Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 9: verschil tussen versies

12.911 bytes toegevoegd ,  4 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 73:
'''Achter mij wil komen.''' Dat is Hem volgen, die verworpen zou worden.
 
'''Zichzelf verloochenen.''' De discipel Thomas geeft blijk van zelfverloochening toen hij Jezus volgde op weg naar Bethanië aan de Olijfberg. In Judea immers waren Jezus' tegenstanders te vrezen. Zelfverloochening voorkomt ook dat schaamte (vers 26) de overhand krijgt en ons belemmert voor de Heer Jezus uit te komen.
 
''Joh 11:16  Thomas dan, Didymus geheten, zei tot zijn medediscipelen: Laten wij ook gaan om met Hem te sterven. (Telos)''
 
'''Zijn kruis opnemen.''' Verwerping, afkeuring, smaad, hoon, spot verdragen. De Heer Jezus zegt dit nadat hij zijn komende lijden heeft aangeduid.
 
== Luk. 9:25 ==
Lu 9:25  Want wat baat het een mens de hele wereld te winnen en zichzelf te verliezen of erbij in te boeten? (Telos)
In plaats van een kruis te dragen (verworpen en uitgestoten te worden), geniet zo iemand een enorme populariteit. Iemand die de hele wereld zal winnen is de persoon van Het Beest:
 
''Opb 13:3  En ik zag een van zijn koppen als tot de dood geslagen, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de hele aarde ging met verbazing het beest achterna.  Opb 13:4  En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (Telos)''
 
Het Beest zal echter verloren gaan.
 
== Luk. 9:26 ==
Lu 9:26  Want wie zich voor Mij en voor mijn woorden schaamt, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen wanneer Hij komt in zijn heerlijkheid en die van de Vader en van de heilige engelen. (Telos)
Vergelijk:
 
''Mr 8:38  Want wie zich voor Mij en mijn woorden schaamt onder dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal ook de Zoon des mensen Zich schamen wanneer Hij komt <u>in de heerlijkheid van zijn Vader</u>, met de heilige engelen. (Telos)''
 
'''Wie zich voor Mij en voor mijn woorden schaamt.''' En daarom nimmer voor Hem durft uit te komen, durft te bekennen dat Hij in Jezus gelooft. Zelfverloochening (vers 23) houdt dat eventuele schaamte niet de overhand heeft en de belijdenis van 's Heren naam belemmert.
 
'''Wanneer Hij komt in zijn heerlijkheid enz.''' Dat is zijn [[Wederkomst van Jezus Christus|wederkomst]] op aarde. Iets van die heerlijkheid was al zichtbaar bij zijn eerste komst, namelijk de heerlijkheid van God in de heerlijkheid van de engel die aan de herders verscheen:
 
''Lu 2:9  En zie, een engel van de Heer stond bij hen en de heerlijkheid van de Heer omscheen hen, en zij werden buitengewoon bang. (Telos)''
 
== Luk. 9:27 ==
Lu 9:27  Ik nu zeg u in waarheid: er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood geenszins zullen smaken voordat zij het koninkrijk van God hebben gezien. (Telos)
Deze voorzegging is kort hierna vervuld door de verheerlijking op een hoge berg, zie volgende verzen.
 
'''Het koninkrijk van God hebben gezien.''' Dat gebeurt kort hierna. Wat enkele discipelen dan zien is Jezus in een heerlijke gedaante, met Mozes en Elia. 'die in heerlijkheid verschenen' (vers 31). In het koninkrijk van God is Christus de centrale figuur. Het omvat ook de heiligen van het Oude Verbond. En uit het Nieuwe Testament weten wij dat ook wij met Hem in heerlijkheid zullen verschijnen.
 
== Luk. 9:28 ==
Lu 9:28  Het gebeurde nu ongeveer acht dagen na deze woorden, dat Hij Petrus, Johannes en Jakobus meenam en op de berg klom om te bidden. (Telos)
'''Petrus, Johannes en Jakobus.''' Dit drietal was ook uitgekozen om getuige te zijn van de opwekking van het dochtertje van [[Jaïrus]], zie [[Petrus, Jakobus en Johannes]].
 
== Luk. 9:29 ==
Lu 9:29  En terwijl Hij bad, werd het uiterlijk van zijn gezicht anders en zijn kleding werd lichtend wit. (Telos)
De drie leerlingen zagen nu 'zijn heerlijkheid' (vers 32).
 
'''Werd het uiterlijk van zijn gezicht anders.''' Wellicht zag het er ook anders uit toen Hij na zijn opstanding aan zijn vergaderde leerlingen verscheen en Hij hen moest verzekeren dat Hij het was, en toen hij aan de Emmaüsgangers verscheen (Luk. 24).
 
== Luk. 9:30 ==
Lu 9:30  En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren [[Mozes]] en [[Elia]], (Telos)
'''Mozes en Elia.''' Beiden zijn profeten geweest en beiden zijn in levensgevaar geweest. Zij stonden nu bij Hem (vers 32).
 
