David: verschil tussen versies

5.778 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(35 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''David''' was de tweede koning van [[Israël (volk)|Israël]], in de 11de en 10de eeuw v. Chr. Hij was een man naar Gods hart en een voorvader van onze Heer [[Jezus Christus]]. Ook is David in zekere opzichten een voorafbeelding van Christus. Davids voorganger was [[Saul]], zijn opvolger zijn zoon [[Salomo]]. <blockquote>''Hnd 13:22 En na hem'' [ = Saul] ''te hebben afgezet verwekte Hij hun David tot koning, van wie Hij ook aldus getuigenis gaf: ‘Ik heb David gevonden, de zoon van Isai, een man naar mijn hart, die mijn hele wil zal doen’. (TELOS)''</blockquote>'''Schriftplaatsen.''' Over David gaan onder mee de volgende Schriftplaatsen: 1 Sam. 16v.; 17: 34-54; 18: 6-9; 2 Sam. 2: 4, 11; 12: 1-19; 5: 3; 1 Kron. 11: 30.
 
'''Naam.''' Zijn naam betekent ‘bemind, beminde, geliefde, vriend’, van het werkwoord ''Dôd'' = ''Jadôd'', ‘beminnen’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. David, heeft de betekenis ‘vriend, geliefde’. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, vgl. 1 Sam. 16:19.
Over David gaan onder mee de volgende Schriftplaatsen: 1 Sam. 16v.; 17: 34-54; 18: 6-9; 2 Sam. 2: 4, 11; 12: 1-19; 5: 3; 1 Kron. 11: 30.
 
== Zijn ouderlijk huis ==
Zijn naam betekent ‘bemind, beminde, geliefde, vriend’, van het werkwoord ''Dôd'' = ''Jadôd'', ‘beminnen’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. David, heeft de betekenis ‘vriend, geliefde’. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, vgl. 1 Sam. 16:19.
Hij was de jongste zoon van [[Isaï]], een aanzienlijke Hebreeër te [[Bethlehem]] van de stam [[Juda (stam)|Juda]]. Zijn moeder noemt hij Gods dienares.
 
Hij was de jongste zoon van [[Isaï]], een aanzienlijke Hebreeër te [[Bethlehem]] van de stam [[Juda (stam)|Juda]]. Zijn moeder noemt hij Gods dienares.<blockquote>''Ps 86:16 Wend U tot mij en wees mij genadig, geef Uw dienaar Uw kracht, verlos de zoon van <u>Uw dienares</u>. (HSV)''</blockquote>
 
Hij was een achterkleinkind van [[Ruth (persoon)|Ruth]].
 
{{Stamboom Isaï}}
 
In zijn jeugd weidde hij het kleinvee van zijn vader, en gaf reeds vroeg blijken van verstand, moed, dapperheid en kennis in de toonkunst, waardoor bij de herhaalde zwaarmoedige vlagen van Saul, de eerste koning van Israël, verdreef. En als lierdichter verhief hij zijn psalmen tot een zeer hoge trap van voortreffelijkheid.[[Bestand:David en Goliath.jpg|miniatuur|470x470px324x324px|''David versloeg Goliath met een slinger en een steen. De steen trof de reus aan zijn voorhoofd.'']]
Zijn overwinning op de reus Goliath verwierf hem de eer en liefde van zijn volk, doch verwekte ook de nijd en de afgunst van de toen regerende koning Saul, die hem van toen af met een afgunstig oog aanzag. Samuël zalfde hem, nog bij Sauls leven, tot toekomstige koning over Israël, en nu trad Saul als openlijke vijand op, en vervolgde hem tot zijn dood.
 
