Evangelie naar Lukas: verschil tussen versies

168 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 41:
* Luk. 12. Jezus waarschuwt zijn leerlingen tegen huichelarij (1-3). Weest niet bang voor mensen (4-7). Jezus belijden of verloochenen voor de mensen (8-9). Een woord spreken tegen de Zoon des mensen en lasteren tegen de Heilige Geest (10). Hulp bij verhoor (11-12). Naar aanleiding van een erfeniskwestie waarschuwt Jezus tegen hebzucht (13-21). Weest niet bezorgd voor uw levensbehoeften (22-28). Zoekt het Koninkrijk van God (29-34). Opwekking om, nadat Hij heengegaan is, Hem te blijven verwachten en gereed te zijn als Hij terugkomt (35-44). De straf voor ontrouwe slaven (45-48). Jezus oorzaak van 'vuur' en verdeeldheid op de aarde (49-53). Jezus vraagt de menigten: Waarom onderkent u deze tijd niet? (54-56). Houding tegenover de tegenpartij in een rechtsgeschil (57-59).
* Luk. 13. In verband met een eerder uitgevoerde doodstraf en een dodelijk ongeval wijst Jezus op de noodzaak van bekering, opdat de mensen niet evenzo omkomen (1-5). Gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom (= Israël) (6-9). Jezus geneest een vrouw op sabbat, wat hem kwalijk wordt genomen (10-17). Het koninkrijk van God vergeleken met een mosterdzaad (18-19). Gelijkenis van het zuurdeeg (20-21). Op de vraag of het weinigen zijn die behouden wordt, antwoordt Jezus: strijdt om in te gaan door de nauwe deur (22-30). Jezus gewaarschuwd voor Herodes (31-33). Jezus' weeklacht over Jeruzalem (34-35).
* Luk. 14. Op sabbat geneest Jezus, ten maaltijd genodigd door een farizeeër, een waterzuchtig mens (1-6). Tegen zelfverhoging (5-11). Wie ten maaltijd te nodigen (12-14). De gelijkenis van het grote avondmaal (15-24). EerstVoorwaarden voor discipelschap: de kostenHeer berekenenstellen enboven danalles dewaaraan Heerje volgen.gehecht Bereidbent, zijn zijnkruis dragen, de kosten berekenen, eigen kruisslagkracht teschatten dragen(25-33). Smakeloos zout wordt verworpen (34-35).
* Luk. 15. DeNaar aanleiding van Jezus' omgang met tollenaars en zondaars: de gelijkenissen van het verloren schaap, hetde verloren geldstukmunt, de jongste zoon.
* Luk. 16. De rentmeester van een rijk mens. De rijke man en de arme Lazarus.
* Luk. 17. Reiniging van de tien melaatsen. De komst van de Zoon des mensen.