Genesis/Hoofdstuk 3: verschil tussen versies

1.258 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 225:
''Jes 11:8  Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. (HSV)''
 
'''U de kop morzelen.''' Wie een slang bij de kop vat, kan hem beheersen<ref>Zie [[Slang]] en de video daar, waarin een man een grote slang bedwingt door hem bij de kop te grijpen en vast te houden. </ref>. Wie haar kop ''vermorzelt'', vernietigt haar. Zij is volkomen uitgeschakeld. Dood.
 
Een voorafbeelding vinden wij in het voorval van [[Goliath]] en [[David]]. David trof de reis met een steen in zijn voorhoofd en daarna onthoofde hij hem met diens eigen zwaard.
Het zaad van de slang bij uitnemendheid, de Wetteloze (2 Thess. 2:8), zal de Heer Jezus vernietigen zijn komst.
 
''1Sa 17:49 En David stak zijn hand in de tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof den Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde.'' ''1Sa 17:50 Alzo overweldigde David den Filistijn met een slinger en met een steen; en hij versloeg den Filistijn, en doodde hem; doch David had geen zwaard in de hand. 1Sa 17:51 Daarom liep David, en stond op den Filistijn, en nam zijn zwaard, en hij trok het uit zijn schede, en hij doodde hem, en hij hieuw hem het hoofd daarmede af. Toen de Filistijnen zagen, dat hun geweldigste dood was, zo vluchtten zij.'' ''(SV)''
 
''Heb 2:14  Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, opdat Hij door de dood te niet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duivel, (Telos)''
 
Het zaad van de slang bij uitnemendheid, de Wetteloze (2 Thess. 2:8), zal de Heer Jezus vernietigen bij zijn komst.
 
''2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst;'' (Telos)
Regel 235 ⟶ 241:
Wat de slang onderging en zal (als duivel) ondergaan, is in zekere vorm en mate ook de Heiland overkomen.
 
* De slang zou over de aarde kruipen. Jezus verliet de hoogte van de hemel om in een nederige gestalte beneden op de aarde te gaan. In de hof van Gethsémané, met het oog op de straf die hem wachtte, 'viel' Jezus 'op de aarde' (Mark. 14:35), om ernstig tot God te bidden.
* De kop van de slang zou vermorzeld worden. Het hoofd van de Heer Jezus werd niet vermorzeld, maar wel geslagen door mensen: een van de dienaars van de hogepriester gaf hem 'een slag in het gezicht' (Joh. 18:22); Romeinse soldaten sloegen hem met een rietstok op het hoofd (Matth. 27:3; Mark. 15:19) en gaven hem slagen in het gezicht (Joh. 19:6) en drukten een kroon van doornen op zijn hoofd. HijJezus werd wel 'om onze ongerechtigheden ''verbrijzeld''<nowiki/>' (Jes. 53:5)., cursivering toegevoegd).
* De slang verloor tot straf zijn poten. De voeten en handen van de Heiland werden doorboord.
*Het oordeel over de slang (de duivel), de oorsprong van de zonde, is een oordeel over de zonde. Jezus, voorafgebeeld door een verhoogde slang, hing (plaatsvervangend) als een boosdoener aan het kruis, verhoogd en en geoordeeld.