Exodus 17: verschil tussen versies

3.567 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 53:
 
'''Omdat zij Jahweh verzocht hadden.''' Zie vs. 2
 
== 13 ==
Ex 17:13  Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte van het zwaard. (CP<ref name=":0" />)
'''Door de scherpte van het zwaard.''' In de eerste strijd die Israël in de woestijn te voeren heeft, hanteert hij het zwaard. Het zwaard is een zinnebeeld van Gods woord. De Heer Jezus sloeg in de woestijn de aanvallen van de Verzoeker af met het zwaard van Gods Woord.
 
''Heb 4:12  Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart.'' (Telos)
 
''Opb 1:16  En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.'' (Telos)
 
== 15 ==
Ex 17:15  En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: Jahweh is mijn Banier! (CP<ref name=":0" />)
'''Jahweh is mijn Banier.''' Een [[banier]] is een band die wappert als een vlag en vaak op een stok omhooggehouden en gedragen word. Kwam Mozes tot deze beeldspraak omdat hij de staf Gods omhooghield en zo de overwinning verkreeg?
 
In de [[toekomst]] zal de Heer [[Jezus Christus|Jezus]] staan als een banier der volken en hen leiden tot herstel.
 
''Jes 11:9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren [den] [bodem] der zee bedekken. Jes 11:10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrië, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks. (SV)''
 
== 16 ==
Ex 17:16  En hij zei: Omdat de hand op de troon van Jah is, zo zal de oorlog van Jahweh tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht! (CP<ref name=":0" />)
'''De hand op de troon van Jah.''' Het valt niet te loochenen, dat deze plaats moeilijk is. Wij hebben het woord "hand" hier te houden voor de hand van God. En dan weten we, dat door "hand" Zijn kracht en macht wordt voorgesteld. Sommigen lezen in plaats van כם (Troon), נם (Banier). De bedoeling zou dan zijn: zolang de hand aan de banier zal zijn, en die banier niet wordt losgelaten, zal er strijd met Amalek zijn. Wij houden ons echter aan het eerste.
 
''Jah'' is de verkorte vorm van ''Jahweh.'' Daarom wordt Zijn hand gezegd op de troon van Jah te zijn, omdat Hij niet werkeloos in de hemel zetelt, maar Zijn heerschappij oefent in het besturen van de wereld. God heerst machtig, door Zijn hand en door Zijn kracht tempert en matigt Hij, houdt Hij in stand of vernietigt.
 
'''Zo zal de oorlog van Jahweh tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!''' De bedoeling kan dan niet anders zijn, dat, zolang de hand op de troon van de Heere is, d.i. zolang de Heere regeert, er ook strijd zal zijn tegen de Amalekieten. M.a.w. hier wordt op deze wijze de volkomen vernietiging van de Amalekieten vastgesteld (vs. 14) en Israël aangezegd, dat het van geslacht tot geslacht met Amalek heeft te strijden.
 
== Voetnoot ==