Gezag: verschil tussen versies

6.868 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Gezag''' is eigenlijk de macht en het recht om te bevelen<ref>''Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen'' (1908) s.v. Gezag — gebied — macht — bevel.</ref>. Gezag heeft iemand als anderen zich ongedwongen door hem laten gezeggen, hem vrijwillig gehoorzamen of groot gewicht aan zijn oordeel hechten. Een christen beroept zich op het gezag van Gods woord.
 
Er bestaan verschillende gezagsbetrekkingen tussen mensen: man-vrouw, moeder-kind, werkgever-werknemer, heer-slaaf, leraar-leerling, overheid-burgers, ouderlingen-gemeente, enz. In de wereld kan men zich beroepen op het ''gezag'', niet op de ''macht,'' van de wetenschap.
Gezag heeft drie betekenissen<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>:
 
''Gezag'' heeft drie betekenissen<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>:
# in een rechtsorde vastgelegde bevoegdheid om beslissingen te nemen en die zo nodig door macht te handhaven
# regering, de overheid of de lichamen en personen die haar vertegenwoordigen
# macht op grond van geestelijk overwicht. Synoniem: autoriteit.
Gezag sluit het gebruik van dwangmiddelen uit. Iemand, G, heeft gezag over X als X vrijwillig G volgt, hem gehoorzaamt.
 
De Romeinse hoofdman die de Heer Jezus in Kapernäum aansprak stond onder gezag en oefende ook zelf gezag uit: <blockquote>''Mt 8:9 Want ook ik ben een mens <u>onder gezag</u> van anderen en heb soldaten onder mij; en ik zeg tot deze: Ga, en hij gaat; en tot een ander: Kom, en hij komt; en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het. (TELOS)''</blockquote>Gezag kan voortvloeien uit en berusten op een aanzienlijke geboorte, een hoge ouderdom, rijkdom, waardigheid, verdiensten of ambtsbetrekking, waardoor in anderen ontzag, gehoorzaamheid, eerbied, en soms vrees verwekt worden<ref>P. Weiland en G.N. Landré, ''Woordenboek der Nederduitsche synonimen''. Derde deel O-Z ('s Gravenhage, 1825) s.v. Ontzag, gezag. </ref>.
 
De overpriesters en oudsten vroegen de Heer Jezus, die in de tempel leerde, naar zijn gezag(sgrond). <blockquote>''Mt 21:23 En toen Hij in de tempel gekomen was, kwamen, terwijl Hij leerde, de overpriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe en zeiden: Op welk gezag doet U deze dingen? En wie heeft U dit gezag gegeven? (TELOS)''</blockquote>
 
== Verwante begrippen ==
Verwantschap van zin bestaat er met de woorden ''gebied, macht'' en ''bevel''. ''Macht'' is het vermogen om iets te volbrengen of te doen geschieden en zich te doen gehoorzamen. ''Gezag'' is eigenlijk de ''macht'' en het recht om te bevelen. "''Vóór de eerste Fransche omwenteling was de koninklijke macht in Frankrijk nog even onbeperkt als in de dagen van Lodewijk XIV, maar van het koninklijk gezag was niet meer dan een schaduw overgebleven."'' "''D''e ''vaderlijke macht; het vaderlijk gezag."''
 
Alle vier woorden worden ook gebruikt in de zin van heerschappij. ''Gebied'' hecht hieraan een begrip van onbeperkte macht. "''Laat de Deugd haar luister stralen, dan huldigt alles haar gebied". Bevel'' hecht aan de gedachte van heerschappij het denkbeeld dat de oppermacht aan de bevelhebber door iemand is toevertrouwd. "''De staten droegen Michiel de Ruijter het bevel over de vloot op."''
 
Koninklijke macht en koninklijk gezag hebben beide te maken met heerschappij. Toch is het verschil aanmerkelijk. Macht kan op enkel geweld gegrond zijn; gezag moet steunen op eerbied, ontzag, van de andere zijde. "Napoleon ''bevond dat hij bij de leden van de staatsorganen niet dat gezag had, dat hen tot de slaafse uitvoerders van zijn wil had kunnen maken; doch zijn macht was reeds zo groot'', ''dat hij onbeschroomd de door hemzelf en ingevoerde grondwet kon verbreken, en zo de hem weerstrevende vergadering opheffen."'' Men beroept zich op het ''gezag'', niet op de ''macht,'' van de wetenschap.
 