== Van schaapherder tot koning ==
Na Sauls dood besteeg David eerst de troon van Juda, en, na de dood van Sauls zoon Isboseth, die van heel Israël.<blockquote>''2Sa 2:10 Isboset, de zoon van Saul, was veertig jaar oud, toen hij koning werd over Israel, en hij regeerde twee jaar. Slechts het huis van Juda volgde David. (NBG51)''</blockquote>Hij huwde meerdere vrouwen en kreeg meerdere kinderen.
In zijn jeugd weidde hij het kleinvee van zijn vader, en gaf reeds vroeg blijken van verstand, moed, dapperheid en kennis in de toonkunst, waardoor bij de herhaalde zwaarmoedige vlagen van Saul, de eerste koning van Israël, verdreef. En als lierdichter verhief hij zijn psalmen tot een zeer hoge trap van voortreffelijkheid.
 
Zijn overwinning op de reus Goliath verwierf hem de eer en liefde van zijn volk, doch verwekte ook de nijd en de afgunst van de toen regerende koning Saul, die hem van toen af met een afgunstig oog aanzag. Samuël zalfde hem, nog bij Sauls leven, tot toekomstige koning over Israël, en nu trad Saul als openlijke vijand op, en vervolgde hem tot zijn dood.
 
Samuël zalfde hem, nog bij Sauls leven, tot toekomstige koning over Israël, en nu trad Saul als openlijke vijand op, en vervolgde hem tot zijn dood.
[[Bestand:David gezalfd tot koning - Jan van 't Hoff.jpg|geen|miniatuur|552x552px|David tot koning gezalfd. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
Na Sauls dood besteeg David eerst de troon van Juda, en, na de dood van Sauls zoon Isboseth, die van heel Israël.<blockquote>''2Sa 2:10 Isboset, de zoon van Saul, was veertig jaar oud, toen hij koning werd over Israel, en hij regeerde twee jaar. Slechts het huis van Juda volgde David. (NBG51)''</blockquote>Hij huwde meerdere vrouwen en kreeg meerdere kinderen.
 
== Zijn vrouwen en kinderen ==
Hij huwde meerdere vrouwen en kreeg meerdere kinderen. Zijn eerste vrouw was [[Michal]], een dochter van koning [[Saul]]. Toen David voor Saul op de vlucht was, huwelijkte Saul haar uit aan [[Paltiël]]. Te Hebron kreeg hij zijn eerste zes zonen (2 Sam. 3:2-5). Ammon was zijn eerstgeborene.
 
{{Stamboom David}}
 
Nadat hij in Jeruzalem was gaan wonen, nam David nog meer vrouwen en kreeg nog meer zonen en dochters.
Zijn rijk strekte zich uit van de Eufraat tot aan de Middellandse Zee, en van Fenicië tot de Arabische zeeboezem.
 
<blockquote>''2Sa 5:13 David nam nog meer bijvrouwen en vrouwen uit Jeruzalem, nadat hij uit Hebron gekomen was, en bij David werden nog meer zonen en dochters geboren. 2Sa 5:14 Dit zijn de namen van hen die bij hem in Jeruzalem geboren zijn: Sammua, Sobab, Nathan, Salomo, 2Sa 5:15 Jibchar, Elisua, Nefeg, Jafia, 2Sa 5:16 Elisama, Eljada en Elifelet. (HSV)''</blockquote><blockquote>''1Kr 14:3 En David nam meer vrouwen te Jeruzalem, en David gewon meer zonen en dochteren. 1Kr 14:4 Dit nu zijn de namen der kinderen, die hij te Jeruzalem had: Sammua, en Sobab, Nathan en Salomo, 1Kr 14:5 En Jibchar, en Elisua, en Elpelet, 1Kr 14:6 En Nogah, en Nefeg, en Jafia, 1Kr 14:7 En Elisama, en Beeljada, en Elifelet. (SV)''</blockquote>In deze verzen worden eerst de vier kinderen van Bathseba genoemd. Van hen was Salomo de eerstgeborene. Sammua en Simea zijn dezelfde. Elpelet en Elifelet I (de eerste van deze naam) zijn dezelfde. Nogah is, evenals Elifelet, in zijn prille jeugd gestorven. Eljada is een andere naamsvorm van Beëljada. De Elifelet genoemd in 1 Kron. 14:3 is de tweede Elifelet (Elifelet II), geboren na de dood van Elifelet I en met dezelfde naam aangeduid<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Kron. 14:7.  </ref>.
Hij moedigde de kunsten, en voornamelijk de bouwkunst, aan , voerde een betere krijgstucht in en verbeterde het rechterambt. Doch hij mocht geen voortdurende rust genieten, en had met veel onaangenaamheden en verdriet te kampen, onder meer de opstand van zijn zoon [[Absalom]]. Hij regeerde 40 jaren.
 
