Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 8: verschil tussen versies

k
Jillis Roosken heeft pagina Lukasevangelie/Hoofdstuk 8 hernoemd naar Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 8 over een doorverwijzing
k (Jillis Roosken heeft pagina Lukasevangelie/Hoofdstuk 8 hernoemd naar Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 8 over een doorverwijzing)
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 222:
 
'''Wat Jezus hem had gedaan.''' Jezus, in Wie en door Wie God werkte.
 
== Luk. 8:41 ==
Lu 8:41  En zie, er kwam een man, genaamd [[Jaïrus]], en deze was een [[overste]] van de [[synagoge]]; en hij viel aan de voeten van Jezus en [[Smeken|smeekte]] Hem in zijn huis te komen, (Telos)
'''[[Jaïrus]].''' Deze naam betekent: Jah verlicht.
 
== Luk. 8:43 ==
Lu 8:43  En een vrouw die twaalf jaar lang een bloedvloeiing had gehad, die <heel haar levensonderhoud aan artsen had uitgegeven, maar> door niemand kon worden genezen, (Telos)
'''Twaalf jaar lang.''' Twaalf jaar was de stervende dochter van Jaïrus (vers 42).
 
== Luk. 8:48 ==
Lu 8:48  Hij nu zei tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede. (Telos)
'''Behouden.''' Of: gezond gemaakt.
 
'''Ga heen in vrede.''' Tot de bevrijde bezetene had de Heer gezegd: „Keer terug naar uw huis en vertel alles wat God u heeft gedaan. En hij ging weg en verkondigde door de hele stad alles wat Jezus hem had gedaan." (Luk. 8:39) Ook de vrouw zal over het wonder, aan haar verricht, niet gezwegen hebben in haar omgeving.
 
== Luk. 8:50 ==
Lu 8:50  Jezus echter hoorde dit en antwoordde hem: Wees niet bang, geloof alleen en zij zal behouden worden. (Telos)
'''Geloof alleen.''' Tot de bloedvloeiïende vrouw had de Heer gezegd: Uw geloof heeft u behouden.
 
'''Behouden worden.''' Hier is behouden worden niet gezond gemaakt worden, maar levend gemaakt worden.
 
== Luk. 8:51 ==
Lu 8:51  Toen Hij nu bij het huis was gekomen, liet Hij niemand met Zich naar binnen gaan dan Petrus, Johannes en Jakobus, en de vader van het kind en de moeder. (Telos)
'''Petrus, Johannes en Jakobus.''' Deze drie mochten getuigen zijn van het wonder dat Jezus zou verrichten.
 
== Luk. 8:52 ==
Lu 8:52  Allen nu weenden en weeklaagden over haar. Hij echter zei: Weent niet, want zij is niet gestorven, maar slaapt. (Telos)
'''Zij is niet gestorven, maar slaapt.''' Zij wás gestorven, naar menselijk begrip (vers 53), maar voor Hem, sliep zij slechts, de slaap des doods. Vergelijk:
 
''Lu 20:37  Dat nu de doden worden opgewekt heeft ook Mozes aangeduid bij de braamstruik, als hij de Heer noemt ‘de God van Abraham en de God van Izaak en de God van Jakob’, Lu 20:38  Hij nu is niet een God van doden maar van levenden; want voor Hem leven zij allen.'' (Telos)
 
== Luk. 8:54 ==
Lu 8:54  Hij echter greep haar hand en riep de woorden: Kind, sta op. (Telos)
'''Riep.''' Hij riep haar geest terug (vers 55). Eens zullen de doden, die in Christus gestorven zijn, zijn stem horen en opstaan.
 
''Joh 5:25  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: er komt een uur, en het is nu, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen en zij die deze hebben gehoord, zullen leven. (...)  Joh 5:28  Verwondert u hierover niet, want er komt een uur dat allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen en Joh 5:29  zullen uitgaan: zij die het goede hebben gedaan tot de opstanding van het leven, en zij die het kwade hebben bedreven tot de opstanding van het oordeel.'' (Telos)
 
== Luk. 8:55 ==
Lu 8:55  En haar geest keerde terug en zij stond onmiddellijk op; en Hij gebood dat men haar te eten zou geven. (Telos)
In zijn leven op aarde heeft de Heer Jezus drie doden opgewekt, van verschillende leeftijden: het dochtertje van Jaïrus, een jongeman te Naïn, zijn vriend Lazarus te Bethanië.
 
'''Zij stond onmiddellijk op.''' Markus voegt er nog de aanschouwelijke trek bij: "Meteen stond het dochtertje op en wandelde." "Aan zulke trekken herkent men het bericht van een ooggetuige, wie de stem van de Heer nog in de oren klinkt en die het kind nog heen en weer ziet gaan." (Frédéric Godet<ref name=":0">Aangehaald in Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Luk. 8:55. </ref>)
 
'''Haar geest keerde terug.''' Bij het [[sterven]] verlaat de geest het lichaam. Nu keert de geest van het meisje terug.
 
'''Dat men haar te eten zou geven.''' De Heer Jezus weet als Geneesheer dat haar lichaam na zo een trauma voedingsstoffen nodig heeft om verder te herstellen en aan te sterken.
 
"Ook geestelijk opgewekten hebben meteen voedsel nodig." (Johannes Jacobus van Oosterzee)<ref name=":0" />.
 
== Luk. 8:56 ==
Lu 8:56  En haar ouders ontzetten zich; Hij echter beval hun niemand te zeggen wat er was gebeurd. (Telos)
'''Niemand te zeggen wat er was gebeurd.''' Misschien om te voorkomen dat mensen hem naar de doden en de graven zouden trekken. Zieken genas de Heer ''en masse'', doden werden bij uitzondering, in drie gevallen, door Hem opgewekt.
 
== Voetnoot ==