Godheid van Jezus Christus: verschil tussen versies

2.061 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
k (Kees Langeveld heeft pagina Jezus Christus/Godheid hernoemd naar Godheid van Jezus Christus: Niet nodig)
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
De '''Godheid van Jezus Christus''' is Zijn God-zijn. [[Jezus Christus]] is een goddelijk Persoon, hij is God, evenals de Vader en de Heilige Geest. De Heer Jezus is de waarachtige God (1 Joh. 5:20). We kunnen Hem de tweede Persoon in de Godheid noemen.
 
Dikwijls wordt geleerd, dat de Heer Jezus wel de ''Zoon'' van God is, maar niet God zelf is. De volgende Schriftplaatsen bewijzen dat Hij "'''God''' is over alles, geprezen tot in eeuwigheid." (Rom. 9:5)
Regel 34:
<blockquote>''1Co 6:11  En dit waren sommigen van u; maar u bent afgewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd <u>door de naam van de Heer Jezus Christus</u> en <u>door de Geest van onze God</u>. (Telos)''</blockquote><blockquote>''2Co 3:3  u, van wie blijkt dat u <u>een brief van Christus</u> bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar <u>met de Geest van de levende God</u>, niet op stenen tafelen, maar op vlezen tafelen van de harten. (Telos)''</blockquote>
 
De Geest van Christus is de Geest van God de Vader. Wie de Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe. <blockquote>''Ro 8:9  Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad <u>Gods Geest</u> in u woont; maar als iemand <u>de Geest van Christus</u> niet heeft, die behoort Hem niet toe.'' (Telos...)</blockquote><blockquote> ''Ro 8:11  En als <u>de Geest van Hem</u> die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont. (Telos)''</blockquote>De Geest van Jezus leidt en verleent bijstand.<blockquote>''Hnd 16:7  en bij Mysie gekomen probeerden zij naar Bithynie te gaan, en <u>de Geest van Jezus</u> liet het hun niet toe. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Flp 1:19  Want ik weet, dat dit mij tot behoudenis zal strekken door uw gebed en de bijstand van <u>de Geest van Jezus Christus</u>; (Telos)''</blockquote><blockquote>''2Co 13:14  De genade van de Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. (Telos)''</blockquote>De Vader, de Zoon en de Geest zijn goddelijke personen, ze delen goddelijke eigenschappen, ze zijn onderscheiden, doch vormen een éénheid. ⇒ [[Drie-eenheid]].
 
== 'Ik ben' ==
Regel 48:
Jezus is alomtegenwoordig. God zegt op diverse plaatsen in het Oude Testament: "Ik ben met u!" (Gen. 26:24; 28:15; Deut. 31:23; Ri 6:16; 2 Sam. 7:9; 1 Kron. 17:8; Jes. 41:10; 43:5; Jer. 1:8, 19; 15:20; 30:11; 42:11; 46:28; Hag. 1:13; 2:4  Bijvoorbeeld:<blockquote>''Deut. 31:23 ... want gij zult de kinderen Israëls inbrengen in het land ... en Ik zal met zijn. (SV)''</blockquote><blockquote>''Hag 1:13 Daarop sprak Haggaï, de bode van de HEERE, krachtens de boodschap van de HEERE tot het volk: Ik ben met u, spreekt de HEERE. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Mt 1:23 ‘Zie, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Emmanuel geven’, dat is vertaald: God met ons. (TELOS)''</blockquote>Vóór zijn lijden en sterven aan het kruis heeft Jezus gezegd: <blockquote>''Mt 18:20  Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.'' (Telos)</blockquote>Hiermee duidt hij twee dingen aan: Hij zou voortleven (opstanding) en overal tegelijk aanwezig kunnen zijn. Waar twee of drie in Noord-Korea of in Nederland in zijn naam bijeengekomen zijn, daar is Hij in hun midden. Een engel kan niet alomtegenwoordig zijn, hij kan worden tegengehouden door een gevallen engel, zoals blijkt in het boek Daniël.
 
Na zijn opstanding heeft de Heer beloofd: "Ik ben met u al de dagen".<blockquote>''Mt 28:20  En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw. (Telos)''</blockquote>Ook, na Zijn hemelvaart, verzekert hij de apostel Paulus:<blockquote>''Hnd 18:10 want Ik ben met u en niemand zal het op u toeleggen om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad.'' (TELOS)</blockquote>Jezus' belofte en verzekering 'Ik ben in uw midden' en 'Ik ben met u' heefthebben alleen zin als Hij alomtegenwoordig is, overal kan zijn, tegelijk tal van mensen nabij kan zijn, ja, in gelovigen kan zijn.<blockquote>''Joh 14:23 Jezus antwoordde en zei tot hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren, en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken. (TELOS)''</blockquote>
 
