k
geen bewerkingssamenvatting
k (→Toekomst) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 9:
Bozra en Sela (ook gespeld ''Selah;'' ook genoemd ''Petra''), waren de voornaamste '''steden'''.
Toen Israël het land Kanaän naderde, deed Mozes een beroep op Edom om de '''Israëlieten doorgang''' te verlenen, maar de Edomieten weigerden en dreigden zelfs.
Edom had dikwijls met het naburige '''Israël''' te maken. God veroordeelt Edom wegens zijn eeuwige haat jegens Israël (Ezech. 35:5). God wekte eens de koning van Edom op om Israël te straffen (1 Kon 11:14} en later versterkte Hij Israël om Edom te straffen (2 Kron. 25:10,11).
Tijdens de gevangenschap van Judah in Babel breidden de Edomieten hun heerschappij naar het westen uit en namen Hebron in bezit. Ongeveer 300 jaar v. Chr. namen Nabateeërs de stad Petra (ook Sela genoemd) in en vestigden zich in die landstreek. Ze dreven handel en vormden een koninkrijk dat Romeinse schrijvers ''Arabia Petraea''(= rotsachtig Arabië) noemden.
[[Bestand:Juda ten tijde van Nehemia.jpg|geen|miniatuur|
Onder de Makkabeeën werd het land van de Edomieten in het westen veroverd, inclusief [[Hebron]]. Nadat het door de Romeinen was bezeten, raakte het in verval onder de heerschappij van de Mohammedanen.
|