Daniël 11: verschil tussen versies

4.882 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 12:
'''Ik stond.''' Hebr. "mijn staan".
 
'''Om hem te bevestigen en te versterken.''' Om Michaël (die in het vorige vers wordt genoemd) te versterken<ref name=":2">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref><ref>Roger Liebi, [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R453.09-2015-06-27-Dan_-Skript-Auslegung-Gruendliches-Studium-Daniel---Folge-9-K11-.pdf Das Bach Daniel (11)], maart 2015. </ref>, dan wel Darius bij te staan en zijn rijk staande te houden<ref>Kantekening in de Statenvertaling</ref><ref>''Leidsche Vertaling (1914)'', aantekening. </ref>. Als het Michaël is, dan wil de engel misschien zeggen: Michaël kwam mij te hulp en stond mij terzijde, en ik, op mijn beurt, heb hem versterkt.
 
Ook de Heer Jezus werd gesterkt door een engel. <blockquote>''Lu 22:43  Hem nu verscheen een engel uit de hemel die Hem sterkte.'' (Telos)</blockquote>
Regel 84:
== 8 ==
<onlyinclude><sup>8</sup> Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, met hun gewenste vaten van zilver en goud, in de gevangenis naar Egypte brengen; en hij zal [enige] jaren staande blijven boven den koning van het Noorden. </onlyinclude>(SV)
'''Hun goden.''' Daar waren goden die in 524 door de Perzische koning Cambysus II uit Egyptische tempels waren geroofd. Ptolemaeus III vindt ze terug en 'bevrijdt' ze als een teken van zijn volkomen overwinning<ref name=":3">''Bijbel met uitleg''. Apeldoorn: Uitgeverij De Banier, 2015. </ref>.
 
== 9 ==
<onlyinclude><sup>9</sup> En [deze] zal komen in het koninkrijk van de koning van het Zuiden komen, en hij zal wederom in zijn land trekken. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''[Deze].''' De koning van het Noorden, namelijk Seleucus II Callinicus.
 
== 10 ==
Regel 92 ⟶ 96:
'''En zij.''' De menigte.
 
'''En als een vloed overstromen en doortrekken.''' Beide zonen vallen met een groot leger Egypte aan en overstromen dat land als een vloed.
 
'''En hij zal wederom komen enz.''' Antiochus III vergiftigt zijn broer Seleucus III. Hij dringt de Egyptenaren ver terug.
 
== 11 ==
<onlyinclude><sup>11</sup> En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen de koning van het Noorden, die [ook] een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De koning van het Zuiden.''' Ptolemaeus IV.
 
'''Hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, de koning van het Noorden.''' Tegen Antiochus III.
 
'''Die menigte zal in zijn hand gegeven worden.''' Het leger van Antiochus III zal door Ptolemaeus IV worden overwonnen<ref name=":2" />.
 
== 12 ==
<onlyinclude><sup>12</sup> Als die menigte zal weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, en hij zal er [enige] tien duizenden nedervellen; evenwel zal hij niet gesterkt worden. </onlyinclude>(SV)
'''Als die menigte zal weggenomen zijn.''' Als Ptolemaeus IV het Syrische leger zal verslagen hebben
 
'''Zal zijn hart zich verheffen.''' Moed vatten<ref name=":2" />. Het gevolg daarvan zal zijn dat hij tienduizenden zal verslaan; tienduizenden Syriërs werden gedood<ref name=":3" />.
 
'''Evenwel zal hij niet gesterkt worden.''' De ogenblikkelijke betoning van moed zal spoedig voorbijgaan<ref name=":2" /> en zijn overwinning zal van korte duur zijn<ref name=":3" />.
 
== 13 ==
<onlyinclude><sup>13</sup> Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snel komen met een grote heirkracht, en met groot goed. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''De koning van het Noorden.''' Antiochus III.
 
'''Zal wederkeren.''' Naar het Zuiden, 15 jaar later, waar Ptolemaeus V regeert.
 
== 14 ==
<onlyinclude><sup>14</sup>  Ook zullen er in die tijden velen opstaan tegen den koning van het Zuiden; en de scheurmakers van uw volk zullen verheven worden, om het gezicht te bevestigen, doch zij zullen vallen. </onlyinclude>(SV)
'''Velen.''' Dezelfde als de scheurmakers van het volk Israël: de Joodse opstandelingen, die de zijde van de Seleuciden kiezen.
 
'''Om het gezicht te bevestigen.''' Te vervullen<ref name=":3" />.
 
'''Doch zij zullen vallen.''' Door de hand van de Egyptische generaal Scopas<ref>[https://en.wikipedia.org/wiki/Scopas_of_Aetolia Scopas van Aetolia].</ref>, die de Joodse opstand onderdrukt<ref name=":3" />.
 
== 15 ==
<onlyinclude><sup>15</sup> En de koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en vaste steden innemen; en de armen van het Zuiden zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen volk, ja, er zal geen kracht zijn om te bestaan. </onlyinclude>(SV)
'''De koning van het Noorden.''' Antiochus III.
 
'''En vaste steden innemen.''' Hij verovert een aantal belangrijke steden.
 
== 16 ==
<onlyinclude><sup>16</sup>  Maar hij, die tegen hem komt, zal doen naar zijn welgevallen, en niemand zal voor zijn aangezicht bestaan; hij zal ook staan in het sieraadland, en de verderving zal in zijn hand wezen. </onlyinclude>(SV)
'''Hij, die tegen hem komt.''' Antiochus III, die tegen de macht van het Zuiden komt.
 
'''Het sieraadland.''' Het land van Israël.
 
== 17 ==
<onlyinclude><sup>17</sup> En hij zal zijn aangezicht stellen, om met de kracht van zijn hele rijk te komen, en hij zal billijke voorwaarden meebrengen, en hij zal het doen; want hij zal hem een dochter der vrouwen geven, om [het] te verderven, maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''En hij.''' Antiochus III.
 
'''Billijke voorwaarden.''' Vredesvoorwaarden. Hij sluit een vredesverdrag met Ptolemaeus V.
 
'''Hij zal hem een dochter der vrouwen geven.''' Antiochus III geeft zijn dochter Cleopatra I Syra aan Ptolemaeus V tot vrouw.
 
'''Om [het] te verderven.''' Om het koninkrijk van het Zuiden te verderven.
 
'''Maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn.''' Cleopatra kiest de kant van haar man Ptolemaeus V.
 
== 18 ==
<onlyinclude><sup>18</sup> Daarna zal hij zijn aangezicht tot de eilanden keren, en hij zal er vele innemen; doch een overste zal zijn smaad tegen hem doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem zal doen wederkeren. </onlyinclude>(SV)
'''De eilanden.''' Eilanden van Griekenland.
 
== 19 ==
<onlyinclude><sup>19</sup> En hij zal zijn aangezicht keren naar de sterkten zijns lands, en hij zal aanstoten, en vallen, en niet gevonden worden. </onlyinclude>(SV)
'''En vallen.''' Hij wordt in Elam gedood door de plaatselijke bevolking, nadat zij hem betrapten om het ontvreemden van tempelschatten.
 
==28==