Filippenzenbrief: verschil tussen versies

92 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
* zijn eigen lijden voor Christus is een geschenk van Godswege (Fillip 1:29)
* Paulus ervaart dankzij de Filippiers ontferming, liefde, vertroosting, gemeenschap van Geest, blijdschap (2:1-2)
* Hij verwacht vrij te komen uit gevangenschap, 1:19; 1:25v24v
 
== Filippi ==
Regel 30:
Blijkbaar bestond er een bijzondere vriendschapsband tussen deze gemeente en Paulus, wat onderstreept wordt door de hartelijke toon in de brief.
 
De gelovige Filippenzen hadden "gemeenschap met het evangelie van de eerste dag af tot nu toe" (1:3). Ze waren op een of andere wijze betrokken bij zijn gevangenschap (1:7), de verdediging van het evangelie (1:7, 16) en de bevestiging van het evangelie (1:7). Ze hebbenhadden Paulus in hun hart (1:7). Ze hadden liefde (1:8). enZe leden lijdenechter van de kant van tegenstanders, ze ondervinden strijd (Fillip 1:28v). De gemeente in Filippi valt op door haar vrijgevigheid.
 
Uit de brief maken we op dat de heiligen daar nodig hadden of te streven hadden naar: 
* nog meer liefde (1:9). 
* practisch zuiver en onberispelijk te zijn tegen de dag van Christus (1:10), waardig het evangelie te wandelen (1:27), vervuld met de vrucht van de gerechtigheid (1:11), tot lof en heerlijkheid van God (1:11). 
* juiste keuzen kunnen maken (1:10)., Ditopdat isze eenzuiver middelen totonberispelijk hetzijn doeltegen zuiverheidde dag van Christus (1:10).
* meer kennis en inzicht (1:9). DitDie iszijn een middel omnodig juiste keuzen te kunnen maken.
* bemoediging in verband met Paulus’ gevangenschap (1:12)
* kennis van de gunstige gevolgen van Paulus’ gevangeschap: bevordering van het evangelie (1:12v)
Regel 50:
Paulus was gevangen te Rome; de gemeente zond Epafroditus met een schrijven en geld (4 :10 v.). Bij zijn terugkeer naar Filippi gaf de apostel hem deze brief mee (2 :25), waarin hij zijn hartelijke dank uitspreekt.
 
De brief wordt gekenmerkt door het woord: "blijdschap". Paulus en [[Silas]] hadden hun in de donkerste uren bewezen, dat een gelovige altijd gelukkig en verblijd kan zijn. In elk hoofdstuk vinden we de woorden "blijdschap" of "verblijden" terug, 1:4;, 18;, 25 en -26.; 2;: 17 en -18.; 3:1.; 4:1;, 4 en, 10.
 
De brief is een prachtige verhandeling over de christelijke levenswandel.