== Alhorend ==
Regel 104:
== Waarheid ==
Evenals God is Jezus de waarheid.<blockquote>''Deut. 32:4 ... al zijn wegen zijn recht. God is waarheid en geen onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Joh 14:6 Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (TELOS)''</blockquote>
 
== Zijn weg ==
De weg van Messias Jezus is de weg van Jahweh. In het begin van het evangelie naar [[Markusevangelie|Markus]] staat:<blockquote>''Mr 1:2  zoals geschreven staat in de profeet Jesaja: ‘Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die uw weg zal bereiden’; Mr 1:3  ‘Stem van een roepende in de woestijn: Bereidt de weg van [de] Heer, maakt zijn paden recht’.'' (Telos)</blockquote>Johannes was gezonden om de weg van de Messias te bereiden. Langs deze weg zou Jahweh komen, "de weg van Jahweh". Met de komst van de Messias, kwam Jahweh.
 
== Heiland ==
Regel 145 ⟶ 148:
== Wekt doden op ==
Jezus kon als oorsprong van het leven doden opwekken:<blockquote>Luk. 7 : 14 een zoon wekte Hij op uit de doden op weg naar het graf</blockquote><blockquote>Luk. 8 : 55 een meisje wekte Hij op uit de doden, dat nog in het sterfhuis lag</blockquote><blockquote>Joh. 11 : 44 een vriend wekte Hij op, die al ''vier'' dagen ''in'' het graf lag</blockquote>
 
== Dertig zilverlingen ==
De [[Heer Jezus]] werd door Judas overgeleverd voor het geldbedrag dat voor een slaaf werd neergeteld: 30 zilverlingen.<blockquote>''Mt 26:14 Toen ging een van de twaalf, Judas Iskariot geheten, naar de overpriesters Mt 26:15  en zei: Wat wilt u mij geven? Dan zal ik Hem aan u overleveren. Mt 26:16  Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen uit. En van toen af zocht hij een gelegenheid om Hem over te leveren. (Telos)''</blockquote>Daarmee ging een profetie in vervulling:<blockquote>''Zacharia 11:12 En ik heb tot hen gezegd: Indien het goed is in uw ogen, geeft mijn loon, maar indien niet, laat het. Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Zacharia 11:13 Maar de HERE zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen.'' (NBG51)</blockquote>Merk op dat God zegt: "een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben". God werd gewaardeerd op dertig zilverstukken. Welnu, dat was dezelfde prijs die voor Jezus werd betaald. Jezus werd gewaardeerd op dertig zilverstukken.
 
== Opgevaren ==
Regel 174 ⟶ 180:
 
== Aangeroepen ==
Wij mishagen God als wij andere goden aanroepen.<blockquote>''Ri 10:13  Nochtans hebt gij Mij verlaten, en andere goden gediend; daarom zal Ik u niet meer verlossen. Ri 10:14  Gaat henen, roept tot de goden, die gij verkoren hebt; laten die u verlossen, ter tijd uwer benauwdheid. Ri 10:15  Maar de kinderen Israëls zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage! Ri 10:16  En zij deden de vreemde goden uit hun midden weg, en dienden den HEERE. Toen werd Zijn ziel verdrietig over den arbeid van Israël.'' (SV)</blockquote>We mogen daarentegen de Heer Jezus wel aanroepen.<blockquote>''Joh 14:14  Als u <u>Mij iets zult bidden</u> in mijn naam, Ik zal het doen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Hnd 7:59  En zij stenigden Stefanus, <u>die de Heer aanriep</u> en zei: Heer Jezus, ontvang mijn geest.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Hnd 9:13  Ananias echter antwoordde: Heer, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan; Hnd 9:14  en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om <u>allen die uw naam aanroepen te boeien</u>.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Co 1:2  aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen, in elke plaats, <u>die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen</u>, zowel hun als onze Heer:'' (Telos)</blockquote>De Heer Jezus is geen vreemde god, Hij deelt evenals Zijn Vader in de goddelijke natuur. Dit komt in de volgende passage naar voren. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Romeinen 10|VersNummer=12}}{{Romeinen 10:13}}{{Romeinen 10:14}} (Telos) </blockquote>Het aanroepen van de Heer Jezus (vers 12) staat gelijk aan het aanroepen van de naam van Jahweh (vers 13).
 
