Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 8: verschil tussen versies

k
Regel 145:
 
== Luk. 8:22 ==
Lu 8:22  Het gebeurde nu op een van die dagen, dat Hij aan boord van een schip ging, Hij en zijn discipelen, en Hij zei tot hen: Laten wij oversteken naar de overkant van het meer. En zij staken van wal.
 
'''Naar de overkant.''' Naar de landstreek van de [[Gerasenen]] (vers 26).
 
Regel 155 ⟶ 154:
== Luk. 8:26 ==
Lu 8:26  En zij voeren verder naar de landstreek van de Gerasenen, die tegenover Galilea ligt. (Telos)
'''De landstreek van de Gerasenen.''' VanLukas omschrijft hier en in vers 37 de inwonersstreek vanonder Gergesa,verwijzing zienaar kaartde bekende stad [[Gerasa]]. Zie [[Gergesenen]] voor de toelichting.
 
== Luk. 8:27 ==
Regel 180 ⟶ 179:
== Luk. 8:33 ==
Lu 8:33  En de demonen gingen uit de man weg en gingen in de varkens; en de kudde stortte van de steilte af het meer in, en verdronk. (Telos)
Raakte de kudde in paniek omdat de varkens voelden dat er een macht in hen kwam? Dreven de demonen de kudde van de steilte? Of was de ondergang van de kudde een ongezocht bijverschijnsel van de bezetting door de demonen. Dat weten wij niet. De demonen, die de Heer Jezus hadden gesmeekt dat Hij hen niet in de afgrond zou zenden, komen als het ware toch in de afgrond terecht. In hun val slepen zij de varkens mee, of andersom. Gezamenlijk vallen zij in het verderf.
 
'''Voorafbeelding?''' Vlak vóór Christus' wederverschijning in de wereld zullen demonen koningen verzamelen te [[Harmagedon]] tot de oorlog tegen het Lam. Deze oorlog brengt een verschrikkelijk strafgericht over de aldaar verzamelde internationale troepenmacht. <blockquote>''Opb 16:14  want het zijn geesten van demonen die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van het hele aardrijk, om hen te verzamelen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige. (...) Opb 16:16  En Hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Harmagedon heet. (Telos)'' </blockquote>Misschien is de ondergang van de zwijnenkudde een type van de eindtijdse nederlaag van die koningen. Eerst was, in de geschiedenis hiervóór, de volkerenzee opgezweept tegen het gelovig overblijfsel. Dan zien we een kudde onreine dieren, beïnvloed door boze geesten, hun einde vinden in het meer.
 
== Luk. 8:34 ==
Lu 8:34  Toen nu zij die ze weidden, zagen wat er was gebeurd, vluchtten zij en berichtten het in de stad en op de velden. (Telos)
'''De stad.''' Dat is [[Gergesa]], zie kaart hierboven.
 
== Luk. 8:35 ==
Lu 8:35  Zij nu liepen uit om te zien wat er was gebeurd; en zij kwamen bij Jezus en vonden de mens van wie de demonen waren uitgegaan, aan de voeten van Jezus zitten, gekleed en goed bij zijn verstand; en zij vreesden. (Telos)
'''Gekleed.''' Vreemd dat demonen een bezetene naakt laten rondlopen. Verlustigen zij zich in zijn schande, in zijn verwaarloosde staat? In onze dagen is er veel bloot te zien, op straat en via massamedia. Is dat een teken van afnemende invloed van de afnemende invloed van het christendom en de toenemende invloed van demonen? Hoe het ook zij, een normaal mens behoort gekleed te zijn.
 
'''Goed bij zijn verstand.''' Demonen verwarren iemands denken, ze maken hem gek. De Heer Jezus herstelt de mens, inclusief zijn verstand. Geloven en goed-bij-zijn-verstand-zijn gaan samen, moeten samengaan.
 
''1Co 10:15  Ik spreek als tot verstandigen; beoordeelt u wat ik zeg. (Telos)''
 
'''Zij vreesden.''' Omdat zij de tekenen van Jezus' macht zagen. Voordien hadden de leerlingen gevreesd toen zij Jezus' macht zagen in de onderwerping van de sterke stormwind en woeste golfslag op het meer van Galilea.
 
== Luk. 8:37 ==
Lu 8:37  En de hele volksmassa van de streek der Gerasenen vroeg Hem van hen weg te gaan, want zij waren door grote vrees bevangen. Hij nu ging aan boord van het schip en keerde terug. (Telos)
'''De streek der Gerasenen.''' Lukas omschrijft hier en in vers 26 de streek onder verwijzing naar de bekende stad [[Gerasa]]. Zie [[Gergesenen]] voor de toelichting.
 
== Luk. 8:38 ==
Lu 8:38  De man nu van wie de demonen waren uitgegaan, bad Hem bij Hem te mogen zijn. Hij liet hem echter gaan en zei: (Telos)
'''Bij Hem te mogen zijn.'''
 
De parallelplaats in het Markusevangelie zegt:
 
''Mr 5:18  En toen Hij in het schip ging, smeekte Hem degene die bezeten was geweest, bij Hem te mogen zijn.''
 
''Ps 32:7  Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela. (SV)''
 
''Ps 116:16  Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt. (SV)''
 
''Flp 1:23  maar ik word van beide kanten gedrongen: ik verlang ernaar heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste; (Telos)''
 
Zie verder bij [[Jezus Christus#Met%20Jezus%20zijn|Jezus Christus > Met Jezus zijn]].
 
== Luk. 8:39 ==
Lu 8:39  Keer terug naar uw huis en vertel alles wat God u heeft gedaan. En hij ging weg en verkondigde door de hele stad alles wat Jezus hem had gedaan. (Telos)
'''Vertel alles wat God u heeft gedaan.''' Door de vinger van God dreef Jezus boze geesten uit. Hij gaf God de eer.
 
'''Wat Jezus hem had gedaan.''' Jezus, in Wie en door Wie God werkte.
 
== Voetnoot ==