Genesis/Hoofdstuk 2: verschil tussen versies

4.358 bytes toegevoegd ,  9 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 39:
== Gen. 2:7 ==
Ge 2:7  En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel. (SV)
'''Uit het stof der aarde.''' Daarom zegt God dat wij stof zijn en tot stof zullen terugkeren. <blockquote>''Ge 3:19  In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.'' (HSV) </blockquote>'''Alzo werd mens tot een levende ziel.''' De mens is een ziel.
Wij krijgen hiermee extra informatie over de schepping van de mens. De eerste mens is geformeerd uit het stof der aarde. Daarna werd hij levend gemaakt door de goddelijke levensadem. De [[evolutietheorie]] over het ontstaan van de mens uit het dier is dus onjuist.
 
Wij krijgen hiermee extra informatie over de schepping van de mens. De eerste mens is geformeerd uit het stof der aarde. Daarna werd hij levend gemaakt door de goddelijke levensadem. De [[evolutietheorie]] over het ontstaan van de mens uit het dier is dus onjuist.
'''Alzo werd mens tot een levende ziel.''' De mens is een ziel.
 
== Gen. 2:8 ==
Ge 2:8  Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar den mens, dien Hij geformeerd had. (SV)
'''Ook had de HEERE God een hof geplant.''' Dat moet een bijzondere plaats zijn geweest, die God liefelijk en mooi tooide, een lusthof die ook 'Paradijs' zou worden genoemd. Er is thans (en misschien ook reeds toentertijd) een hemelse paradijs van God, zie [[Paradijs]].
 
Ook in de toekomst zal God bomen planten:
 
''Jes 41:19  Ik zal in de woestijn den cederboom, den sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen boom zetten; Ik zal in de wildernis stellen den denneboom, den beuk, en den busboom te gelijk; (SV)''
 
'''In Eden.''' Waarschijnlijk in het Armeense hoogland, zie [[Eden (landstreek)]]
Regel 164 ⟶ 168:
'''Zo bracht Hij die tot Adam.''' God kan de gang van de velddieren en de vlucht van de vogels besturen, hen leiden. Kort hierna zou God de geformeerde vrouw tot Adam brengen. God zou eeuwen later de dieren brengen naar de ark van Noach.
 
'''Hoe zij ze noemen zou.''' Adam kon dus namen bedenken en spreken. DeHij laatstedacht Adam,na onzeover Heiland,naam zaldie ookhij (nieuwe)gaf, namendat geven.blijkt Deuit overwinnaarsde innaamgeving devan gemeentezijn tevrouw [[Pergamus]](vers zullen23), vandie hemhij eennoemt nieuwenaar naamhaar ontvangenoorsprong.
 
De laatste Adam, onze Heiland, zal ook (nieuwe) namen geven. De overwinnaars in de gemeente te [[Pergamus]] zullen van hem een nieuwe naam ontvangen.
 
''Opb 2:17  ... Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op de steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan hij die hem ontvangt. (Telos)''
Regel 173 ⟶ 179:
 
Zie [[Naam]] voor het hoofdartikel over naam, noemen.
 
== Gen. 2:20 ==
Ge 2:20  Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; maar voor den mens vond hij geen hulpe, die als tegen hem over ware. (SV)
'''Vond hij geen hulpe, die als tegen hem over ware.''' Zie ook Gen. 2:18. 'Vinden' sluit in dat hij zocht, dat hij uitzag naar iemand die bij hem pastte en hem kon helpen. Het voornemen van God in vers 18 sluit aan op de behoefte van Adam, door het 'vond hij geen hulpe' aangeduid, om een hulpe te hebben.
 
Dat wij de Laatste Adam, onze Heer en Bruidegom, ten dienste zijn!
 
== Gen. 2:21 ==
Ge 2:21  Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot de plaats ervan toe met vlees. (CP<ref name=":0" />)
'''Een diepe slaap.''' Alsof Adam onder narcose wordt gebracht.
 
'''Hij nam een van zijn ribben.''' Gods 'chirurgische' ingreep had geen gevolgen voor Adams mannelijk nageslacht, omdat zijn DNA niet werd gewijzigd.
 
Om een rib te nemen moest God een opening maken in het lichaam van Adam. De gemeente wordt uit Christus gebouwd. Vergelijk
 
''Joh 19:34  Maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een speer en terstond kwam er bloed en water uit. (Telos)''
 
In dit vers uit het evangelie naar Johannes zien wij beide feiten van Gen. 2:21: 1) de slaap des doods, waarvan het uitkomen van bloed en water getuigt, 2) het maken van een opening ter plaatse van de ribben.
 
== Gen. 2:22 ==
Ge 2:22  En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. (SV)
'''De HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw.''' God had Adam "geformeerd uit het stof der aarde" (vers 7). De vrouw nu is uit de man geformeerd, zij is 'uit de man genomen' (vers 23). Adam wist dat (vers 23). De vrouw is uit en om de man geschapen. De eerste man was uit de aarde, de tweede en volgende mannen zijn echter door de vrouw, die hen ontvangen, gedragen, gebaard en uit haar lichaam gevoed heeft.
 
''1Co 11:8  Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man;  1Co 11:9  want de man is ook niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. 1Co 11:12  Want zoals de vrouw uit de man is, zo is ook de man door de vrouw; maar alle dingen zijn uit God. (Telos)''
[[Bestand:Man Made in the Image of God (crop).jpg|miniatuur|407x407px|Adam en Eva in de hof van Eden.]]
Opvallend in ons vers is het woord 'bouwde'. Het is misschien een zinspeling op de latere bouw van de gemeente van Christus, die het bouwwerk van God is en die als een vrouw aan Christus wordt gegeven. Zie hierover [[Bouwen]].
 
'''Hij bracht ze tot Adam.''' God bracht de dieren tot de mens (vers 19), waaronder Adam echter geen gelijke vond. Nu brengt God een gelijke tot hem. [[Eliëzer]], de knecht van [[Abraham]] en een type van de [[Heilige Geest]], bracht [[Rebekka]] tot [[Izak]].
 
Een vrouw is 'een goede zaak' (Spr. 19:22).
 
''Spr 18:22 Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE. (SV)''
 
Adam echter ''vond'' geen vrouw, hij ''ontving'' een vrouw.
 
''Spr 19:14  Huis en goed is een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEER. (CP<ref name=":0" />)''
 
== Gen. 2:23 ==
Ge 2:23  Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. (CP<ref name=":0" />)
'''Deze is ditmaal enz.''' Feest der herkenning. Adam is verrukt. Heeft hij de dieren een naam gegeven, nu geeft hij een naam aan de vrouw. Haar naam is naar haar oorsprong uit de hemzelf.
 
== Voetnoot ==
<references />