Godheid van Jezus Christus: verschil tussen versies

302 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 34:
<blockquote>''1Co 6:11  En dit waren sommigen van u; maar u bent afgewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd <u>door de naam van de Heer Jezus Christus</u> en <u>door de Geest van onze God</u>. (Telos)''</blockquote><blockquote>''2Co 3:3  u, van wie blijkt dat u <u>een brief van Christus</u> bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar <u>met de Geest van de levende God</u>, niet op stenen tafelen, maar op vlezen tafelen van de harten. (Telos)''</blockquote>
 
De Geest van Christus is de Geest van God de Vader. Wie de Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe. <blockquote>''Ro 8:9  Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad <u>Gods Geest</u> in u woont; maar als iemand <u>de Geest van Christus</u> niet heeft, die behoort Hem niet toe.'' (Telos...)</blockquote><blockquote> ''Ro 8:11  En als <u>de Geest van Hem</u> die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont. (Telos)''</blockquote>De Geest van Jezus leidt en verleent bijstand.<blockquote>''Hnd 16:7  en bij Mysie gekomen probeerden zij naar Bithynie te gaan, en <u>de Geest van Jezus</u> liet het hun niet toe. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Flp 1:19  Want ik weet, dat dit mij tot behoudenis zal strekken door uw gebed en de bijstand van <u>de Geest van Jezus Christus</u>; (Telos)''</blockquote><blockquote>''2Co 13:14  De genade van de Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. (Telos)''</blockquote>De Vader, de Zoon en de Geest zijn goddelijke personen, ze delen goddelijke eigenschappen, ze zijn onderscheiden, doch vormen een éénheid. ⇒ [[Drie-eenheid]].
 
== 'Ik ben' ==
Regel 180:
 
== Aangeroepen ==
Wij mishagen God als wij andere goden aanroepen.<blockquote>''Ri 10:13  Nochtans hebt gij Mij verlaten, en andere goden gediend; daarom zal Ik u niet meer verlossen. Ri 10:14  Gaat henen, roept tot de goden, die gij verkoren hebt; laten die u verlossen, ter tijd uwer benauwdheid. Ri 10:15  Maar de kinderen Israëls zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage! Ri 10:16  En zij deden de vreemde goden uit hun midden weg, en dienden den HEERE. Toen werd Zijn ziel verdrietig over den arbeid van Israël.'' (SV)</blockquote>We mogen daarentegen de Heer Jezus wel aanroepen.<blockquote>''Joh 14:14  Als u <u>Mij iets zult bidden</u> in mijn naam, Ik zal het doen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Hnd 7:59  En zij stenigden Stefanus, <u>die de Heer aanriep</u> en zei: Heer Jezus, ontvang mijn geest.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Hnd 9:13  Ananias echter antwoordde: Heer, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan; Hnd 9:14  en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om <u>allen die uw naam aanroepen te boeien</u>.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Co 1:2  aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen, in elke plaats, <u>die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen</u>, zowel hun als onze Heer:'' (Telos)</blockquote>De Heer Jezus is geen vreemde god, Hij deelt evenals Zijn Vader in de goddelijke natuur. Dit komt in de volgende passage naar voren. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Romeinen 10|VersNummer=12}}{{Romeinen 10:13}}{{Romeinen 10:14}} (Telos) </blockquote>Het aanroepen van de Heer Jezus (vers 12) staat gelijk aan het aanroepen van de naam van Jahweh (vers 13).
 
== Aangebeden, vereerd ==
Regel 194:
 
De Zoon des mensen (een benaming van de Messias) in Dan. 7 heeft goddelijke trekken.<blockquote>''Da 7:13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen.'' ''Da 7:14 Hem werd gegeven heerschappij, <u>eer</u> en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem <u>vereren</u>. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die [Hem] niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.'' ''(...)'' ''Da 7:27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem <u>eren</u> en gehoorzamen.'' ''(HSV)''</blockquote>De uitdrukking "met de wolken van de hemel" wordt in het Oude Testament alleen gebruikt voor een goddelijk wezen. Het hebreeuwse werkwoord ''pelach'' in de verzen 14 en 27 vertaald door 'vereren' en 'eren' verwijst in de Bijbels Aramees altijd naar goddelijke verering, d.i. aanbidding gericht op God of goden. Het werkwoord komt 8x voor in Daniël. De Mensenzoon is een goddelijke figuur<ref>Dat is ook betoogd door Markus Zehnder, hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, in zijn openingsrede van het academisch jaar 2013-2014. Aan zijn toespraak zijn de beide argumenten voor de goddelijke status van de Mensenzoon ontleend. Bron: Nieuwsbrief van de Ev. Theol. Fac., november-december 2013.</ref>.
 
 
==Gevreesd==
Onze eerbiedige vrees geldt God (zie [[Vreze Gods]]), ze geldt ook onze Heer Jezus Christus. <blockquote>''1Pe 2:17  Eert allen, hebt de broederschap lief, vreest God, eert de koning.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en de heiligheid volbrengen in de vrees van God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Efe 5:21 en weest elkaar onderdanig in de vrees van Christus.'' (Telos)</blockquote>Als zij God en de Heer Jezus gelijkerwijs te vrezen zijn, zijn zij dan niet gelijk? Men kan tegenwerpen dat we vermaand worden God en de koning te vrezen, maar dat hieruit niet volgt dat zij gelijk zijn: <blockquote>''Spr 24:21 Mijn zoon! vrees den HEERE en de koning (SV)''</blockquote>Onze Heer Jezus is inderdaad een koning, doch Hij is 'de koning der koningen', 'de heer der heren', d.w.z. de allerhoogste koning. Maar ook God is de allerhoogste koning. De Heer Jezus deelt in de hoogheid, de majesteit, het koningschap van God de Vader. En daarom wijst de bevolen gemoedshouding 'de vrees van Christus' op een gelijkheid van de Zoon aan de God de Vader, die eveneens te vrezen is.
Regel 219 ⟶ 217:
==Zie ook==
 
*[[Drie-eenheid]] | [[De Engel van Jahweh]]
 
==Bronnen==