk van de koning van het Zuiden komen, en hij zal wederom in zijn land trekken. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''[Deze].''' De koning van het Noorden, namelijk Seleucus II Callinicus.
 
== 10 ==
Regel 90 ⟶ 96:
'''En zij.''' De menigte.
 
'''En als een vloed overstromen en doortrekken.''' Beide zonen vallen met een groot leger Egypte aan en overstromen dat land als een vloed.
 
'''En hij zal wederom komen enz.''' Antiochus III vergiftigt zijn broer Seleucus III. Hij dringt de Egyptenaren ver terug.
 
== 11 ==
<onlyinclude><sup>11</sup> En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen de koning van het Noorden, die [ook] een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De koning van het Zuiden.''' Ptolemaeus IV.
 
'''Hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, de koning van het Noorden.''' Tegen Antiochus III.
 
'''Die menigte zal in zijn hand gegeven worden.''' Het leger van Antiochus III zal door Ptolemaeus IV worden overwonnen<ref name=":2" />.
 
== 12 ==
<onlyinclude><sup>12</sup> Als die menigte zal weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, en hij zal er [enige] tien duizenden nedervellen; evenwel zal hij niet gesterkt worden. </onlyinclude>(SV)
'''Als die menigte zal weggenomen zijn.''' Als Ptolemaeus IV het Syrische leger zal verslagen hebben
 
'''Zal zijn hart zich verheffen.''' Moed vatten<ref name=":2" />. Het gevolg daarvan zal zijn dat hij tienduizenden zal verslaan; tienduizenden Syriërs werden gedood<ref name=":3" />.
 
'''Evenwel zal hij niet gesterkt worden.''' De ogenblikkelijke betoning van moed zal spoedig voorbijgaan<ref name=":2" /> en zijn overwinning zal van korte duur zijn<ref name=":3" />.
 
== 13 ==
<onlyinclude><sup>13</sup> Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snel komen met een grote heirkracht, en met groot goed. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De koning van het Noorden.''' Antiochus III.
 
'''Zal wederkeren.''' Naar het Zuiden, 15 jaar later, waar Ptolemaeus V regeert.
 
== 14 ==
<onlyinclude><sup>14</sup>  Ook zullen er in die tijden velen opstaan tegen den koning van het Zuiden; en de scheurmakers van uw volk zullen verheven worden, om het gezicht te bevestigen, doch zij zullen vallen. </onlyinclude>(SV)
'''Velen.''' Dezelfde als de scheurmakers van het volk Israël: de Joodse opstandelingen, die de zijde van de Seleuciden kiezen.
 
'''Om het gezicht te bevestigen.''' Te vervullen<ref name=":3" />.
 
'''Doch zij zullen vallen.''' Door de hand van de Egyptische generaal Scopas<ref>[https://en.wikipedia.org/wiki/Scopas_of_Aetolia Scopas van Aetolia].</ref>, die de Joodse opstand onderdrukt<ref name=":3" />.
 
== 15 ==
<onlyinclude><sup>15</sup> En de koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en vaste steden innemen; en de armen van het Zuiden zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen volk, ja, er zal geen kracht zijn om te bestaan. </onlyinclude>(SV)
'''De koning van het Noorden.''' Antiochus III.
 
'''En vaste steden innemen.''' Hij verovert een aantal belangrijke steden.
 
== 16 ==
<onlyinclude><sup>16</sup>  Maar hij, die tegen hem komt, zal doen naar zijn welgevallen, en niemand zal voor zijn aangezicht bestaan; hij zal ook staan in het sieraadland, en de verderving zal in zijn hand wezen. </onlyinclude>(SV)
'''Hij, die tegen hem komt.''' Antiochus III, die tegen de macht van het Zuiden komt.
 
'''Het sieraadland.''' Het land van Israël.
 
== 17 ==
<onlyinclude><sup>17</sup> En hij zal zijn aangezicht stellen, om met de kracht van zijn hele rijk te komen, en hij zal billijke voorwaarden meebrengen, en hij zal het doen; want hij zal hem een dochter der vrouwen geven, om [het] te verderven, maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''En hij.''' Antiochus III.
 
