Ezechiël (boek): verschil tussen versies

1.665 bytes toegevoegd ,  9 maanden geleden
k
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 44:
== Indeling ==
[[Bestand:Ezechiel III vers 4 in St. Marienkirche in Sassnitz.jpg|miniatuur|Ezech. 3:4 Du Menschenkind, Gehe hin zum hause Israel, und predige ihnen mein wort. ''Gij mensenkind, ga heen tot het huis van Israël, en predik hun mijn woord.'' (LU)|418x418px]]
Het boek is ingedeeld in 48 hoofdstukken. Op basis van de inhoud kan het boek Ezechiël in vieren worden verdeeld.
 
=== Eerste indeling ===
'''Deel 1 (1:1-24:27)  Het oordeel over Juda en Jeruzalem.'''
Op basis van de inhoud kan het boek Ezechiël in vieren worden verdeeld.
 
'''Deel 1 (1:1-24:27)  Het oordeel over Juda en Jeruzalem.'''
 
Het roepingsvisioen neemt de eerste drie hoofdstukken in beslag. Ezechiël moet diverse malen de ondergang van Jeruzalem en de ballingschap uitbeelden. De heerlijkheid van de Heer trekt zich terug uit de tempel en stijgt op van de Olijfberg. De ballingen klagen bij Ezechiël dat zij de dupe zijn van de zonden van hun voorgeslacht, maar Ezechiël maakt ze duidelijk dat ieder persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn eigen zonden.
 
'''Deel 2 (25:1-32:32)  Gods oordeel over verschillende volken.'''
 
Dit deel kondigt Gods oordelen aan over de verschillende volken, die Israël omringen en waarmee Gods volk meer of minder te maken had. De ondergang van diverse volken, [[Ammon]], [[Moab]], [[Edom]], de [[Filistijnen]], [[Tyrus]], [[Egypte]], enz. worden door Ezechiël geprofeteerd. Hierbij gaat de beschrijving van de vorst van Tyrus ver de beschrijving van een aardse koning te boven. Een gedeelte van deze profetie slaat op de opstand van Satan tegen God en op de val van Satan.
 
'''Deel 3 (33:1-39:29)  Oordeel over Israël en over Gog; zegen van Israël''' 
 
Het derde deel bevat het oordeel over Israël en over Gog en zijn bondgenoten, en de zegen voor Israël. Een van de bekendste profetieën is het visioen van het dal met de dorre doodsbeenderen (37:1-14), waarin tevens het herstel van Israël symbolisch wordt voorgesteld. In hoofdstuk 38+39 worden profetieën uitgesproken over Israëls toekomstige vijanden Gog en zijn bondgenoten. 
 
'''Deel 4: (40:1-48:35) De nieuwe tempel, de dienst, de verdeling van het land, de vorst, Jeruzalem.'''
 
Het vierde deel beschrijft de toekomstige tempel, de dienst, de verdeling van het land, de stad Jeruzalem. De heerlijkheid van de Heer keert terug tot zijn tempel. Het boek eindigt met de blijde boodschap dat de naam van de stad zal zijn "De Heer is daar". 
 
=== Tweede indeling ===
Een '''andere indeling'''<ref>Indeling ontleend aan: H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over ...?'', deel 3 (Oostburg: W.J Pieters, z.j.), blz. 64. </ref> is: 
Een andere indeling<ref>Roger Liebi, ''Leben wir wirklicht in der Endzeit?'' (Christliche Verlagsgesellschaft.2017, 14e druk 2022), blz. 141.</ref> is:
 
'''Deel I (''1-24'') Israëls ondergang'''
Hfdst. 1 - 3 : 21  Inleiding en roeping van de profeet.
 
# ''(1-7) De ontvolking van het land Israël''
Hfdst. 3: 22 - 7  In het vijfde jaar van de gevangenschap van Jojachin: aankondiging van strafgerichten over de Joden.
## (''1'') Gods troonwagen
## (''2-3'') De roeping van Ezechiël
## (''4-5'') De aankondiging van de verwoesting van Jeruzalem
## (''6-7'') De aankondiging van de verwoesting van het land Israël
# (''8-11'') ''De heerlijkheid van God verlaat de tempel om de afgoderij''
## (''8'') De afgoderij in de tempel
## (''9'') Oordeel over de inwoners van Jeruzalem
## (''10'') De heerlijkheid van God verlaat de tempel
## (''11:1-13'') Jeruzalem, een pot
## (''11:14-25'') Het heiligdom van de weggevoerden.
# (''12-24'') ''Israëls weg naar de ondergang''
## (12:1-20) Twee handelingen van Ezechiël ten teken voor Israël
## (''12:21-14:11'') Het einde van de valse profeten
## (''14:12-23'') De verschoning van de rechtvaardigen
## (''15'') De gelijkenis van de wijnstok
## (''16'') De gelijkenis van de geschiedenis van Jeruzalem
## (''17'') De gelijkenis van de twee adelaars
## (''18'') De persoonlijke verantwoordelijkheid
## (''19'') Het klaaglied over de vorsten van Israël
## (''20'') Het geschiedenis van Israëls ontrouw
## (''21'') Gods zwaard over Israël
## (''22'') Jeruzalems schuld
## (''23'') De gelijkenis van de twee ontrouwe zussen
## (''24'') De twee tekenen van Jeruzalems einde
 
'''Deel II (''25-32'') Het gericht over de naburige naties.'''
Hfdst. 8 - 19  In het zesde jaar verdere profetieën over de gerichten.
 