== Luk. 9:31 ==
Lu 9:31  die in heerlijkheid verschenen en over zijn uitgang spraken die Hij zou volbrengen in Jeruzalem. (Telos)
'''Over zijn uitgang spraken die Hij zou volbrengen in Jeruzalem.''' Zij spreken over Jezus' lijden en sterven. De heuvel Golgotha buiten de stadsmuur wordt tot Jeruzalem gerekend.
 
'''Zijn uitgang.''' Uit het leven in zijn menselijk lichaam. Een andere uitleg is: zijn uitgang uit het dodenrijk (Ef. 4:8), zijn opstanding<ref>Mening van Theo Niemeijer in: [https://www.youtube.com/watch?v=HFpLrnMa6aY&t=5m Seminar 2: Opname van de gemeente op 12 okt 2023 - Theo Niemeijer]. Youtube.com: Baptisten gemeente 'De Open Poort', 12 oct. 2023. Duur: 1 uur 44 min.</ref>.
 
== Luk. 9:32 ==
Lu 9:32  Petrus nu en zij die bij Hem waren, waren door slaap overmand; toen zij nu ontwaakten, zagen zij zijn heerlijkheid, en de twee mannen die bij Hem stonden. (Telos)
'''Zij die bij Hem waren.''' Of 'hem' (kleine letters), d.i. Petrus. De andere aanwezigen waren de broers Jakobus en Johannes (vers 28).
 
'''Toen zij nu ontwaakten, zagen zij zijn heerlijkheid.'''
 
''Efe 5:14  Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. (Telos)''
 
== Luk. 9:33 ==
Lu 9:33  En het gebeurde, toen zij van Hem scheidden, dat Petrus tot Jezus zei: Meester, het is goed dat wij hier zijn, en laten wij drie tenten maken, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia-zonder te weten wat hij zei. (Telos)
'''Toen zij van Hem scheidden.''' Om terug te keren naar de hemel.
 
== Luk. 9:34 ==
Lu 9:34  Toen hij nu dit zei, kwam er een wolk en overschaduwde hen, en zij werden bang toen zij de wolk ingingen. (Telos)
'''Kwam er een wolk en overschaduwde hen.''' De wolk een teken is van Gods tegenwoordigheid. Uit de wolk komt vervolgens een stem (vers 35-36)
 
== Luk. 9:36 ==
Lu 9:36  En terwijl de stem kwam, werd Jezus alleen gevonden. En zij zwegen en vertelden niemand in die dagen iets van wat zij hadden gezien. (Telos)
'''Werd Jezus alleen gevonden.''' Doordat Mozes en Elia van Hem gescheiden, heengegaan waren (vers 33).
 
'''En zij zwegen enz.''' Waarom zwegen zij? Omdat, zo lezen wij elders, Jezus hen uitdrukkelijk bevel had gegeven om aan niemand te vertellen wat zij hadden gezien voordat de Zoon des mensen uit de doden was opgewekt. Na Zijn opstanding deelden zij het mee.
 
''Mt 17:9  En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun aldus: Zegt aan niemand het gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt. (Telos)''
 
''Mr 9:9  En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Hij hun dat zij niemand zouden vertellen wat zij hadden gezien, voordat de Zoon des mensen uit de doden was opgestaan.'' (Telos)
 
== Luk. 9:39 ==
Lu 9:39  En zie, een geest grijpt hem en plotseling schreeuwt hij en laat hem stuiptrekken en schuimen, en hij gaat ternauwernood bij hem vandaan als hij hem mishandelt. (Telos)
'''Een geest.''' Een demon: een boze, onreine geest, zie vers 42, waar hij aangeduid wordt met 'demon' en 'onreine geest'.
 
'''Mishandelt.''' Dat zal een ogenblik later gebeuren,zie vers 42.
 
'''Stuiptrekken.''' Dat gaat een ogenblik later gebeuren, zie vers 42.
 
== Luk.9:41 ==
Lu 9:41  Jezus nu antwoordde en zei: O ongelovig en verdraaid geslacht, hoe lang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier. (Telos)
'''O ongelovig en verdraaid geslacht.''' Dit zegt de Heer ten aanhoren van de menigte, waaruit een man zijn smeekbede heeft gesproken (vers 38). Hetzelfde ongeloof, dezelfde ontrouw wordt het volk Israël verweten in het lied van Mozes, die de leider van het volk sprak aan het eind van zijn leven.
 
''De 32:15 Maar toen Jesjurun vet werd, trapte hij achteruit - u bent vet, u bent dik, u bent vetgemest - toen verliet hij God, Die hem gemaakt heeft, hij versmaadde de Rots van zijn heil. De 32:16  Zij hebben Hem tot na-ijver gebracht met vreemde goden, met gruwelijke daden hebben zij Hem tot toorn verwekt. De 32:17  Zij hebben geofferd aan de demonen, niet aan God; aan goden die zij niet kenden, aan nieuwe goden, die kortgeleden gekomen zijn, voor wie uw vaderen niet gehuiverd hebben. De 32:18  De Rots Die u verwekt heeft, hebt u veronachtzaamd, en u hebt de God Die u gebaard heeft, vergeten.'' (HSV)
 
In dat lied wordt Israël, des HEEREN deel (Deut. 32:9), ook een "verkeerd en verdraaid" (32: 5) geslacht, een "dwaas en onwijs volk" (32:6), een "geheel verkeerd geslacht" (32:20) genoemd, zonder verstand (32:28). Het schetst Israëls verwording en afval.
 