'''Billijke voorwaarden.''' Vredesvoorwaarden. Hij sluit een vredesverdrag met Ptolemaeus V.
 
'''Hij zal hem een dochter der vrouwen geven.''' Antiochus III geeft zijn dochter Cleopatra I Syra aan Ptolemaeus V tot vrouw.
 
'''Om [het] te verderven.''' Om het koninkrijk van het Zuiden te verderven.
 
'''Maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn.''' Cleopatra kiest de kant van haar man Ptolemaeus V.
 
{{Tijdbalk Israël 200-100 v.C.}}
 
== 18 ==
<onlyinclude><sup>18</sup> Daarna zal hij zijn aangezicht tot de eilanden keren, en hij zal er vele innemen; doch een overste zal zijn smaad tegen hem doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem zal doen wederkeren. </onlyinclude>(SV)
'''De eilanden.''' Eilanden, kuststreken van Griekenland.
 
== 19 ==
<onlyinclude><sup>19</sup> En hij zal zijn aangezicht keren naar de sterkten zijns lands, en hij zal aanstoten, en vallen, en niet gevonden worden. </onlyinclude>(SV)
'''En vallen.''' Hij wordt in Elam gedood door de plaatselijke bevolking, nadat zij hem betrappen om het ontvreemden van tempelschatten.
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> En in zijn staat zal er een opstaan, doende een geldeiser doortrekken, in koninklijke heerlijkheid; maar hij zal in enige dagen gebroken worden, nochtans niet door toornigheden, noch door oorlog. </onlyinclude>(SV)
'''En in zijn staat zal er een opstaan.''' Namelijk Seleucus IV, die Antiochus III opvolgt.
 
'''Doende een geldeiser doortrekken.''' Namelijk zijn kanselier Heliodorus, die in opdracht van Seleucus in Jeruzalem tempelschatten komt opeisen, hetgeen ernstige conflicten met de Joden verwekt.
[[Bestand:Antonio Tempesta - Caçada de Heliodoro.jpg|geen|miniatuur|612x612px|Heliodorus verdreven uit de tempel te Jeruzalem.]]
'''Gebroken worden.''' Seleucus IV wordt vermoordt door Heliodorus, die korte tijd regent zal zijn.
 
== 21 ==
<onlyinclude><sup>21</sup> Daarna zal er een verachte in zijn staat staan, denwelken men de koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid komen, en het koninkrijk door vleierijen bemachtigen. </onlyinclude>(SV)
'''Daarna zal er een verachte in zijn staat staan.''' Te weten [[Antiochus IV Epifanes]], gijzelaar te Rome en de broer van de vermoorde Seleucus IV. Rechtmatige opvolger echter was Seleucus' zoon Demetrius of de jongere zoon Antiochus. Demetrius werd uitgewisseld voor Antiochus IV.
 
'''In stilheid.''' Lett. in zorgeloosheid, d.w.z. zeggen te midden van vrede<ref name=":4">''Elberfelder Bibel mit Erklärungen'' (2011).</ref>.
 
'''En het koninkrijk door vleierijen bemachtigen.''' Antiochus IV gaf voor de belangen van Demetrius te behartigen, en met hulp van de koning van Pergamon besteeg hij de Seleucidische troon.
 
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> En de armen der overstroming zullen overstroomd worden van voor zijn aangezicht, en zij zullen gebroken worden, en ook de vorst des verbonds. </onlyinclude>(SV)
'''De vorst des verbonds.''' De hogepriester Onias III. Hij werd in 175 v.C. afgezet en in 171 vermoord.
 
== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen den koning van het Zuiden, met een grote heirkracht; en de koning van het Zuiden zal zich in den strijd mengen met een grote en zeer machtige heirkracht; doch hij zal niet bestaan, want zij zullen gedachten tegen hem denken. </onlyinclude>(SV)
'''En hij zal.''' Te weten Antiochus IV Epifanes.
 
