Eliëzer: verschil tussen versies

1.852 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Eliëzer '''is in de [http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbel [Bijbel]] een eigennaam van meerdere personen, van wie de knecht van [[Abraham]] de bekendste is.
 
De naam betekent 'Mijn God is hulp' of ‘wien God tot hulpe is’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Eliëzer. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.</ref>, van ''El'', ‘God’, en het werkwoord ''Azôr'', ‘helpen, bijstand verlenen, vgl. Exod. 18: 4. Het gaat om de volgende personen:
[[Bestand:EliëzerBible enprimer, Rebecca-OttavioOld VanniniTestament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14595393869).jpg|miniatuur|415x415px472x472px|'RebeccaRebekka en Eliëzer bij de bron', schilderijAbrahams van Ottavia Vanniniknecht, ca.bij 1626-1627.de bron]]
1.   de voornaamste van Abrahams knechten. Zijn naam wordt alleen genoemd in Gen. 15:2. Hij was ‘van [[Damascus]]’, hoewel geboren in het huis van Abraham (Gen. 15:3). Abram had hem vóór Izaks geboorte tot zijn erfgenaam bestemd (Gen. 15:2-34). Hoezeer zijn meester vertrouwen in hem stelde, blijkt ons uit zijn zending naar Mesopotamië, ten einde voor Izak een vrouw uit Nahors geslacht te zoeken. Het was waarschijnlijk Eliëzer die gezonden werd. Hij was blijkbaar een vroom man, en vertrouwde op God om zijn reis voorspoedig te maken.
 
Hoezeer zijn meester vertrouwen in hem stelde, blijkt ons uit zijn zending naar Mesopotamië, ten einde voor Izak een vrouw uit Nahors geslacht te zoeken. Want het was waarschijnlijk Eliëzer die gezonden werd, ofschoon zijn naam dan niet genoemd wordt. De gronden van deze waarschijnlijk zijn:
Zijn missie is een prachtig beeld van het werk van de [[Heilige Geest]] in het verwerven van een bruid voor de [[Heer Jezus]], voor wie Hij nu de [[gemeente]] bijeenvergadert. Eliezer plaatste een gouden voorhoofdsiersel op Rebecca’s aangezicht en twee armringen aan haar handen (Gen. 24:47), die ze droeg op weg naar Izak. De sieraden zijn een zinnebeeld van de genade of vrucht van de Geest, waarmee Hij hen siert die Hij leidt naar de hemelse Bruidegom (Gen. 24:1-67).
 
# De knecht die gezonden wordt om een bruid te werven is 'de oudste knecht' (Gen. 24:2). Eliëzer wordt reeds in Gen. 15:1-3 genoemd, tientallen jaren eerder. Mocht Eliëzer bij de zendingsopdracht nog leven, dan moet hij oud zijn geweest.
2.   Tweede zoon van [[Mozes]] en [[Zippora]] (Ex. 18:4), zo genoemd door Mozes, omdat 'God' was 'zijn hulp’ geweest. Eliëzer werd met zijn moeder en zijn broer overgelaten aan de zorg van Jethro tot na de uittocht van Israël, toen zij herenigd werden met Mozes in de woestijn. Eliëzers nakomelingen worden tot in Davids tijd genoemd (1 Kron. 23:15,17 26:25);
# De knecht die gezonden wordt regeert over alles wat Abraham heeft (Gen. 24:2). In Gen. 15:2 wordt Eliëzer door Abraham 'de bezitter van mijn huis' genoemd.
# De naam van knecht wordt niet genoemd, juist omdat zijn naam al eerder (Gen. 15:2) is genoemd. "Indien hij een ander geweest ware, dan zou om de belangrijkheid van de hem opgedragen taak zijn naam niet verzwegen zijn." (T.M. Looman<ref>''Handboek ter Bijbelverklaring'', commentaar op Genesis 24:2. </ref>)
 
Meestal<ref>"Een ieder houdt deze knecht voor Eliziër", aldus in: Patrik, Polus en Wels, ''de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden'' (18e eeuw). Ook de kanttekenaar van de Statenvertaling zegt: "Versta den verzorger en opperknecht zijns huisgezins, genoemd Eliëzer van Damaskus."</ref> wordt dan ook aangenomen dat het Eliëzer was die de opdracht ontving. "Meestal neemt men aan, dat deze knecht de Eliëzer van Ge 15.2-3 is; zeker is dit niet."<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref>
 
Hij was blijkbaar een vroom man, en vertrouwde op God om zijn reis voorspoedig te maken.
[[Bestand:Eliëzer and Rebecca - Jan van 't Hoff.jpg|geen|miniatuur|880x880px|''En het gebeurde, toen de kamelen genoeg gedronken hadden, dat de man een gouden ring pakte, waarvan het gewicht een halve sikkel was, en twee armbanden voor haar armen, waarvan het gewicht tien [sikkel] goud was,'' (''Ge 24:22)''
 
'Eliëzer en Rebecca'. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
Zijn missie is een prachtig beeld van het werk van de [[Heilige Geest]] in het verwerven van een bruid voor de [[Heer Jezus]], voor wie Hij nu de [[gemeente]] bijeenvergadertbijeen vergadert. EliezerEliëzer plaatste een gouden voorhoofdsiersel op Rebecca’s aangezicht en twee armringen aan haar handen (Gen. 24:47), die ze droeg op weg naar Izak. De sieraden zijn een zinnebeeld van de genade of vrucht van de Geest, waarmee Hij hen siert die Hij leidt naar de hemelse Bruidegom (Gen. 24:1-67).
 
2.   Tweede zoon van [[Mozes]] en [[Zippora]] (Ex. 18:4), zo genoemd door Mozes, omdat 'God' was 'zijn hulp’ geweest. Eliëzer werd met zijn moeder en zijn broer overgelaten aan de zorg van Jethro tot na de uittocht van Israël, toen zij herenigd werden met Mozes in de woestijn. Eliëzers nakomelingen worden tot in Davids tijd genoemd (1 Kron. 23:15,17 26:25);
 
Eliëzer had slechts één kind, Rehábja (1 Kron. 23:15,17; 26:25).
 
{{Stamboom Mozes}}
 
3.   een zoon van Becher en kleinzoon van Benjamin, 1 Kron. 7:8;
Regel 15 ⟶ 31:
5.   een zoon van Zichri en vorst over de stam Ruben, ten tijde van David, 1 Kron. 27:16;
 
6.   zoon van Dodava en een profeet ten tijde van [[Josafat]];<blockquote>''2Kr 20:37 Maar Eliëzer, de zoon van Dodava, van Maresa, profeteerde tegen Josafat, zeggende: Omdat gij u met Ahazia vergezelschapt hebt, heeft de HEERE uw werken verscheurd. Alzo werden de schepen verbroken, dat zij niet konden naar Tharsis gaan.'' (SV)</blockquote>7.   een der hoofden over de ballingen, die met Ezra uit Babel terugkeerden; Ezra zond hem om Levieten te halen om Ezra te vergezellen naar Jeruzalem. Ezra 8:16.
 
8.   Drie Israëlieten, onder wie een Leviet, die getrouwd waren met vreemde vrouwen. Ezra 10:18,23,31;
Regel 21 ⟶ 37:
9.   Zoon van Jorim en een der namen in Jezus’ geslachtsregister, Luc. 3:29.
 
== BronBronnen ==
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Hieruit is op 15 febr. 2013 tekst genomen en bewerkt.
 
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Eliezer. Hieruit is op 15 febr. 2013 tekst genomen, vertaald en verwerkt.
 
== VoetnootVoetnoten ==