Eliëzer: verschil tussen versies

386 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 3:
De naam betekent 'Mijn God is hulp' of ‘wien God tot hulpe is’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Eliëzer. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.</ref>, van ''El'', ‘God’, en het werkwoord ''Azôr'', ‘helpen, bijstand verlenen, vgl. Exod. 18: 4. Het gaat om de volgende personen:
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14595393869).jpg|miniatuur|472x472px|Rebekka en Eliëzer, Abrahams knecht, bij de bron]]
1.   de voornaamste van Abrahams knechten. Zijn naam wordt alleen genoemd in Gen. 15:2. Hij was ‘van [[Damascus]]’ (Gen. 15:3). Abram had hem vóór Izaks geboorte tot zijn erfgenaam bestemd (Gen. 15:2-4).
 
Hoezeer zijn meester vertrouwen in hem stelde, blijkt ons uit zijn zending naar Mesopotamië, ten einde voor Izak een vrouw uit Nahors geslacht te zoeken. Want het was waarschijnlijk Eliëzer die gezonden werd, ofschoon zijn naam dan niet genoemd wordt. De gronden van deze waarschijnlijk zijn:
Regel 14:
 
Hij was blijkbaar een vroom man, en vertrouwde op God om zijn reis voorspoedig te maken.
[[Bestand:Eliëzer and Rebecca - Jan van 't Hoff.jpg|geen|miniatuur|880x880px|''En het gebeurde, toen de kamelen genoeg gedronken hadden, dat de man een gouden ring pakte, waarvan het gewicht een halve sikkel was, en twee armbanden voor haar armen, waarvan het gewicht tien [sikkel] goud was,'' (''Ge 24:22)''
 
'Eliëzer en Rebecca'. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
Zijn missie is een prachtig beeld van het werk van de [[Heilige Geest]] in het verwerven van een bruid voor de [[Heer Jezus]], voor wie Hij nu de [[gemeente]] bijeen vergadert. Eliëzer plaatste een gouden voorhoofdsiersel op Rebecca’s aangezicht en twee armringen aan haar handen (Gen. 24:47), die ze droeg op weg naar Izak. De sieraden zijn een zinnebeeld van de genade of vrucht van de Geest, waarmee Hij hen siert die Hij leidt naar de hemelse Bruidegom (Gen. 24:1-67).
 
2.   Tweede zoon van [[Mozes]] en [[Zippora]] (Ex. 18:4), zo genoemd door Mozes, omdat 'God' was 'zijn hulp’ geweest. Eliëzer werd met zijn moeder en zijn broer overgelaten aan de zorg van Jethro tot na de uittocht van Israël, toen zij herenigd werden met Mozes in de woestijn.