Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

k
Jillis Roosken heeft pagina Lukasevangelie/Hoofdstuk 22 hernoemd naar Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 22
k (Jillis Roosken heeft pagina Lukasevangelie/Hoofdstuk 22 hernoemd naar Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 22)
 
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
Beraadslaging om Jezus om te doden (1-2). Judas' verraad (3-6). Voorbereiding tot het pascha (7-13). Viering van het pascha (14-18). Instelling van het avondmaal (19-20). Jezus duidt op een verrader (21-23). Vraag wie de grootste discipel was (24-30). Petrus' verloochening voorzegd (31-34). Voorbereiding op Jezus' gevangenneming (35-38). In Gethsémané (39-46). Gevangenneming van Jezus (47-53). De verloochening door Petrus (54-62). Jezus bespot en geslagen (63-65), en voor de Raad gebracht (66-71).
 
== Luk. 22:2 ==
Regel 98 ⟶ 101:
Lu 22:46  En Hij zei tot hen: Waarom slaapt u? Staat op en bidt, opdat u niet in verzoeking komt. (Telos)
'''Bidt, opdat u niet in verzoeking komt.''' Zie vers 40.
 
== Luk. 22:47 ==
Lu 22:47 Terwijl Hij nog sprak, zie, een menigte; en hij die Judas heette, een van de twaalf, ging voor hen uit en naderde Jezus om Hem te kussen. (Telos)
'''Een menigte.''' Waarin "de overpriesters en de hoofdlieden van de tempel en de oudsten, die op Hem waren afgekomen" (52). De menigte was voorzien van zwaarden en stokken (52).
 
== Luk. 22:48 ==
Lu 22:48  Jezus echter zei tot hem: Judas, met een kus lever jij de Zoon des mensen over? (Telos)
Ja, zelfs iemand die jaren met de Heiland is opgetrokken, kan tot zonde vervallen en verloren gaan. Judas was een dief en een verrader van de Rechtvaardige. Niemand, die verloren gaat, zal kunnen zeggen: Was ik maar bij Jezus geweest gelijk de apostelen, dan was ik niet verloren gegaan.
 
== Luk. 22:49 ==
Lu 22:49  Toen nu zij die om Hem heen waren, zagen wat er zou gebeuren, zeiden zij: Heer, zullen wij met het zwaard slaan? (Telos)
'''Zwaard.''' Ze hadden er twee bij zich (vers 38).
 
== Luk. 22:50 ==
Lu 22:50  En een van hen trof de slaaf van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. (Telos)
'''Een van hen.''' Namelijk [[Petrus]], een van de twaalf apostelen.
 
== Luk. 22:51 ==
Lu 22:51  Jezus echter antwoordde en zei: Laat het hierbij. En Hij raakte zijn oor aan en maakte hem gezond. (Telos)
'''Maakte hem gezond.''' Dit is het laatste wonder van lichamelijke genezing dat Jezus verrichtte tijdens zijn leven op aarde. Een vervolger, als Paulus bijvoorbeeld, mag weten dat de Heer barmhartig is en onverdiende gunst bewijst.
 
''1Ti 1:13  mij die vroeger een lasteraar, een vervolger en een smader was; maar mij is barmhartigheid bewezen, omdat ik het onwetend heb gedaan, in ongeloof; (...)  1Ti 1:16  Maar mij is daarom barmhartigheid bewezen, opdat Christus Jezus aan mij, de voornaamste, al zijn lankmoedigheid bewees tot een voorbeeld voor hen die in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven.'' (Telos)
 
Geen vervolger van christenen kan met recht zeggen: God kan mij geen genade bewijzen, want ik heb de gelovigen vervolgd.
 
== Luk. 22:52 ==
Lu 22:52  Jezus nu zei tot de overpriesters en de hoofdlieden van de tempel en de oudsten, die op Hem waren afgekomen: Als tegen een rover bent u erop uitgegaan met zwaarden en stokken? (Telos)
In dit en het volgende vers spreekt Jezus tot de harten en gewetens van zijn vijanden. Hopelijk zijn er van hen die later tot inkeer en geloof zijn gekomen.
 
''Hnd 6:7  En het woord van God nam toe en het getal van de discipelen in Jeruzalem vermeerderde zeer en een grote menigte van de priesters werd gehoorzaam aan het geloof.'' (Telos)
 
== Luk. 22:63 ==
Lu 22:63  En de mannen die Jezus vasthielden, bespotten en sloegen Hem; (Telos)
'''Vasthielden.''' Vergelijk de ram in de buurt van Abrahams offer, die met zijn horens vastzat in de verwarde struiken.
 
''Ge 22:13  Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats.'' (SV)
 
De ram is een vóórbeeld van het plaatsvervangend offer van Christus.
 
== Luk. 22:71 ==
Lu 22:71  Zij echter zeiden: Waarom hebben wij nog getuigenis nodig? Want wij hebben het zelf uit zijn mond gehoord. (Telos)
Hun reactie is een blijk van ongeloof en vervult de voorzegging van Jezus (vers 67).
 
== Bronnen ==