Dansen: verschil tussen versies

22 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
De bekendste gevallen van dans in de Bijbel zijn de dans van Mirjam en de vrouwen en het dansen van David voor de ark uit.
'''Dans van Mirjam en de vrouwen.''' Na de bevrijdende doortocht door de Schelfzee, waarbij de Israëlieten ontkwamen aan de Egyptenaren en de laatsten omkwamen, uitten alle vrouwen hun vreugde met tamboerijnen (handpauken) en in reidans. <blockquote>''Ex 15:20 Mirjam, de profetes, de zuster van Aäron, nam een tamboerijn in haar hand, en al de vrouwen gingen achter haar aan, met tamboerijnen en in reidans. (HSV)''</blockquote>[[Bestand:David gaat voor de ark van het verbond.jpg|thumb|450x450px|Koning David liep dansend uit voor de ark van het verbond.]]
'''Dansen van David.''' Het dansen van koning David, toen hij de ark van het verbond uit het huis van Obed Edom met vreugde haalde (1 Kron. 16: 16), was een huppelen en springen (Hebreeuws: rakad, kirkar) in geestelijke vreugde op de maat van de muziek, welke diende om de psalmen die gezongen werden te begeleiden (Ps 24, 33, 47, 68, 132; 1 Kron. 17: 8 vv.). Hieruit kunnen wij zien, wat Davids hart zo met vreugde vervulde, dat het zich in al zijn ledematen uitdrukte. Niet alleen moest zijn ziel zich verheugen in de Heer, maar al zijn beenderen moesten het uitspreken: Heer wie is U gelijk (Ps. 35: 9). Niet het dansen op zich zelf scheen aan zijn vrouw Michal niet overeenkomstig met de koninklijke waardigheid (want volgens 1 Sam. 19: 20 begeleidden ook de profeten-leerlingen hun gezangen met dans, en het dansen zelf werd niet, zoals bij de Romeinen, voor iets de man onwaardig gehouden), maar dat David zich van de koninklijke klederen ontdaan en zich onder het gewone volk had gemengd (2 Sam. 6: 20 vv.).
 
De feestelijke ronde-dansen, waarmee de overwinningsfeesten en de godsdienstige jaarfeesten door vrouwen gevierd werden (Exod. 15: 20; 1 Sam. 18: 6; 21: 11. Richt. 11: 34; 21: 19 vv.; vgl. Jer. 31: 13) waren met vreugde- en lofzangen verbonden, hetzij ter ere Gods of van de zegevierende held. Tamboerijnen (handpauken) begeleidden het gezang en de dans, om de maat aan te geven.