''De 32:5  Hij heeft het tegen Hem verdorven; het zijn Zijn kinderen niet; de schandvlek is hun; het is een verkeerd en verdraaid geslacht. De 32:6  Zult gij dit den HEERE vergelden, gij, dwaas en onwijs volk! Is Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt en u bevestigd heeft? De 32:7  Gedenk aan de dagen van ouds; merk op de jaren van elk geslacht; vraag uw vader, die zal het u bekend maken, uw ouden, en zij zullen het u zeggen. (...) De 32:20  En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is. (SV)''
 
Het Griekse werkwoord achter 'verdraaid' is διαστρεφω, dia<u>stre</u>pho, dat betekent: verdraaien, een draai geven, verkeren, verwringen. Het heeft ook figuurlijke betekenissen: iets verkeerd voorstellen (Hand. 13:10), iemand van de rechte weg afbrengen, van het rechte pad afwenden, verleiden (Luk. 23:2). In Luc. 9:41 betekent het: zedelijk verkeerd, zedelijk slecht<ref>D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).    </ref>, zoals in Flp 2:15.
 
''Flp 2:15  opdat u onberispelijk en rein bent, onbesproken kinderen van God temidden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld,''
 
De NBG51-vertaling heeft 'verkeerd'. De Canisius-vertaling heeft 'boos'. De Leidse vertaling en de Herziene Statenvertaling hebben 'ontaard'. De Naardense vertaling heeft 'verworden' en in de parallelplaats Matth. 17:17 'ontaard'.
 
Sommigen lezen de gedachte van afwending, tegenstaan, dwarsheid. De Willibrord-vertaling heeft 'tegendraads'; de NBV2004-vertaling heeft 'dwars'.
 
'''Hoe lang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen?''' Mozes sprak het lied (Deut. 32, zie boven) aan het eind van zijn leven. Deze man Gods zou het volk niet in het beloofde land brengen. Dit was voor Jozua weggelegd. Jezus kon, tijdens zijn omwandeling op aarde, zijn ongelovig volk niet in het beloofde land, niet in het vrederijk brengen. Dat zal Hij echter doen bij zijn wederkomst, als een Jozua.
 
== Luk. 9:42 ==
Lu 9:42  En nog terwijl hij naderbij kwam, rukte de demon aan hem en liet hem stuiptrekken. Jezus echter bestrafte de onreine geest, maakte het kind gezond en gaf het aan zijn vader terug. (Telos)
'''Rukte de demon aan hem.''' Zie 'grijpt hem' in vers 39. De geest (vers 30) is een [[demon]]: een boze, onreine geest, een gevallen engel.
 
'''Stuiptrekken.''' Dat verschijnsel had de vader genoemd, zie vers 39.
 
'''Gaf het aan zijn vader terug.''' Aan hem die natuurlijk gehecht was aan zijn eniggeboren zoon. Iets van dat 'teruggeven' gebeurt bij de wederkomst van de Heer Jezus. Wat gebeurt er met onze ontslapen gelovige dierbaren. God zal ze met Jezus bij ons brengen.
 
''1Th 4:14  Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan, evenzeer zal God ook de door Jezus ontslapenen met Hem <u>brengen</u>. (Telos)''
 
== Luk. 9:43 ==
Lu 9:43  En allen stonden versteld over de majesteit van God. Toen nu allen zich verwonderden over alles wat Hij deed, zei Hij tot zijn discipelen: (Telos)
'''Over de majesteit van God.''' Door zijn optreden werd iets van Gods majesteit openbaar. Jezus koninklijke heerlijkheid en majesteit was op de berg getoond aan drie discipelen. Petrus was één van hen. Over zijn belevenis schrijft hij later:
 
''2Pe 1:16  Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn <u>majesteit</u>. 2Pe 1:17  Want Hij ontving van God de Vader eer en heerlijkheid, toen van de luisterrijke heerlijkheid zo’n stem tot Hem kwam: ‘Deze is mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen heb gevonden’.  2Pe 1:18  En wij hoorden deze stem uit de hemel komen, toen wij met Hem op de heilige berg waren.(Telos)''
 
Nu had de menigte door en in Jezus iets gezien van Gods majesteit. Jezus' koninklijke macht en gezag was een afstraling van Gods majesteit. Hij is het beeld van God, de Majesteit in de hoge.
 
''Heb 1:3  Deze, die de uitstraling is van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen en die alle dingen draagt door het woord van zijn kracht, is, nadat Hij door Zichzelf de reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht, gaan zitten aan de rechterhand van de <u>Majesteit</u> in de hoge, (Telos)''
 
''Heb 8:1  De hoofdzaak nu van wat wij zeggen is, dat wij zo’n hogepriester hebben, die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van de <u>Majesteit</u> in de hemelen, (Telos)''
 
== Voetnoten ==