'''Deel III (''33-38'') Israëls herstel.'''
Hfdst. 20 - 24  In het zevende jaar: weer aankondigingen van oordelen over het volk.
 
=== Derde indeling ===
Hfdst. 25 - 32  Aankondiging van strenge oordelen over de omliggende volken, die de Joden onderdrukten.
EenWeer een '''andere indeling'''<ref>Indeling ontleend aan: H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over ...?'', deel 3 (Oostburg: W.J Pieters, z.j.), blz. 64. </ref> is: 
 
Hfdst.# (''1 - 3 : 21'')  Inleiding en roeping van de profeet.
Hfdst. 33 - 39  Beloften worden in het vooruitzicht gesteld van de eenheid van het gehele volk Israël, dus van de twee en tien stammen.
Hfdst.# (''3: 22 - 7'')  In het vijfde jaar van de gevangenschap van Jojachin: aankondiging van strafgerichten over de Joden.
 
Hfdst.# (''8 - 19'')  In het zesde jaar verdere profetieën over de gerichten.
Hfdst. 40 - 48  Profetieën over het herstel van het koninkrijk onder de regering van de beloofde Messias, d.i. Christus, over de nieuwe tempel, zijn opbouw, zijn dienaren, zijn eredienst, en een beschrijving van het heilige land en de legering van de twaalf stammen. 
Hfdst.# (''20 - 24'')  In het zevende jaar: weer aankondigingen van oordelen over het volk.
Hfdst.# (''25 - 32'')  Aankondiging van strenge oordelen over de omliggende volken, die de Joden onderdrukten.
Hfdst.# (''33 - 39'')  Beloften worden in het vooruitzicht gesteld van de eenheid van het gehele volk Israël, dus van de twee en tien stammen.
Hfdst.# (''40 - 48'')  Profetieën over het herstel van het koninkrijk onder de regering van de beloofde Messias, d.i. Christus, over de nieuwe tempel, zijn opbouw, zijn dienaren, zijn eredienst, en een beschrijving van het heilige land en de legering van de twaalf stammen. 
 
== Inhoud ==
Regel 128 ⟶ 161:
e) het dagelijks te brengen brand- en spijsoffer (Eze. 46:13-15 ).
 
Opvallend is dat er in de beschrijving van de offerdienst alleen van een dagelijks morgenoffer sprake is, niet meer van een avondoffer. Elke morgen moet een brandoffer gebracht worden. <blockquote>''Eze 46:13 Verder moet u elke dag een lam van een jaar oud zonder enig gebrek als brandoffer bereiden voor de HEERE. Elke morgen moet u dat bereiden. Eze 46:14 Dan moet u daarop een graanoffer doen, elke morgen een zesde efa en een derde hin olie om de meelbloem vochtig te maken. Het is een graanoffer voor de HEERE, het zijn eeuwige verordeningen, voortdurend. Eze 46:15 Zij moeten het lam, het graanoffer en de olie elke morgen als voortdurend brandoffer bereiden. ''(HSV)</blockquote>
 
''Eze 46:13 Verder moet u elke dag een lam van een jaar oud zonder enig gebrek als brandoffer bereiden voor de HEERE. Elke morgen moet u dat bereiden. Eze 46:14 Dan moet u daarop een graanoffer doen, elke morgen een zesde efa en een derde hin olie om de meelbloem vochtig te maken. Het is een graanoffer voor de HEERE, het zijn eeuwige verordeningen, voortdurend. Eze 46:15 Zij moeten het lam, het graanoffer en de olie elke morgen als voortdurend brandoffer bereiden. ''(HSV)
 
Het lichaam van de Heer Jezus werd gekruisigd ten tijde van het morgenoffer. Hij gaf zijn geest over ten tijde van het avondoffer. 
Regel 160 ⟶ 191:
 
== Commentaar ==
{{Bijbelboekhoofdstukken|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboek=Ezechiël}}
{{Ezechiël hoofdstukken}}
 
== Meer informatie ==
Arno C. Gaebelein, ''De Profeet Ezechiël''. Doorn: Het Zoeklicht, 2003. Pagina's: 339.