'''Doch hij zal niet bestaan.''' De koning van het Zuiden Ptolemaeus VI wordt verslagen door Antiochus IV.
 
== 26 ==
<onlyinclude><sup>26</sup> En die de stukken van zijn voedsel zullen eten, zullen hem breken, en de heirkracht deszelven zal overstromen, en vele verslagenen zullen vallen. </onlyinclude>(SV)
'''En die stukken van zijn voedsel zullen eten.''' De raadgevers van Ptolemaeus VI.
 
'''Zullen hem breken.''' Door hun slechte raad valt hij in de handen van Antiochus IV en zijn jongere broer wordt koning, zij het tijdelijk. Antiochus IV wordt door Rome in zijn koningschap hersteld.
 
== 27 ==
<onlyinclude><sup>27</sup> En het hart van beide deze koningen zal wezen om kwaad te doen, en aan een tafel zullen zij leugen spreken; en het zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben ter bestemder tijd. </onlyinclude>(SV)
'''Beide deze koningen.''' Antiochus IV en Ptolemaeus VI.
 
'''Aan een tafel zullen zij leugen spreken.''' Huichelachtige samensprekingen tussen hen<ref name=":4" />.
 
==28==
<onlyinclude><sup>28</sup> En hij zal [in] zijn land wederkeren met groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; en hij zal het doen, en wederkeren in zijn land. </onlyinclude>(SV)
'''HetEn heilig verbondhij.''' ZieAntiochus ook vs.IV 30Epifanes.
 
'''Het heilig verbond.''' Zie ook vs. 30. En vs. 22: "de vorst des verbonds", d.i. de hogepriester.
 
'''Zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond.''' Hij plundert de tempel te Jeruzalem.
 
== 29 ==
<onlyinclude><sup>29</sup>  Ter bestemder tijd zal hij wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn gelijk de eerste, noch gelijk de laatste [reize]. </onlyinclude>(SV)
'''Zal hij wederkeren.''' Antiochus IV.
 
==30==
<onlyinclude><sup>30</sup> Want er zullen schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en hij zal wederkeren, en gram worden tegen het heilig verbond, en hij zal het doen; want wederkerende zal hij acht geven op de verlaters desvan heiligenhet verbondsheilige verbond. </onlyinclude>(SVCP<ref name=":1" />)
'''Chittim.''' D.i. oorspronkelijk het eiland [[Cyprus]], maar vanaf de 3e eeuw v.C. een aanduiding van de Romeinen.
 
'''Schepen van Chittim.''' Romeinse oorlogsschepen.
 
'''Met smart bevangen worden.''' Hij lijdt een nederlaag.
 
'''Gram worden tegen het heilig verbond.''' Tegen de vrome Joden en hun godsdienst, dat gegrond is op een verbond met God.
 
'''Het heilig verbond.''' Zie ook vs. 28.
 
'''De verlaters van het heilige verbond.''' De Grieksgezinde Joden.
 
==31==
<onlyinclude><sup>31</sup> En er zullen armen uit hem ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen, [en] de sterkte, en zij zullen het gedurige [offer] wegnemen, en een verwoestende gruwel stellen. </onlyinclude>(CP<ref name=":1">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Er zullen armen uit hem ontstaan.''' Antiochus IV Epiphanes meent dat de Joden tegen hem opstaan en laat Jeruzalem bezetten door zijn commandant Apollonios. Hij wil Judea vergrieksen (helleniseren).
'''Het gedurige [offer].''' De dagelijkse brandoffers: het morgen- en avondoffer. Petrus Canisius-vertaling: "het dagelijks offer".
 
'''Het gedurige [offer].''' De dagelijkse brandoffers: het morgen- en avondoffer. Petrus Canisius-vertaling: "het dagelijks offer". Antiochus IV heeft de Joodse godsdienst onwettig verklaard. De besnijdenis is op straffe des doods verboden.
'''Een verwoestende gruwel.''' Een gruwelijk afgodsbeeld dat tot verwoesting leidt.
 
