Genesis/Hoofdstuk 7: verschil tussen versies

495 bytes toegevoegd ,  5 maanden geleden
k
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 29:
== Gen. 7:2-3 ==
Ge 7:2  Van alle rein vee zult gij tot u nemen zeven [en] zeven, het mannetje en zijn wijfje; maar van het vee, dat niet rein is, twee, het mannetje en zijn wijfje.  Ge 7:3  Ook van het gevogelte des hemels zeven [en] zeven, het mannetje en het wijfje, om zaad levend te houden op de ganse aarde. (SV)
'''Zeven [en] zeven.''' EerderZeven noemdepaartjes. GodHet tweepaarsgewijs paartjeskomen vanis elkal dierin 6:20 aangegeven.
 
''Ge 6:20  Van het gevogelte naar zijn aard, en van het vee naar zijn aard, van al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard, twee van elk zullen tot u komen, om [die] in het leven te behouden.'' (SV)
 
Nu wordt een hoger getal bepaald voor het ''reine'' vee en het gevogelte ''van de hemel''. Betekent dit dat van ''niet-vliegende'' [[Vogel|vogels]] twee paartjes mee moesten?
 
'''Van het gevogelte des hemels.''' Waarschijnlijk van 'al het rein gevogelte' ook zeven paartjes per soort. Van de reine vogels nam Noach na de zondvloed om aan God te offeren.
Regel 48 ⟶ 46:
Ge 7:9  kwamen er twee [aan] twee naar Noach in de ark, mannelijk en vrouwelijk, zoals God aan Noach geboden had. (SV)
'''Twee [aan] twee.''' Paarsgewijze. Van de reine dieren (2) en de vogels (3) kwamen zeven paren.
 
'''Zoals God aan Noach geboden had.''' In vs. 1, 5 staat 'Jahweh' (de HEERE), hier en in vs. 16 staat 'God'. Jahweh is de naam van Israëls verbondsgod, die offers aanneemt. 'God' verwijst naar de Schepper en Onderhouder van de dieren.<ref>Over dit verschil in dit tekstverband, zie J.N. Voorhoeve, ''Onvereffenbare tegenstrijdigheden des Bijbels?'' 's-(Gravenhage: J.N. Voorhoeve, 2e druk, 1907), blz. 11-12.</ref>
 
== Gen. 7:13 ==
Regel 55:
== Gen. 7:16 ==
Ge 7:16  En die er kwamen, die kwamen mannetje en wijfje, van alle vlees, gelijk als hem God bevolen had. En de HEERE sloot achter hem toe. (SV)
'''God ... En de HEERE.''' Twee verschillende aanduidingen; zie vs. 9.
 
'''De HEERE sloot achter hem toe.''' Verscheen Jahweh om de deur te sluiten, of hoorde Noach slechts het afsluiten van de deur?
 
Regel 69 ⟶ 71:
 
''Ge 8:2  Ook werden de fonteinen des afgronds, en de sluizen des hemels gesloten, en de plasregen van den hemel werd opgehouden. Ge 8:3  Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.'' (SV)
[[Bestand:Ark van Noach op het water - Jan van 't Hoff.jpg|geen|miniatuur|773x773px|'De Ark op het water'. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
 
== VoetnootVoetnoten ==