== Gezag bij de volken ==
<blockquote>''Lu 22:25 Hij echter zei tot hen: De koningen van de volken heersen over hen, en zij die <u>gezag over hen voeren</u>, worden weldoeners genoemd. Lu 22:26 U echter niet aldus, maar laat de grootste onder u als de jongste zijn, en de voorganger als een die dient.'' (TELOS)</blockquote>De stadhouder Pilatus had gezag. Aan diens gezag wilden Jezus' vijanden hem overleveren.<blockquote>''Lu 20:20 En om op Hem te letten zonden zij spionnen uit, die zich voordeden alsof zij rechtvaardig waren, om Hem op een woord te vatten, ten einde Hem aan de overheid en <u>het gezag van de stadhouder</u> over te leveren. (TELOS)''</blockquote>Een voorbeeld hebben wij in het [[Beest uit de zee]], het [[Beest uit de aarde]] en de toekomstige tien koningen, die tijdelijk gezag ontvangen. De Draak (= satan) zal gezag aan het beest geven.<blockquote>''Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En <u>de draak gaf hem</u> zijn macht en zijn troon en <u>groot gezag</u>.'' ''Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat <u>hij het gezag aan het beest had gegeven</u>, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 13:12 En het oefent al het <u>gezag</u> van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 17:12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur <u>gezag als koningen</u> ontvangen met het beest. Opb 17:13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en <u>gezag aan het beest</u>. (TELOS)''</blockquote>
 
== Gezag van de Heer Jezus ==
Regel 11 ⟶ 27:
 
== Gezag van zijn dienstknechten ==
De dienstknechten van de Heer mogen niet gezag voeren zoals de oversten van de volken doen. Hun gezag berust vaak op macht, uitwendige grootheid, aanzienlijke geboorte. <blockquote>''Mt 20:21 Hij nu zei tot haar: Wat wilt u? Zij zei tot Hem: Zeg, dat deze twee zonen van mij mogen zitten, een aan uw rechterhand en een aan uw linkerhand in uw koninkrijk. (...) Mt 20:25 Jezus nu riep hen bij Zich en zei: U weet, dat de oversten van de volken over hen heersen en de groten gezag over hen voeren. Mt 20:26 Zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienstknecht zijn, Mt 20:27 en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; Mt 20:28 zoals de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven tot een losprijs voor velen.'' (TELOS)</blockquote>De leerling van Jezus zij gericht op dienst aan anderen.
Ook een werker in de Heer kan gezag hebben. De Heer had gezag aan de apostel Paulus gegeven:<blockquote>''2Co 10:8 Want ook als ik iets overvloediger zal roemen over <u>ons gezag dat de Heer gegeven heeft</u> om op te bouwen en niet om u af te breken, ik zal niet beschaamd worden;'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''2Co 13:10 Daarom schrijf ik u dit in mijn afwezigheid, opdat ik in mijn aanwezigheid niet streng hoef te handelen, volgens <u>het gezag dat de Heer mij heeft gegeven</u> om op te bouwen en niet om af te breken.'' (TELOS)</blockquote>Paulus maakte duidelijk dat het hem verleende gezag ergens toe diende: om op te bouwen.
 
Ook eenEen werker in de Heer kan gezag hebben. De Heer had gezag aan de apostel Paulus gegeven:<blockquote>''2Co 10:8 Want ook als ik iets overvloediger zal roemen over <u>ons gezag dat de Heer gegeven heeft</u> om op te bouwen en niet om u af te breken, ik zal niet beschaamd worden;'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''2Co 13:10 Daarom schrijf ik u dit in mijn afwezigheid, opdat ik in mijn aanwezigheid niet streng hoef te handelen, volgens <u>het gezag dat de Heer mij heeft gegeven</u> om op te bouwen en niet om af te breken.'' (TELOS)</blockquote>Paulus maakte duidelijk dat het hem verleende gezag ergens toe diende: om op te bouwen.
 
Paulus schreef aan Titus:<blockquote>''Tit 2:15 Spreek dit en vermaan en stel aan de kaak met alle gezag. Laat niemand je verachten. (TELOS)''</blockquote>In zijn vrederijk de Heer Jezus aan goede slaven van hem gezag geven over steden. <blockquote>''Lu 19:17 En hij zei tot hem: Goed zo, goede slaaf; omdat je in het geringste trouw bent geweest, <u>heb gezag</u> over tien steden. (TELOS)''</blockquote>
 
== Gezag bij de volken ==
<blockquote>''Lu 22:25 Hij echter zei tot hen: De koningen van de volken heersen over hen, en zij die <u>gezag over hen voeren</u>, worden weldoeners genoemd. Lu 22:26 U echter niet aldus, maar laat de grootste onder u als de jongste zijn, en de voorganger als een die dient.'' (TELOS)</blockquote>Een voorbeeld hebben wij in het [[Beest uit de zee]], het [[Beest uit de aarde]] en de toekomstige tien koningen, die tijdelijk gezag ontvangen. De Draak (= satan) zal gezag aan het beest geven.<blockquote>''Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En <u>de draak gaf hem</u> zijn macht en zijn troon en <u>groot gezag</u>.'' ''Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat <u>hij het gezag aan het beest had gegeven</u>, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 13:12 En het oefent al het <u>gezag</u> van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 17:12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur <u>gezag als koningen</u> ontvangen met het beest. Opb 17:13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en <u>gezag aan het beest</u>. (TELOS)''</blockquote>
 