De namen van Davids zonen hebben zeer mooie betekenissen. ''Gods genadekeus'', ''Gods heil'', ''Gods redding'', ''licht'', ''glans'', ''Goddelijke verhoring'' en dergelijke. David zag zijn kinderen als giften van God. Hij zegt kort vóór zijn dood:<blockquote>''1Kr 28:5 En uit al mijn zonen (want <u>de HEERE heeft mij veel zonen gegeven</u>) heeft Hij mijn zoon Salomo uitgekozen om te zitten op de troon van het koningschap van de HEERE over Israël. (HSV)'' </blockquote>
== Psalmen ==
 
== Zijn regering en rijk ==
Hij regeerde 40 jaren, van 1011-970 vóór Christus<ref>Volgens een tijdtafel van Stichting De Oude Wereld (opgegaan in het [[Logos Instituut]]). </ref>. Daarvan 7,5 jaar in Hebron over Juda en 33 jaar te Jeruzalem over geheel Israël.
 
<blockquote>''2Sa 5:5 Te Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda, en in Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar over heel Israël en Juda. (HSV)''</blockquote>
 
{{Tijdbalk Israël 1100-1000 v.C.}}
{{Tijdbalk Israël 1000-900 v.C.}}
 
ZijnDavids rijk strekte zich uit van de Eufraat tot aan de Middellandse Zee, en van Fenicië tot de Arabische zeeboezem.[[Bestand:Davids oorlogen van verovering - Access Foundation kaart 52.jpg|miniatuur|1326x1326px|geen]]
[[Bestand:David's Grief Over Absolom (Bible Card).jpg|miniatuur|442x442px|Davids verdriet over Absalom (2 Samuël 18:24-33).]]
Hij moedigde de kunsten, en voornamelijk de bouwkunst, aan , voerde een betere krijgstucht in en verbeterde het rechterambt. Doch hij mocht geen voortdurende rust genieten, en had met veel onaangenaamheden en verdriet te kampen, onder meer de opstand van zijn zoon [[Absalom]]. Hij regeerde 40 jaren.
 
== Zijn psalmen ==
David heeft veel psalmen gedicht. Psalm 3 bijvoorbeeld schreef hij naar aanleiding van de opstand van zijn zoon Absalom. Sommige psalmen van David wijzen heen naar de [[Messias]], bijvoorbeeld Psalm 22.<blockquote>''Ps 22:1 Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De hinde van de dageraad’. Ps. 22:2 Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, [bent U] ver van mijn verlossing, [van] de woorden van mijn jammerklacht?''</blockquote>De woorden ‘Mijn God, mijn, waarom hebt U mij verlaten’ sprak de Heer Jezus toen Hij aan het kruis leed.
 
== Zijn koningshuis en opvolgers ==
{{Koningshuis van David}}
{{Tijdbalk koningen van Israël en Juda}}
 
== David en Jezus ==
'''Bemind.''' David was “een man naar Gods hart”. De naam “David” betekent “bemind, geliefd”“bemind”. De Heer Jezus was eveneens een “man naar Gods hart”, door God de vader bemind.
David was de voorvader van Jezus Christus en de grote koning van Israel, de koning die door lijden en vervolging heen tot heerlijkheid en heerschappij kwam. Ook zijn zoon, onze Heer Jezus, komt door lijden en vervolging heen tot heerlijkheid en heerschappij.
 
