Elimélech ('mijn God is koning') was de echtgenoot van Naömi, de vader van Machlon en Chiljon. Wegens een hongersnood verliet hij Bethlehem-Juda en ging met zijn gezin wonen in de velden van Moab, waar hij ook gestorven is. Ruth. 1:2-3; 2:1.

Elimelech en zijn gezin vertrekken uit Juda. Afbeelding gemaakt door Alexandre Bida.

De eigennaam Elimélech betekent 'mijn God is koning', van El = God en Melech = koning. Het Hebreeuwse woord is אלימלך . Het Strongnummer is 0458. De naam komt 6x voor in de Bijbel, alleen in het boek Ruth.

Boaz, de tweede man van Ruth, was van het geslacht van Elimélech.