Farizeeën: verschil tussen versies

23 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 4:
 
'''Wetsgetrouw.''' Kennis en naleving van de wet waren hoofdzaak voor hen.  <blockquote>''Joh 7:45 De dienaars dan kwamen tot de overpriesters en farizeeen, en die zeiden tot hen: Waarom hebt u Hem niet meegebracht? Joh 7:46 De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens zo gesproken als deze mens spreekt. Joh 7:47 De farizeeen dan antwoordden hun: Bent u soms ook misleid? Joh 7:48 Heeft soms iemand van de oversten in Hem geloofd, of van de farizeeen? Joh 7:49 Maar <u>deze menigte</u> <u>die de wet niet kent</u>, is vervloekt! Joh 7:50 Nicodemus, die vroeger ‘s nachts naar Hem toe was gekomen, die een van hen was, zei tot hen: Joh 7:51 Veroordeelt onze wet soms de mens, tenzij zij eerst van hem hoort en weet wat hij doet? (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 2:23 En het gebeurde dat Hij op de sabbat door de korenvelden ging, en zijn discipelen begonnen onder het lopen de aren te plukken. Mr 2:24 En de farizeeen zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbat wat niet geoorloofd is?''</blockquote>Saulus van Tarsus was, voordat hij tot bekering kwam, wat zijn verhouding tot de wet betreft een farizeeer:<blockquote>''Flp 3:6 een Hebreeer uit de Hebreeen; wat de wet betreft een farizeeer; wat de ijver betreft een vervolger van de gemeente; wat de gerechtigheid betreft die in de wet is, onberispelijk.''</blockquote>'''Toevoegingen.''' De farizeeën waren niet alleen gericht op het houden van de wet van Mozes, maar leefden ook geboden na die daaraan waren toegevoegd en zij voegden zelf nieuwe geboden toe. Al sinds de ballingschap werkten de Joden nieuwe geboden uit voor nieuwe omstandigheden. Deze regels vormden 'de overlevering van de ouden'.<blockquote>''Mt 15:1 Toen kwamen er tot Jezus farizeeen en schriftgeleerden uit Jeruzalem en zeiden: Mt 15:2 Waarom overtreden uw discipelen de overlevering van de ouden? Mt 15:3 Want zij wassen hun handen niet, wanneer zij brood eten.'' </blockquote>De toevoeging van menselijke geboden was niet zonder gevolgen. Deze geboden van mensen maakten bij de Farizeeen bijbelse geboden krachteloos. <blockquote>''Mt 15:1 Toen kwamen er tot Jezus farizeeen en schriftgeleerden uit Jeruzalem en zeiden: Mt 15:2 Waarom overtreden uw discipelen de overlevering van de ouden? Mt 15:3 Want zij wassen hun handen niet, wanneer zij brood eten. Hij echter antwoordde en zei tot hen: Waarom overtreedt ook u het gebod van God ter wille van uw overlevering? Mt 15:4 Want God heeft gezegd: ‘Eer uw vader en moeder’ en: ‘Wie vader of moeder vloekt, moet de dood sterven’. Mt 15:5 Maar u zegt: ‘Wie tot zijn vader of moeder zegt: Het is een gave, wat u ook van mij ten nutte zou kunnen komen’, -die zal zijn vader of zijn moeder geenszins eren. Mt 15:6 En u hebt zo het woord van God krachteloos gemaakt ter wille van uw overlevering. Mt 15:7 Huichelaars, treffend heeft Jesaja over u aldus geprofeteerd: Mt 15:8 ‘Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij vandaan; Mt 15:9 en tevergeefs vereren zij Mij, door leringen te leren die geboden van mensen zijn’.''