Gezag: verschil tussen versies

2.182 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Gezag''' is eigenlijk de macht en het recht om te bevelen<ref>''Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen'' (1908) s.v. Gezag — gebied — macht — bevel.</ref>. Gezag heeft iemand als anderen zich ongedwongen door hem laten gezeggen, hem vrijwillig gehoorzamen of groot gewicht aan zijn oordeel hechten. Een christen beroept zich op het gezag van Gods woord. In de wereld kan men zich beroepen op het ''gezag'', niet op de ''macht,'' van de wetenschap.
 
Gezag heeft drie betekenissen<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>:
Regel 6:
# macht op grond van geestelijk overwicht. Synoniem: autoriteit.
Gezag sluit het gebruik van dwangmiddelen uit. Iemand, G, heeft gezag over X als X vrijwillig G volgt, hem gehoorzaamt.
 
== Verwante begrippen ==
Verwantschap van zin bestaat er met de woorden ''gebied, macht'' en ''bevel''. ''Macht'' is het vermogen om iets te volbrengen of te doen geschieden en zich te doen gehoorzamen. ''Gezag'' is eigenlijk de ''macht'' en het recht om te bevelen. "''Vóór de eerste Fransche omwenteling was de koninklijke macht in Frankrijk nog even onbeperkt als in de dagen van Lodewijk XIV, maar van het koninklijk gezag was niet meer dan een schaduw overgebleven."'' "''D''e ''vaderlijke macht; het vaderlijk gezag."''
 
Alle vier woorden worden ook gebruikt in de zin van heerschappij. ''Gebied'' hecht hieraan een begrip van onbeperkte macht. "''Laat de Deugd haar luister stralen, dan huldigt alles haar gebied". Bevel'' hecht aan de gedachte van heerschappij het denkbeeld, dat de oppermacht aan de bevelhebber door iemand is toevertrouwd. "''De staten droegen Michiel de Ruijter het bevel over de vloot op."''
 
Koninklijke macht en koninklijk gezag hebben beide te maken met heerschappij. Toch is het verschil aanmerkelijk. Macht kan op enkel geweld gegrond zijn; gezag moet steunen op eerbied, ontzag, van de andere zijde. "Napoleon ''bevond dat hij bij de leden van de staatsorganen niet dat gezag had, dat hen tot de slaafse uitvoerders van zijn wil had kunnen maken; doch zijn macht was reeds zo groot'', ''dat hij onbeschroomd de door hemzelf en ingevoerde grondwet kon verbreken, en zo de hem weerstrevende vergadering opheffen."'' Men beroept zich op het ''gezag'', niet op de ''macht,'' van de wetenschap.
 
== Gezag van de Heer Jezus ==
Regel 23 ⟶ 30:
== Alle gezag te niet gedaan ==
Na het vrederijk zal alle gezag te niet gedaan zijn. Gods gezag alleen blijft over. <blockquote>''1Co 15:24 Daarna is het einde, wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overgeeft, wanneer Hij alle overheid en alle gezag en kracht te niet gedaan heeft. (TELOS)''</blockquote>
 
== Bron ==
''Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen'' (1908) s.v. Gezag — gebied — macht — bevel. De tekst hier van is verwerkt op 29 juni 2018.
 
P. Weiland en G.N. Landré, ''Woordenboek der Nederduitsche synonimen''. Tweede deel D-N ('s Gravenhage, 1825) s.v. Magt, gezag. Tekst hiervan is verwerkt op 29 juni 2018.
 
== Voetnoot ==