Edom, Edomieten: verschil tussen versies

1.220 bytes toegevoegd ,  5 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 9:
Bozra en Sela (ook gespeld ''Selah;'' ook genoemd ''Petra''), waren de voornaamste '''steden'''.
 
Toen Israël het land Kanaän naderde, deed Mozes een beroep op Edom om de '''Israëlieten doorgang''' te verlenen, maar de Edomieten weigerden en dreigden zelfs. DeHet Israëlietenvolk Israël bevond zich in Kadesh-Barnea, een stad aan de grens van Edom (Num. 20:16). <blockquote>''Nu 20:16  Toen riepen wij tot de HEERE. Hij hoorde onze stem, en Hij zond een Engel, en Hij leidde ons uit Egypte. En zie, wij zijn in Kades, een stad aan het uiterste van uw grens.'' (HSV)</blockquote>Vanwege de weigering en dreiging van het broedervolk keerden dande ookIsraëlieten zuidwaarts ten einde om Edom heen te gaan., Zeen reisden langs het zuiden en oosten van Edom tot ze het land van Moab bereikten (Num. 21:4).
 
Edom had dikwijls met het naburige '''Israël''' te maken. God veroordeelt Edom wegens zijn eeuwige haat jegens Israël (Ezech. 35:5). God wekte eens de koning van Edom op om Israël te straffen (1 Kon 11:14} en later versterkte Hij Israël om Edom te straffen (2 Kron. 25:10,11).
 
Tijdens de gevangenschap van Judah in Babel breidden de Edomieten hun heerschappij naar het westen uit en namen Hebron in bezit. Ongeveer 300 jaar v. Chr. namen Nabateeërs de stad Petra (ook Sela genoemd) in en vestigden zich in die landstreek. Ze dreven handel en vormden een koninkrijk dat Romeinse schrijvers ''Arabia Petraea''(= rotsachtig Arabië) noemden. 
[[Bestand:Juda ten tijde van Nehemia.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px879x879px|''De Edomieten breidden zich naar het Westen uit. De Grieken noemden Edom 'Idumea'. '']]
Onder de Makkabeeën werd het land van de Edomieten in het westen veroverd, inclusief [[Hebron]]. Nadat het door de Romeinen was bezeten, raakte het in verval onder de heerschappij van de Mohammedanen.
 
Regel 22:
<blockquote>''Ps 137:7 HEERE, denk aan de Edomieten, aan de dag dat Jeruzalem viel, toen zij zeiden: Haal neer, haal neer die stad, tot op haar fundament! (HSV)''</blockquote>
 
Deze en andere passages vermelden de haat en jaloezie van de Edomieten. Veel profetieën spreken over de straf die over Edom in de toekomst zal komen. Wanneer<blockquote>''Eze 25:12  Alzo zegt de koningHeere vanHEERE: hetOmdat noordenEdom Israëlmet zalenkel invallenwraakgierigheid gehandeld heeft tegen het huis van Juda; en landenzij zozich verzeer alsschuldig Egyptegemaakt aanvalthebben, zullendat zij zich aan hen gewroken hebben: Eze 25:13  Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook Mijn hand uitstrekken tegen "Edom, en Moab,Ik zal mens en hetbeest hoofduit vanhaar deuitroeien; kinderenen Ammons"zal ontsnappen,haar omdat[tot] zijeen bestemdwoestheid zijnstellen omvan doorTheman Israëlaf; onderworpenen tezij wordenzullen (Dan[tot] Dedan [toe] door het zwaard vallen. 11Eze 25:41;14  JesEn 11:13Ik zal Mijn wraak doen aan Edom,14 door de hand van Mijn volk Israël; Obadjaen 18zij zullen tegen Edom naar Mijn toorn en naar Mijn grimmigheid handelen; alzo zullen zij Mijn wraak gewaar worden, 19spreekt de Heere HEERE.'' (SV)</blockquote>[[Teman (landstreek)|Theman]] lag ten zuiden van de Dode Zee, in wat nu [[Jordanië]] is. [[Dedan]] lag in wat nu [[Saoedi-Arabië]] is.
 
Wanneer de koning van het noorden Israël zal invallen en landen zo ver als Egypte aanvalt, zullen "Edom en Moab, en het hoofd van de kinderen Ammons" ontsnappen, omdat zij bestemd zijn om door Israël onderworpen te worden (Dan. 11:41; Jes 11:13,14; Obadja 18, 19).
 
De Heer Jezus zal van Edom komen 'met helrode kleding' wegens de door Hem uitgeoefende strafgerichten (Jes. 63:1).