De Engel van Jahweh: verschil tussen versies

31 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''De Engel van Jahweh''' is in het Oude Testament een bode uit de hemel die tevens God Zelf is. Hij is, in het licht van het Nieuwe Testament, te beschouwen als de Zoon van God, die het Woord, de Uitdrukking en het Beeld van de onzienlijke God is.
 
God verscheen ten tijde van het Oude Testament soms als een Engel. Deze Engel wordt genoemd wordt "de Engel van God" of "de Engel van Jahweh" of, bij voorbeeld in de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling, "de Engel van de HEERE". Ter onderscheiding van gewone engelen wordt deze Engel in Nederlandse lectuur soms met een hoofdletter aangeduid.
Regel 7:
''Ge 16:7  En de Engel des HEEREN vond haar aan een waterfontein in de woestijn, aan de fontein op den weg van Sur.  Ge 16:8  En hij zeide: Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan? En zij zeide: Ik ben vluchtende van het aangezicht mijner vrouw Sarai!  Ge 16:9  Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen.  Ge 16:10 Voorts zeide de Engel des HEEREN tot haar: Ik zal uw zaad grotelijks vermenigvuldigen, zodat het vanwege de menigte niet zal geteld worden.  Ge 16:11  Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismaël noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft. Ge 16:12  En hij zal een woudezel [van] [een] mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen.  Ge 16:13  En zij noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des aanziens! want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die mij aanziet?'' </blockquote>
 
Merk op de goddelijke woorden "Ik zal uw zaad zeer vermenigvuldigen" (10) en Hagars woorden "zij noemde de naam van Jahweh, Die tot haar sprak: "U, God die naar mij omziet" (13).
 
'''Abraham.''' God en engelen kunnen als gewone mannen verschijnen. God verscheen aan Abraham als één van drie 'mannen' die tot Abrahams tent kwamen. Eén van hen (de HEERE) zei dat Sarah een zoon zou hebben. Sara lachte om deze belofte.<blockquote>''Ge 18:13 En de HEERE zei tegen Abraham: Waarom heeft Sara toch gelachen en gezegd: Zou ik ook werkelijk baren, nu ik oud geworden ben? Ge 18:14 Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn? Op de vastgestelde tijd, over een jaar, zal Ik bij u terugkomen, en Sara zal een zoon hebben!'' (HSV)</blockquote>