k
→Aangebeden, vereerd
k (→Alhorend) |
|||
Regel 163:
== Aangebeden, vereerd ==
'''God''' geeft Zijn eer aan geen ander.
'''God''' geeft Zijn eer aan geen ander. <blockquote>''Jes 42:8 Ik ben de HEERE-dat is Mijn Naam; <u>Mijn eer zal Ik aan geen ander geven</u>, evenmin Mijn lof aan de afgodsbeelden. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jes 48:11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en <u>Ik zal Mijn eer aan geen ander geven</u>. Jes 48:12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israël, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. (SV)''</blockquote>'''Engelen''' mogen niet aangebeden worden. Een engel weert aanbidding door een mens af. Dit gebeurde Johannes.<blockquote>''Opb 19:10 En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden; en hij zei tot mij: Zie toe, <u>doe dit niet</u>; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders die het getuigenis van Jezus hebben; <u>aanbid God</u>! ... (TELOS)''</blockquote>'''Mensen''' mogen niet aangebeden worden, Hand. 14:13-15. ▼
<blockquote>''Jes 42:8 Ik ben de HEERE-dat is Mijn Naam; <u>Mijn eer zal Ik aan geen ander geven</u>, evenmin Mijn lof aan de afgodsbeelden. (HSV)''</blockquote>
'''De Heer Jezus''' daarentegen werd en wordt gehuldigd en aangebeden. Hij ontving een aanbidding die alleen God waard is. <blockquote>''Joh 5:23 <u>opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren</u>. <u>Wie de Zoon niet eert, eert de Vader</u> niet die Hem heeft gezonden. (TELOS)''</blockquote>Engelen aanbaden/aanbidden Hem.<blockquote>''Heb 1:6 En opnieuw, wanneer Hij de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: ‘En <u>laten alle engelen van God Hem aanbidden</u>’.'' (TELOS)</blockquote>Een Samaritaan, een blindgeborene, de discipel Thomas en engelen aanbaden/aanbidden Hem. <blockquote>Luk. 17 : 16 hij (de samaritaan) viel op zijn aangezicht aan ''Zijn'' voeten</blockquote>De genezen blindgeborene aanbad Hem.<blockquote>''Joh 9:38 En hij zei: Ik geloof, Heer. En <u>hij aanbad Hem</u>. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk de uiting van Thomas, die gewaar werd dat Jezus werkelijk uit de doden was opgestaan:<blockquote>''Joh. 20 : 28 Thomas zei: "mijn Heer en mijn'' God''"''</blockquote>De vier levende wezens en de vierentwintig oudsten vielen voor het Lam neer.<blockquote>''Opb 5:8 En toen het dat boek had genomen, <u>vielen de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten voor het Lam neer</u>; zij hadden elk een harp en gouden schalen vol reukwerken, welke zijn de gebeden van de heiligen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 5:13 En elk schepsel dat in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: <u>Hem die op de troon zit, en het Lam, zij de lof en de eer</u> en de heerlijkheid en de macht tot in alle eeuwigheid. (TELOS)''</blockquote>Alle volken moeten de Heer Jezus vereren.▼
▲
'''Mensen''' mogen niet aangebeden worden, Hand. 14:13-15.
▲'''De Heer Jezus''' daarentegen werd en wordt gehuldigd en aangebeden. Hij ontving een aanbidding die alleen God waard is. <blockquote>''Joh 5:23 <u>opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren</u>. <u>Wie de Zoon niet eert, eert de Vader</u> niet die Hem heeft gezonden. (TELOS)''</blockquote>Engelen aanbaden/aanbidden Hem.<blockquote>''Heb 1:6 En opnieuw, wanneer Hij de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: ‘En <u>laten alle engelen van God Hem aanbidden</u>’.'' (TELOS)</blockquote>Een Samaritaan, een blindgeborene, de discipel Thomas en engelen aanbaden/aanbidden Hem. <blockquote>Luk. 17 : 16 hij (de
De Zoon des mensen (een benaming van de Messias) in Dan. 7 heeft goddelijke trekken.<blockquote>''Da 7:13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen.'' ''Da 7:14 Hem werd gegeven heerschappij, <u>eer</u> en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem <u>vereren</u>. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die [Hem] niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.'' ''(...)'' ''Da 7:27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem <u>eren</u> en gehoorzamen.'' ''(HSV)''</blockquote>De uitdrukking "met de wolken van de hemel" wordt in het Oude Testament alleen gebruikt voor een goddelijk wezen. Het hebreeuwse werkwoord ''pelach'' in de verzen 14 en 27 vertaald door 'vereren' en 'eren' verwijst in de Bijbels Aramees altijd naar goddelijke verering, d.i. aanbidding gericht op God of goden. Het werkwoord komt 8x voor in Daniël. De Mensenzoon is een goddelijke figuur<ref>Dat is ook betoogd door Markus Zehnder, hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, in zijn openingsrede van het academisch jaar 2013-2014. Aan zijn toespraak zijn de beide argumenten voor de goddelijke status van de Mensenzoon ontleend. Bron: Nieuwsbrief van de Ev. Theol. Fac., november-december 2013.</ref>.