'''Van lijden tot heerlijkheid.''' David was de voorvader van Jezus Christus en de grote koning van IsraelIsraël, de koning die door lijden en vervolging heen tot heerlijkheid en heerschappij kwam. Ook zijn zoon, onze Heer Jezus, komt door lijden en vervolging heen tot heerlijkheid en heerschappij.
Zijn overwinning over Goliath is een type van de overwinning van onze Heer Jezus over de satan, 'de sterke' (Matth. 12:29; Marc. 3:27), 'de overste van de macht der lucht' (Ef. 2:5).
 
'''Vrienden.''' In de tijd dat David vervolgd werd en leed, voegden zich allerlei mensen bij hem. Sommigen waren verbitterd, anderen hadden schulden. Ze kozen ervoor het leven met hem door te brengen en uiteindelijk te delen in zijn overwinning en verhoging.
 
''1 Sam 22:2 Ook voegde zich bij hem ieder die in moeilijkheden verkeerde, ieder die een schuldeiser had, ieder die verbitterd was, en hij werd hun aanvoerder.(NBG51)''
Regel 34 ⟶ 64:
We zien het ook bij de Heer Jezus, de zoon van David. Bij Hem voegen zich mensen die in de kreukels zitten, die schulden hebben. Ook zij zullen delen in Zijn overwinning en verheerlijking.
 
Zijn'''De sterke overwonnen.''' Davids overwinning over Goliath is een type van de overwinning van onze Heer Jezus over de satan, 'de sterke' (Matth. 12:29; Marc. 3:27), 'de overste van de macht der lucht' (Ef. 2:5).
David was “een man naar Gods hart”. De naam “David” betekent “bemind, geliefd”. De Heer Jezus was eveneens een “man naar Gods hart”, door God de vader bemind.
"Hoe zit het met jou? Verkeer je in moeilijkheden? Heb je een schuld bij God die je niet kunt betalen? Ben je door het leven verbitterd? Ga tot de Heer Jezus!
Toen ik omstreeks de jaarwisseling 1977/1978 in moeilijkheden geraakte, in benauwdheid kwam, heb ik de Heer Jezus aangeroepen. Daarop heeft Hij mij bevrijd. Ik heb er geen spijt van dat ik Zijn zijde heb gekozen en nu met Hem door het leven trek.
Kom ook jij bij Hem! God heeft jou lief en wil Zijn liefde aan jou bewijzen.
Ben je al een leerling van Jezus? Trek je ook met Hem rond? Houd je rekening met afwijzing door mensen om je heen? Laat je je ontmoedigen door mensen die je niet begrijpen of je misschien bespotten? Weet dat je eens zult delen in Jezus’ verheerlijking en verhoging, zoals de vrienden van David." <ref>[[Gebruiker:Kees Langeveld|Kees Langeveld]], 30 juni 2022.</ref>
 
== Meer weten ==
C.H. Mackintosh, ''Koningen bij de gratie Gods; het leven van David en Josia.'' Uitgeverij Medema, Apeldoorn. Bladzijden: 175.
 
[https://www.youtube.com/watch?v=-2AwTMtUu4w The Holy Bible - David - A Young Hero]. Youtube.com: TheFaithTube, 24 nov. 2011. Duur: 14 min. 58 sec. Korte film over de uitverkiezing en zalving van David, zijn muzikale dienst aan koning Saul, zijn overwinning over Goliath, zijn vriendschap met Jonathan, de nijd van Saul, zijn afscheid van Jonathan. De film blijft tamelijk getrouw aan de tekst van de Bijbel.
 
[https://www.youtube.com/watch?v=asKpPA2hBqg Vragenbespreking - Aflevering 6: Wat zegt het verhaal van David en Goliat ons?] Youtube.com: Groeien in Geloof, 5 juni 2021. Duur: 17 min. 40 sec. Dato Steenhuis geeft lessen door uit de strijd van David met [[Goliath|Goliat]].
 
== Bron ==
S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. David. Hieruit is op 28 maart 2015 tekst genomen en verwerkt.
 
== VoetnootVoetnoten ==
<!-- zonder deze regel helaas geen voetnoot in inhoudsopgave -->