== Gezag in het huwelijk ==
De man is het hoofd van de vrouw. Hij heeft daarmee gezag over zijn vrouw. Dit betekent niet dat zij minder waard is, maar dat tussen de geslachten een verschil in plaats en rol is.
In het huwelijk hebben man en vrouw gezag over elkaars lichaam. <blockquote>''1Co 7:4 De vrouw heeft geen gezag over haar eigen lichaam, maar de man; en evenzo heeft ook de man geen gezag over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. (TELOS)''</blockquote>Dit betekent in elk geval dat de echtgenoten zich niet naar willekeur kunnen onttrekken aan de seksuele omgang.
 
In het huwelijk hebben man en vrouw gezag ''over elkaars lichaam''. <blockquote>''1Co 7:4 De vrouw heeft geen gezag over haar eigen lichaam, maar de man; en evenzo heeft ook de man geen gezag over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. (TELOS)''</blockquote>Dit betekent in elk geval dat de echtgenoten zich niet naar willekeur kunnen onttrekken aan de seksuele omgang.
 
== Misbruik van gezag ==
Misbruik van gezag is het gevolg van zonde. Het ligt niet aan de orde die door God is ingesteld.
 
== Omgaan met gezag ==
Een gezagsdrager kan misbruik van zijn gezag voorkomen ...
 
* door te zien op de Heer Jezus, die Zijn gezag ''in liefde'' uitoefent. Hij heeft de gemeente liefgehad en Zich voor haar overgegeven. Evenzo dienen de mannen, die gezag voeren over hun vrouw, hun vrouw lief te hebben (Ef. 5:25). Zo'n liefdevolle houding maakt het een vrouw gemakkelijk aan haar man onderdanig te zijn. Een zuster in Christus schreef: "''We vergeten vaak dat de opdracht aan de man veel moeilijker is dan die aan de vrouw: hij moet zijn vrouw liefhebben zoals Christus de gemeente liefheeft (Ef. 5:25). Een onmogelijke opdracht! Vrouwen, het kan ons geen moeite kosten om onderdanig te zijn aan een man die ons zó liefheeft…''"<ref>Sara-Maria Smit, [https://www.bijbelsberaadmv.nl/2022/10/27/waarom-ik-dol-ben-op-de-scheppingsorde/ Waarom ik ‘dol ben’ op de scheppingsorde], op: BijbelsBeraadMV.nl, 27 okt. 2022</ref>
* door de andere uitnemender te achten dan zichzelf (Fil. 2:3).
* door te beseffen dat ook jij ''onder gezag'' staat, van een of meer medemensen, in elk geval onder het gezag van God.
* door te beseffen dat zijn gezag verleend is door, ontvangen is van God (vgl. 1 Kor. 4:7). Zo is de gezagdragende overheid zelf onder Gods gezag geplaatst, zij is Zijn dienares.
 
Degene die onder gezag staat kan zich schikken als hij beseft ...
 
* dat gezag van God komt
* dat een gezagsdrager aan God verantwoording zal afleggen
* dat onderdanigheid de gezagsdrager helpt om zijn taak beter uit te voeren
* dat onderdanigheid de gezagsdrager gunstig kan stemmen, zelfs kan veranderen<ref>Vgl. 1 Petr. 3:1, waar de ongelovige man door de houding van zijn gelovige vrouw gewonnen kan worden.</ref>.
 
God is het hoogste gezag. We moeten God meer gehoorzamen dan mensen. Als er een conflict is tussen wat God wil en wat een gezagsdrager wil, moeten wij God gehoorzamen.
 
== Alle gezag te niet gedaan ==
Na het vrederijk zal alle gezag te niet gedaan zijn. Gods gezag alleen blijft over. <blockquote>''1Co 15:24 Daarna is het einde, wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overgeeft, wanneer Hij alle overheid en alle gezag en kracht te niet gedaan heeft. (TELOS)''</blockquote>
 
== Bronnen ==
''Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen'' (1908) s.v. Gezag — gebied — macht — bevel. De tekst hier van is verwerkt op 29 juni 2018.
 
P. Weiland en G.N. Landré, ''Woordenboek der Nederduitsche synonimen''. Tweede deel D-N ('s Gravenhage, 1825) s.v. Magt, gezag. Tekst hiervan is verwerkt op 29 juni 2018.
 
== Voetnoot ==