==
Onze eerbiedige vrees geldt God (zie [[Vreze Gods]]), ze geldt ook onze Heer Jezus Christus. <blockquote>''1Pe 2:17 Eert allen, hebt de broederschap lief, vreest God, eert de koning.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en de heiligheid volbrengen in de vrees van God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Efe 5:21 en weest elkaar onderdanig in de vrees van Christus.'' (Telos)</blockquote>Als zij God en de Heer Jezus gelijkerwijs te vrezen zijn, zijn zij dan niet gelijk? Men kan tegenwerpen dat we vermaand worden God en de koning te vrezen, maar dat hieruit niet volgt dat zij gelijk zijn: <blockquote>''Spr 24:21 Mijn zoon! vrees den HEERE en de koning (SV)''</blockquote>Onze Heer Jezus is inderdaad een koning, doch Hij is 'de koning der koningen', 'de heer der heren', d.w.z. de allerhoogste koning. Maar ook God is de allerhoogste koning. De Heer Jezus deelt in de hoogheid, de majesteit, het koningschap van God de Vader. En daarom wijst de bevolen gemoedshouding 'de vrees van Christus' op een gelijkheid van de Zoon aan de God de Vader, die eveneens te vrezen is.
Regel 175 ⟶ 182:
Het eeuwige leven behelst het kennen van de Vader en de Zoon. <blockquote>''Joh 17:3 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die U hebt gezonden. (TELOS)''</blockquote>
==
Vooral in de vroege kerk is veel over de Godheid van Jezus Christus getwist. Het zogenaamde Arianisme (afkomstig van Arius) verwerpt de gedachte dat Jezus even Goddelijk was als God de Vader. In het eerste concilie, gehouden te Nicea in 325, hakt de Romeinse christelijke keizer Constantijn de knoop door: Jezus is de Zoon van God en ook God zelf. Hier wordt eigenlijk de Drie-Eenheid van God bepaald. Later kwam het Arianisme toch weer op en werd het in 381, onder Theodosius' regering, in Constantinopel onderdrukt.
Regel 181 ⟶ 188:
{| class="wikitable" style="float:right; width: 25%; margin-left: 20px;"
| style="padding: 15px;" |
''Het leven en de dood van Socrates zijn die van een wijze, maar het leven en de dood van Jezus zijn die van een God.'' (J.J. Rousseau, 18e eeuw)
|}
==
Michael Green, ''The Truth of God Incarnate''. Grand Rapids, Mich.: Eerdmans, 1977.
[https://www.youtube.com/watch?v=IeHF22Ae2vE Hezbollah strijder bekeert zich en wordt Christen]. Youtube.com: Ichthus Media, 20 feb. 2015. Duur: 15 min. 6 sec. De voormalige Hezbollah-strijder Afshin Javid getuigt dat hij in de gevangenis een ontmoeting heeft gehad met de Heer Jezus Christus, die zich "de levende God" noemde.
==
*
==
H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over …?'' Deel 4 (Oostburg: Uitgeverij Pieters, z.j.), blz. 8. Hieruit is, onder toestemming, in mei 2011 tekst vewerkt.
H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over …?'' Deel 1 (Oostburg: Uitgeverij Pieters, z.j.), blz. 8. Hieruit is, onder toestemming, op 30 april 2013 tekst vewerkt.
==
<references />
| |||