Gezag: verschil tussen versies

De dienstknechten van de Heer mogen niet gezag voeren zoals de oversten van de volken doen. Hun gezag berust vaak op macht, uitwendige grootheid, aanzienlijke geboorte. <blockquote>''Mt 20:21 Hij nu zei tot haar: Wat wilt u? Zij zei tot Hem: Zeg, dat deze twee zonen van mij mogen zitten, een aan uw rechterhand en een aan uw linkerhand in uw koninkrijk. (...) Mt 20:25 Jezus nu riep hen bij Zich en zei: U weet, dat de oversten van de volken over hen heersen en de groten gezag over hen voeren. Mt 20:26 Zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienstknecht zijn, Mt 20:27 en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; Mt 20:28 zoals de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven tot een losprijs voor velen.'' (TELOS)</blockquote>Een werker in de Heer kan gezag hebben. De Heerleerling hadvan gezagJezus aanzij de apostel Paulus gegeven:<blockquote>''2Co 10:8 Want ook als ik iets overvloediger zal roemen over <u>ons gezag dat de Heer gegeven heeft</u> omgericht op tedienst bouwen en niet om u af te breken, ik zal niet beschaamd worden;'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''2Co 13:10 Daarom schrijf ik u dit in mijn afwezigheid, opdat ik in mijn aanwezigheid niet streng hoef te handelen, volgens <u>het gezag dat de Heer mij heeft gegeven</u> om op te bouwen en niet om af te breken.'' (TELOS)</blockquote>Paulus maakte duidelijk dat het hem verleende gezag ergens toe diende: om op teaan bouwenanderen.