'''Een verwoestende gruwel.''' Een gruwelijk afgodsbeeld dat tot verwoesting leidt. Met steun van de Grieksgezinde (!) partij in Judea zet Appolonios een beeld van de god Baäl Hasjamaïm (het Syrische equivalent van de Griekse oppergod Zeus) in Gods tempel, vermoedelijk bovenop het brandofferaltaar<ref name=":4" />. Antiochus IV wil dat de Joden deze Griekse hoofdgod aanbidden.
 
==32==
<onlyinclude><sup>32</sup> En die goddelooslijkgoddeloos handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen; maar het volk, die hun God kennen, zullen zijzich grijpen,versterken en zij zullen hetdaden doen. </onlyinclude>(SVCP<ref name=":1" />)
'''Het verbond.''' Het heilig verbond, zie vs. 28, 30.
 
'''Die goddeloos handelen tegen het verbond.''' Joden die ontrouw zijn aan de wet van Mozes.
 
'''Het volk, die hun God kennen.''' De vromen onder de Joden.
 
'''Zij zullen daden doen.''' Handelen, optreden, tot stand brengen, in dit geval in verzet komen tegen de heiligschennis en de vergrieksing van de Joodse godsdienst en zeden. In 167 v.C. was het begin van de opstand tegen de Seleuciden.
 
==33==
<onlyinclude><sup>33</sup> En de leraarsverstandigen van het volk zullen er velen onderwijzentot inzicht brengen, en zij zullen vallen door het zwaard en door vlam, door gevangenis en door beroving, [vele] dagen. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De leraarsverstandigen van het volk.''' Zie ook vs. 35.
 
== 34 ==
<onlyinclude><sup>34</sup> Als zij nu zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch velen zullen zich door vleierijen tot hen vervoegen. </onlyinclude>(SV)
'''Een kleine hulp.''' De Makkabeeën zullen opkomen voor de wetsgetrouwe Joden.
 
'''Velen.''' Vele Joodse volksgenoten.
 
==35 ==
<onlyinclude><sup>35</sup> En van de leraarsverstandigen zullen er [sommigen] vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken, tot dende tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemdenbestemde tijd. </onlyinclude>(SVCP<ref name=":1" />)
'''En van de verstandigen zullen er [sommigen] vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken.''' Vgl. 12:10.
'''De leraars.''' Zie ook vs. 35.
{{Bijbelcitaat|hoofdstuk=Daniël 12|vers_1=10|vers_2=11}}
'''De verstandigen.''' Zie ook vs. 33.
 
==36==
<onlyinclude><sup>36</sup> En diede koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelf verheffen en groot maken boven alle god, en hij zal tegen de God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het zal geschieden. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De koning.''' Het Beest. De beschrijving van Antiochus IV, die zich keert tegen de God van de Joden en Zijn dienst, gaat over in die van het eindtijdse Beest, waarvan Antiochus IV (evenals Nebukadnezar en zijn opgericht beeld) een voorafschaduwing is. Ook de bekende kerkhervormer Maarten Luther zag in de beschrijving van Antiochus IV een tekening van het Beest.
'''Die koning.''' De koning is de toekomstige koning der Joden die over Israël regeren zal.
 
Sommigen verstaan<ref>Hugo Bouter e.a., 'De dingen die spoedig moeten gebeuren', in: [https://www.oudesporen.nl/rechtstreeks/Rechtstreeks2023-11.pdf Rechtstreeks, jrg. 20, nr. 11 - november 2023].</ref>: de toekomstige koning van Israël, de laatste voordat de Heer Jezus terugkomt. Grond: in vs. 40 wordt hij bestormd door de koning van het Zuiden èn door de koning van het Noorden.
'''En hij zal zichzelf verheffen en groot maken boven alle god.''' Zie ook vs. 37.
 
