Draak: verschil tussen versies

6 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''draak''' (Grieks: ''drakon''; Lat. ''draco;'' Engels: ''dragon;'' Du. ''Drache'') is een dier met een slangachtig of reptielachtig lichaam. In de Bij...')
 
Regel 22:
De tannin kan een monsterlijk dier in het water van de zee of rivieren zijn. Wat een zeemonster betreft valt bij voorbeeld te denken aan een walvis of een grote haai.
 
In Gen. 1:21 vertaalt de Statenvertaling door “walvissen”.
In Gen. 1:21 vertaalt de Statenvertaling door “walvissen”.<blockquote>''Ge 1:21 En God schiep de grote walvissen (''“zeedieren”, NBG51; “gedrochten”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004)'', en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed [was'']. (SV)</blockquote><blockquote>''Job 7:12  Ben ik dan een zee, of walvis (“draak”, NB; “zeemonster”, NBG51, NBV2004), dat Gij om mij wachten zet? (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 74:12 Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. ''Ps 74:13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken. ''Ps 74:14 Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. ''Ps 74:15 Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. (SV)''''''''</blockquote><blockquote>''Ps 148:7 Looft den HEERE, van de aarde; gij walvissen (“grote zeedieren”, NBG51; “draken”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004) en alle afgronden! (SV)''</blockquote><blockquote>''Jes 27:1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. (SV)''</blockquote>De koning van Egypte wordt vergeleken met een groot watergedrocht.<blockquote>''Eze 29:3 Spreek en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik [wil] aan u, o Farao, koning van Egypte! dien groten zeedraak (“monster”, NBG51; “draak”, NB; “krokodil”, NBV2004), die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt. ''(SV)''''</blockquote><blockquote>''Eze 32:2 Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeën (“zeemonster”, NBG51;  en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. (SV)''</blockquote>
 
<blockquote>''Ge 1:21 En God schiep de grote walvissen (''“zeedieren”, NBG51; “gedrochten”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004)'', en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed [was'']. (SV)</blockquote>
 
<blockquote>''Job 7:12  Ben ik dan een zee, of walvis (“draak”, NB; “zeemonster”, NBG51, NBV2004), dat Gij om mij wachten zet? (SV)''</blockquote>
 
<blockquote>''Ps 74:12 Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. ''Ps 74:13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken. ''Ps 74:14 Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. ''Ps 74:15 Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. (SV)''</blockquote>
 
<blockquote>''Ps 148:7 Looft den HEERE, van de aarde; gij walvissen (“grote zeedieren”, NBG51; “draken”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004) en alle afgronden! (SV)''</blockquote>
 
<blockquote>''Jes 27:1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. (SV)''</blockquote>
 
De koning van Egypte wordt vergeleken met een groot watergedrocht.
 
<blockquote>''Eze 29:3 Spreek en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik [wil] aan u, o Farao, koning van Egypte! dien groten zeedraak (“monster”, NBG51; “draak”, NB; “krokodil”, NBV2004), die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt. ''(SV)</blockquote>
 
<blockquote>''Eze 32:2 Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeën (“zeemonster”, NBG51;  en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. (SV)''</blockquote>
 
=== Landmonster ===