Dansen: verschil tussen versies

28 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
'''Dansen van David.''' Zo was het dansen van David, toen hij de ark van het verbond uit het huis van Obed Edom met vreugde haalde (1 Kron. 16: 16), een huppelen en springen (Hebreeuws: rakad, kirkar) in geestelijke vreugde op de maat van de muziek, welke diende om de psalmen die gezongen werden te begeleiden (Ps 24, 33, 47, 68, 132; 1 Kron. 17: 8 vv.). Hieruit kunnen wij zien, wat Davids hart zo met vreugde vervulde, dat het zich in al zijn ledematen uitdrukte. Niet alleen moest zijn ziel zich verheugen in de Heer, maar al zijn beenderen moesten het uitspreken: Heer wie is U gelijk (Ps. 35: 9). Niet het dansen op zich zelf scheen aan Michal niet overeenkomstig met de koninklijke waardigheid (want volgens 1 Sam. 19: 20 begeleidden ook de profeten-leerlingen hun gezangen met dans, en het dansen zelf werd niet, zoals bij de Romeinen, voor iets de man onwaardig gehouden), maar dat David zich van de koninklijke klederen ontdaan en zich onder het gewone volk had gemengd (2 Sam. 6: 20 vv.).
 
Ook de feestelijke ronde-dansen, waarmee de overwinningsfeesten en de godsdienstige jaarfeesten door vrouwen gevierd werden (Exod. 15: 20; 1 Sam. 18: 6; 21: 11. Richt. 11: 34; 21: 19 vv.; vgl. Jer. 31: 13) waren met vreugde- en lofzangen verbonden, hetzij ter ere Gods of van de zegevierende held. HandpaukenTamboerijnen (handpauken) begeleidden het gezang en de dans, om de maat aan te geven.
 
In de regel waren met de godsdienst geen dansen of processies met dansen verbonden; de tamboerijn (handpauk) behoorde dan ook niet tot de tempelmuziek. De dansen met fakkellicht op het loofhuttenfeest in de voorhof der vrouwen, komen eerst bij het latere jodendom voor.
 
Ook bij vreugdefeesten van het huiselijke (Gen. 31: 27; Job 21: 11 vv.; Ps. 30: 12; Pred. 3: 4; Spr. 26: 7; Luk. 15: 25) en van het openbare leven mochten de reidansen (of 'reiendansen') niet ontbreken; vandaar dat men vaak kinderen, die het leven van de ouderen in vreugd en droefheid spelend plegen na te bootsen, onder anderen ook op hun speelplaats, de markt, met elkaar zag dansen (Matth. 11: 17; Luk. 7: 32).