'''En hij zal zichzelf verheffen en groot maken boven alle god.''' Zie ook vs. 37. Vergelijk het optreden van de Wetteloze in 2 Thess. 2:4 en het lastering van het Beest tegen God in Opb. 13:5-6. <blockquote>''Opb 13:4  En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? Opb 13:5  En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. Opb 13:6  En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (Telos)''</blockquote>
 
==37 ==
<onlyinclude><sup>37</sup> En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken. </onlyinclude>(SV)
'''De goden.''' Of, ''de God''. In het Hebreeuws wordt ''Elohiem'' gebruikt, een meervoudsvorm die zowel voor God als voor de (af)goden wordt gebezigd. De Nederlandse vertalingen hebben ''goden.'' Luther en de King James vertaling hebben hier ''God''. De meeste Engelse vertalingen echter hebben 'gods'. Redenen om te denken aan 'goden' zijn: (1) het zinsverband, die niet naar de God van Israël verwijst; (2) het gebruik van het enkelvoudige ''Elah'', in plaats van het meervoudige ''Elohiem'', als Daniël verwijst naar de God van zijn vaderen. <blockquote>''Da 2:23  Ik dank en ik loof U, <u>o God mijner vaderen!</u> omdat Gij mij wijsheid en kracht gegeven hebt, en mij nu bekend gemaakt hebt, wat wij van U verzocht hebben, want Gij hebt ons des konings zaak bekend gemaakt.'' (SV)</blockquote>Sommigen echter nemen 'Elohiem' enkelvoudig en wijzen erop dat Antiochus IV de god Zeus vereerde en deze voorop stelde in plaats van de god Apollo, die zijn vaderen vereerden<ref name=":4" />.
 
Sommigen nemen 'Elohiem' enkelvoudig en denken bij 'de God van zijn vaderen' aan de God van Abraham, Izak en Jakob, en vereenzelvigen deze (Joodse) koning met de Antichrist<ref name=":5">Zo Roger Liebi in: [https://www.youtube.com/watch?v=tJ7U7QWQfd8&t=1h2m 2. Thessalonicher – Teil 2 (Kap. 2): Für die Endzeit wichtige prophetische Wahrheiten I]. Youtube.com: Roger Liebi Live, 12 aug. 2023. Vanaf 1 uur 2 min.</ref>.
''Da 2:23  Ik dank en ik loof U, <u>o God mijner vaderen!</u> omdat Gij mij wijsheid en kracht gegeven hebt, en mij nu bekend gemaakt hebt, wat wij van U verzocht hebben, want Gij hebt ons des konings zaak bekend gemaakt.'' (SV)
 
'''De begeerte der vrouwen.''' Het verband doet vermoeden dat het voorwerp van deze begeerte een godin is, of een bij vrouwen populaire god. Sommigen denken aan de 'koningin van de hemel', de verafgode Maria, die in de eindtijd een rol speelt. Of aan de apocalyptische [[Babylon (hoer)|Grote Hoer]].<ref name=":0">[https://www.youtube.com/watch?v=5roaXwNnUtM&t=25m50s The Mideast War: It's Coming! | LIVE with Bill Salus]. Youtube.com: Hope For Our Times, 6 dec. 2021. Duur: 57 min. 33 sec. Vanaf 25 min. 50 sec.</ref>
 
* Volgens sommigen<ref name=":4" /> is het voorwerp van hun begeerte de god [[Tammuz]], die een equivalent heeft in de Griekse god Adonis.
De meest voorkomende uitleg is: de begeerte der vrouwen is de Messias van Israël is en de vrouwen zijn Israëlitische vrouwen. Het verband doet echter denken aan godin of god.
* Sommigen denken aan de '[[koningin van de hemel]]', de verafgode Maria, die in de eindtijd een rol speelt.
* Of aan de apocalyptische [[Babylon (hoer)|Grote Hoer]].<ref name=":0">[https://www.youtube.com/watch?v=5roaXwNnUtM&t=25m50s The Mideast War: It's Coming! | LIVE with Bill Salus]. Youtube.com: Hope For Our Times, 6 dec. 2021. Duur: 57 min. 33 sec. Vanaf 25 min. 50 sec.</ref>
* De meest voorkomende uitleg is: de begeerte der vrouwen is de [[Messias]] van Israël is en de vrouwen zijn Israëlitische vrouwen<ref name=":5" />. Tegenwerping: het verband doet echter denken aan een godin of god.
* Een moderne duiding, die dateert van de jaren '80 van de 20e eeuw, zegt dat de man een [[homoseksueel]] is. Tegenwerping: in het verband gaat het om goden, niet om seksuele voorkeuren of om celibaat<ref name=":0" />.
 