== Aangebeden, vereerd ==
Regel 188 ⟶ 194:
 
De Zoon des mensen (een benaming van de Messias) in Dan. 7 heeft goddelijke trekken.<blockquote>''Da 7:13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen.'' ''Da 7:14 Hem werd gegeven heerschappij, <u>eer</u> en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem <u>vereren</u>. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die [Hem] niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.'' ''(...)'' ''Da 7:27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem <u>eren</u> en gehoorzamen.'' ''(HSV)''</blockquote>De uitdrukking "met de wolken van de hemel" wordt in het Oude Testament alleen gebruikt voor een goddelijk wezen. Het hebreeuwse werkwoord ''pelach'' in de verzen 14 en 27 vertaald door 'vereren' en 'eren' verwijst in de Bijbels Aramees altijd naar goddelijke verering, d.i. aanbidding gericht op God of goden. Het werkwoord komt 8x voor in Daniël. De Mensenzoon is een goddelijke figuur<ref>Dat is ook betoogd door Markus Zehnder, hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, in zijn openingsrede van het academisch jaar 2013-2014. Aan zijn toespraak zijn de beide argumenten voor de goddelijke status van de Mensenzoon ontleend. Bron: Nieuwsbrief van de Ev. Theol. Fac., november-december 2013.</ref>.
 
 
==Gevreesd==
Onze eerbiedige vrees geldt God (zie [[Vreze Gods]]), ze geldt ook onze Heer Jezus Christus. <blockquote>''1Pe 2:17  Eert allen, hebt de broederschap lief, vreest God, eert de koning.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en de heiligheid volbrengen in de vrees van God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Efe 5:21 en weest elkaar onderdanig in de vrees van Christus.'' (Telos)</blockquote>Als zij God en de Heer Jezus gelijkerwijs te vrezen zijn, zijn zij dan niet gelijk? Men kan tegenwerpen dat we vermaand worden God en de koning te vrezen, maar dat hieruit niet volgt dat zij gelijk zijn: <blockquote>''Spr 24:21 Mijn zoon! vrees den HEERE en de koning (SV)''</blockquote>Onze Heer Jezus is inderdaad een koning, doch Hij is 'de koning der koningen', 'de heer der heren', d.w.z. de allerhoogste koning. Maar ook God is de allerhoogste koning. De Heer Jezus deelt in de hoogheid, de majesteit, het koningschap van God de Vader. En daarom wijst de bevolen gemoedshouding 'de vrees van Christus' op een gelijkheid van de Zoon aan de God de Vader, die eveneens te vrezen is.
Regel 197 ⟶ 201:
 
==Kwestie==
Vooral in de vroege kerk is veel over de Godheid van Jezus Christus getwist. Het zogenaamde [[Arianisme]] (afkomstig van ouderling Arius te Alexandrië) verwerpt de gedachte dat Jezus even Goddelijk wasis als God de Vader. In het eerste concilie, gehouden te Nicea in 325, hakt de Romeinse christelijke keizer Constantijn de knoop door: Jezus is de Zoon van God en ook God zelf. Hier wordt eigenlijk de Drie-Eenheid van God bepaaldvastgesteld. Later kwam het Arianisme toch weer op en werd het in 381, onder Theodosius' regering, in Constantinopel onderdrukt.
 
In onze tijd komt weer een vorm van Arianisme op, bij mensen die zeggen dat Jezus niet evenveel God is als Jahweh. Ook geloven velen dat de Heilige Geest minder is dan God. Veel mensen geloven wel dat Jezus geleefd heeft en dat Hij een wijs leraar was, maar niet dat Hij God was. Daartegenover stelde C.S. Lewis: ''"Ik probeer hier te voorkomen dat iemand de werkelijk dwaze uitspraak doet die mensen vaak over Hem doen: 'Ik ben bereid om Jezus te accepteren als een groots moreel leraar, maar ik accepteer niet zijn claim dat Hij God is'. Dat is de éne uitspraak die we niet kunnen doen. Een man die niets meer was dan dat, een man, maar die het soort dingen zei die Jezus zei zou geen groots moreel leraar zijn. Hij zou ofwel een gek zijn - op het niveau van de man die beweert een gekookt ei te zijn - ofwel de Duivel van de Hel. Je moet een keuze maken. Of deze man was, en is, de Zoon van God; of hij was een gek of iets ergers. Je kan Hem opsluiten als een idioot, je kan naar Hem spugen en Hem als een demon opsluiten; of je kan aan zijn voeten neervallen en Hem Heer en God noemen. Maar laten we niet beginnen met die neerbuigende onzin over wat een groots menselijk leermeester Hij was. Hij heeft die optie niet aan ons opengelaten. Dat was niet zijn bedoeling."''<ref>Uit: ''Onversneden Christendom,'' oorspr. Eng. ''Mere Christianity''</ref>
Regel 213 ⟶ 217:
==Zie ook==
 
*[[Drie-eenheid]] | [[De Engel van Jahweh]]
 
==Bronnen==