Etham: verschil tussen versies

Etham was de tweede rustplaats van de Israëlieten tijdens of na hun vertrek uit Egypte. Het lag ‘aan de rand van de woestijn’ (Ex. 13:20; Num. 33:6-8). Na Etham keerden zij terug naar Pi-Hachiroth (Ex. 14:2; Num. 33:7). Na de doortocht door de Schelfzee ging het volk ‘drie dagreizen de woestijn Etham in’. De locatie van Etham is onbekend.<blockquote>''Ex 13:20 Zo braken zij op uit Sukkoth en sloegen hun kamp op in Etham, aan de rand van de woestijn. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Nu 33:6 Zij braken op van Sukkoth en sloegen hun kamp op in Etham, dat aan de rand van de woestijn ligt. Nu 33:7 Zij braken op van Etham en keerden terug naar Pi-Hachiroth, dat tegenover Baäl-Sefon ligt, en sloegen hun kamp op voor Migdol. Nu 33:8 Zij braken op van Pi-Hachiroth en staken over, midden door de zee, naar de woestijn; zij gingen drie dagreizen de woestijn Etham in, en sloegen hun kamp op in Mara. (HSV)''</blockquote>{{Uittocht route plaatsen}}

De woestijn van Etham is vermoedelijk een deel van de woestijn Sur:<blockquote>''Ex 15:22 Hierna deed Mozes de Israëlieten voortreizen van de Schelfzee af; en zij trokken uit tot in de woestijn Sur, en zij gingen drie dagen in de woestijn, en vonden geen water. (HSV)''</blockquote>{{Uittocht route plaatsen}}

In de rotskloof van Etam vertoefde Simson, toen de Filistijnen hem gevangen wilden nemen (Richt. 15:8, 11). De plek is onbekend, maar moet ergens in het westen van Juda liggen<ref>J.J. Bimson, ''Encyclopedie van Bijbelse plaatsen'' (Kampen: Kok, 2007), s.v. Etam. </ref>. Sommigen menen dat de rotskloof bij de stad Etam in Juda was<ref>Zo kennelijk P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. </ref>.

== Etam in Juda ==

== Etam in Simeon ==

== Bron ==

== Voetnoten ==