'''Hij zal ook op geen God acht geven.''' Noch op de God van Israël, noch op Allah van de moslims.
Een moderne duiding, die dateert van de jaren 80 van de 20e eeuw, zegt dat de man een homoseksueel is, maar in het verband gaat het om goden, niet om seksuele voorkeuren of om celibaat<ref name=":0" />.
 
'''Hij zal zich boven alles groot maken.''' Zie ook vs. 36. Sommigen<ref name=":4" /> wijzen erop dat Antiochys IV zich op het laatst op munten liet afbeelden als de god Zeus en zichzelf als de "openbare, zegenrijke God" aanduidde. Hiertegen kan men opmerken dat Antiochus IV zich niet in de plaats van Zeus stelde, maar zich als de manifestatie, het beeld van Zeus voorstelde.
'''Hij zal zich boven alles groot maken.''' Zie ook vs. 36.
 
==38==
<onlyinclude><sup>38</sup> En hij zal de god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk de god, welke zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en met gewenste dingen. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De god Mauzzim.''' Of: 'de god der vestingen'. Petrus Canisius-vertaling: "de burchtgod". Volgens sommigen gaat om een oorlogsgod<ref>Zo Jaap Fijnvandraat in: https://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=3189. Geraadpleegd 6 apr. 2023.</ref>. Volgens anderen is het de god Zeus, die door de Syrische bezetter van Jeruzalem vereerd werd<ref name=":4" />. Hiertegen kan men inbrengen dat de Griekse god Zeus wel degelijk door Antiochus' voorvaders of voorganger gekend zijn.
 
== 40 ==
<onlyinclude><sup>40</sup> En op de tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagens, en met ruiters, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''Op de tijd van het einde.''' De gebeurtenissen die in de verzen 40 en volgende worden beschreven kunnen niet vereenzelvigd worden met de gebeurtenissen uit de tijd van het verdeelde Griekse wereldrijk, ze hebben betrekking op de eindtijd.
 
'''Tegen hem.''' 'De koning' van vers 36.
 
== 41 ==
<onlyinclude><sup>41</sup> En hij zal komen in het sieraadland, en vele [landen] zullen ter neergeworpen worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der kinderen Ammons. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''Hij.''' D.i. de koning van het Noorden.
 
'''Het sieraadland.''' Het land Israël.
 
== 45 ==
<onlyinclude><sup>45</sup> En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeën aan de berg van het heilige sieraad; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben. </onlyinclude>(SV)
'''De berg van het heilige sieraad.''' D.i. de berg Sion<ref name=":4" />.
 
== Nabeschouwing (40-45) ==
Er zijn overeenkomsten<ref name=":4" /> met de invasie van Gog (Ezech. 38-39):
 
* de tijdsaanduiding 'tijd van het einde' (vs. 40 — Ezech. 38: 8,16);
* de herkomst uit het Noorden (vs. 40 — Ezech. 38: 6,15; 39:2);
* de overstroming door vijandelijke legers (vs. 40 — Ezech. 38: 9,16)
* ruiters (vs. 40 — Ezech. 38: 4,15);
* de betrokkenheid van Libiërs en Ethiopiërs (vs. 43 — Ezech. 38: 5)
* de vernietiging van de vijandelijke legers in het land Israël (vs. 45 — Ezech. 39: 4)
 
==Voetnoten==