Gemeente: verschil tussen versies

3 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 23:
 
== De gemeente en Israël ==
De gemeente van Jezus Christus, die Hij aankondigde te zullen bouwen, is niet gelijk aan het volk Israël noch aan de vergadering der Oudtestamentische heiligen. De gemeente is de bruid van Christus, de Oudtestamentische heiligen (Abraham, Mozes, David, Salomo, Elia, Daniel, enz.) zijn de vrienden of de bruiloftsgasten. De grote profeet Johannes de Doper beschouwde zich niet als behorend tot de bruid, maar als een vriend van de bruidegom.<blockquote>''Joh 3:29 Hij die de bruid heeft, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, die daarbij staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de bruidegom. Deze blijdschap van mij dan is vervuld geworden.''</blockquote>De geringste in de gemeente ontvangt een plaats en heerlijkheid die groter is dan die van Johannes de Doper.<blockquote>''Mt 11:11 Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; maar de geringste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij.''</blockquote>Hoewel de Oudtestamentische gelovigen geen deel van de gemeente van Christus zijn, worden ze met de Nieuwtestamentische ontslapenen opgewekt wanneer de gemeente wordt weggenomen van de aarde en zullen ze met Christus regeren vanuit de hemel. De tronen van de 24 oudsten zijn 2 x 12: 12 vertegenwoordigen de Nieuwtestamentische heiligen en 12 de Oudtestamenische heiligen.<blockquote>''Opb 4:4 En rondom den troon waren vier en twintig tronen; en op de tronen zag ik de vier en twintig ouderlingen zittende, bekleed met witte klederen, en zij hadden gouden kronen op hun hoofden.''</blockquote><blockquote>''Opb 11:16 En de vier en twintig ouderlingen, die voor God zitten op hun tronen, vielen [neder] op hun aangezichten, en aanbaden God,''</blockquote>De gemeente wordt in Openbaring voorgesteld als een stad met twaalf fundamenten. Deze fundamenten zijn voorzien van namen, niet van de twaalf stammen van Israël noch van Oudtestamentische heiligen, maar van de twaalf apostelen van de Heer Jezus.<blockquote>''Opb 21:14 En de muur van de stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.''</blockquote>De gemeente is uitverkoren van vóór de grondlegging van de wereld, dit geldt niet voor Israël.<blockquote>''Efe 1:4 zoals Hij ons in Hem heeft uitverkoren voor de grondlegging van de wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Hem in de liefde,''</blockquote>De heiligen die die op aarde zullen zijn als de Heer Jezus met Zijn gemeente in heerlijkhed verschijnt, zullen het koninkrijk beërven dat hen bereid is van de grondlegging der wereld af (in onderscheid met: van vóór de grondlegging van de wereld):<blockquote>''Mt 25:34 Dan zal de koning zeggen tot hen die aan zijn rechterhand zijn: Komt, gezegenden van mijn Vader, beerft het koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging van de wereld af; ''</blockquote><blockquote>''Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is.''</blockquote><blockquote>''Opb 17:8 Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en zij die op de aarde wonen, van wie de naam van de grondlegging van de wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn.''</blockquote>'''Plaats van bestemming'''. De plaats van bestemming van gemeente is de hemel. Daar is het huis van de Vader. Daarboven is haar 'vaderland', haar 'beloofde land'. Daar hoort zij en daar is zij thuis. De landbelofte aan Israël is aards: een stukje van deze aarde. Beide de belofte aan de Gemeente en de belofte een Israel zijn onvoorwaardelijk.  
 
=== Plaats van bestemming ===
De plaats van bestemming van gemeente is de hemel. Daar is het huis van de Vader. Daarboven is haar 'vaderland', haar 'beloofde land'. Daar hoort zij en daar is zij thuis. De landbelofte aan Israël is aards: een stukje van deze aarde. Beide de belofte aan de Gemeente en de belofte een Israel zijn onvoorwaardelijk.  
 
'''Zegen'''. De zegen voor de gemeente is geestelijk en hemels, de zegen voor Israël is aards. De gemeente is gezegend met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten:<blockquote>''Efe 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten in Christus,''</blockquote>Het volk Israël werden aardse zegeningen in het vooruitzicht gesteld:<blockquote>''De 28:1 En het zal geschieden, indien gij der stem des HEEREN, uws Gods, vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, zo zal de HEERE, uw God, u hoog zetten boven alle volken der aarde. De 28:2 En al deze zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods, zult gehoorzaam zijn. De 28:3 Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld. De 28:4 Gezegend zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, en de vrucht uwer beesten, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee. De 28:5 Gezegend zal zijn uw korf, en uw baktrog. De 28:6 Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan. De 28:7 De HEERE zal geven uw vijanden, die tegen u opstaan, geslagen voor uw aangezicht; door een weg zullen zij tot u uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht vlieden. De 28:8 De HEERE zal den zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren, en in alles, waaraan gij uw hand slaat; en Hij zal u zegenen in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal. De 28:9 De HEERE zal u Zichzelven tot een heilig volk bevestigen, gelijk als Hij u gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN, uws Gods, zult houden, en in Zijn wegen wandelen. De 28:10 En alle volken der aarde zullen zien, dat de Naam des HEEREN over u genoemd is, en zij zullen voor u vrezen. De 28:11 En de HEERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands; op het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven. De 28:12 De HEERE zal u opendoen Zijn goeden schat, den hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, en om te zegenen al het werk uwer hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet ontlenen. De 28:13 En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, en gij zult alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede te houden en te doen; (SV)''</blockquote>