</blockquote>Bovendien verzwaarden ze de godsdienstplichten, ze belasten de mensen met 'zware lasten' (woorden van de Heer Jezus):<blockquote>''Mt 23:1 Toen sprak Jezus tot de menigten en tot zijn discipelen Mt 23:2 en zei: De schriftgeleerden en de farizeeen zijn gaan zitten op de stoel van Mozes. Mt 23:3 Alles dan wat zij u ook zeggen, doet en bewaart dat, maar doet niet naar hun werken; want zij zeggen en doen niet. Mt 23:4 <u>Zij nu binden zware [en moeilijk te dragen] lasten en leggen ze op de schouders van de mensen</u>; maar zijzelf willen ze met hun vinger niet verroeren. (TELOS)''</blockquote>'''Rechtzinnig.''' In tegenstelling tot de vrijzinnige Sadduceeën waren de Farizeeën rechtzinnig in de leer. Ze hielden vast aan het geloof in de opstanding van de doden. Deze hoop had Saulus van Tarsus als Farizeeër en na zijn bekering tot Jezus Christus had deze hoop rijker inhoud gekregen.<blockquote>''Hnd 23:6 Daar nu Paulus wist dat het ene deel uit sadduceeën en het andere uit farizeeën bestond, riep hij in de Raad: Mannen broeders, ik ben een farizeeër, een zoon van farizeeën; over <u>de hoop en de opstanding van de doden</u> sta ik terecht.''</blockquote>Hoewel orthodox in de leer dachten zij zeer lichtvaardig over echtscheiding. De Heer Jezus corrigeerde hun opvatting in dezen:<blockquote>''Lu 16:14 Dit alles nu hoorden ook de farizeeën, ... Lu 16:15 En Hij zei tot hen: (...) Lu 16:17 Nu is het gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel van de wet vervalt. Lu 16:18 Ieder die zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel; en wie met een door haar man verstotene trouwt, pleegt overspel.''</blockquote>'''Vasten'''. De Farizeeën stonden er ook om bekend dat zij vasten. <blockquote>''Mt 9:14 Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem en zeiden: Waarom vasten wij en de farizeeën, maar uw discipelen vasten niet? (TELOS)''</blockquote>'''Afzondering'''. De Farizeeën - letterlijk ''afgescheidenen -'' waren afgescheiden van het gewone volk dat de wet onvoldoende kende en naleefde. Het was hun dan ook onbetamelijk met zondaars te eten. <blockquote>''Mt 9:10 En het gebeurde dat Hij in het huis aanlag, en zie, vele tollenaars en zondaars kwamen en lagen mee aan met Jezus en zijn discipelen. Mt 9:11 En toen de farizeeen het zagen, zeiden zij tot zijn discipelen: Waarom eet uw meester met de tollenaars en zondaars? Mt 9:12 Toen Hij nu dit hoorde, zei Hij tot hen: Zij die gezond zijn, hebben geen arts nodig, maar zij die ziek zijn. Mt 9:13 Gaat dan heen en leert wat het is: ‘Barmhartigheid wil Ik en geen offer’; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. (TELOS)''</blockquote>'''Aanzien.''' De Farizeeën waren in aanzien bij het volk.<blockquote>''Lu 16:15 En Hij zei tot hen: U bent het die u rechtvaardig voordoet voor de mensen, maar God kent uw harten; want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God.''</blockquote>
[[Bestand:Duccio di Buoninsegna - Christ Accused by the Pharisees (detail) - WGA06802.jpg|links|miniatuur|394x394px|Afbeelding: Christus beschuldigd door Farizeeën. Schilderij van Duccio_di_buoninsegnaDuccio di Buoninsegna (ca. 1255 - 1318/1319)]]
'''Joodse Raad.''' De Joodse Raad, die godsdienstige aanlegenheden behartigde, bestond voor een belangrijk deel uit Farizeeen.<blockquote>''Hnd 23:6 Daar nu Paulus wist dat het ene deel uit sadduceeen en het andere uit farizeeen bestond, riep hij in de Raad: Mannen broeders, ik ben een farizeeer, een zoon van farizeeen; over de hoop en de opstanding van de doden sta ik terecht.''</blockquote>