k
→Schepper
k (→Schepper) |
|||
Regel 34:
[[Elohim]], 'God' in het Hebreeuws, is een meervoudsvorm: letterlijk 'Goden'. In het begin 'schiep' (enkelvoud) 'Goden' (meervoud) de hemelen (meervoud) en de aarde (Gen. 1:1).
Als God is Jezus tevens de Schepper<blockquote>''Joh. 1: 3 <u>alle dingen zijn door Hem geworden</u>''</blockquote><blockquote>''1Co 8:6 dan is er toch voor ons maar een God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem; en een Heer, Jezus Christus, <u>door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem</u>.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Col 1:15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van de hele schepping, Col 1:16 want <u>in Hem zijn alle dingen geschapen</u> in de hemelen en op de aarde, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: <u>alle dingen zijn door Hem</u> en tot Hem geschapen. Col 1:17 En Hij is voor alle dingen en alle dingen bestaan samen in Hem. Col 1:18 En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente, Hij die het begin is, de eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alle dingen de eerste plaats zou innemen. (TELOS)''</blockquote>God heeft door Zijn Zoon de werelden gemaakt. <blockquote>''Hebr. 1 : 2 <u>door wie Hij ook de werelden gemaakt heeft</u>''</blockquote><blockquote>''Heb 1:10 En ‘<u>U, Heer, hebt in het begin de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn werken van uw handen</u>.'' ''Heb 1:11 Zij zullen vergaan, maar U blijft;'' ''Heb 1:12 en zij zullen alle als een kleed verouderen, en als een mantel zult U ze samenrollen en als een kleed zullen zij veranderd worden; maar U bent Dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden’.'' ''(TELOS)''</blockquote>De mens behoort tot de geschapen dingen. De Heer Jezus Christus heeft alle dingen geschapen. Dus heeft Hij ook de mens geschapen. <blockquote>''Ge 1:26 En God zeide: Laat <u>Ons</u> mensen maken, naar <u>Ons</u> beeld, naar <u>Onze</u> gelijkenis ... (SV).''</blockquote><blockquote>''Ge 1:26 En God zeide: Laat <u>Ons</u> mensen maken naar ons <u>beeld</u>, als onze <u>gelijkenis</u>, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. Ge 1:27 En <u>God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen</u>. (NBG51)''</blockquote>In Gen. 2 zien wij hoe God de mens geschapen heeft. <blockquote>''Ge 2:7 toen formeerde de HERE God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen. (...) Ge 2:18 En de HERE God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past. (...) Ge 2:21 Toen deed de HERE God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. Ge 2:22 En de HERE God bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens. (NBG51)''</blockquote>God heeft ons bestemd 'om aan het beeld van Zijn zoon gelijkvormig' te zijn, gelijkvormig aan het beeld van Hem, die Zelf het Beeld van God is, de 'afdruk' van Diens Wezen (Hebr. 1).<blockquote>''Ro 8:29 Want hen die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd om <u>aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig</u> te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.'' (TELOS)</blockquote>'''Het begin van de schepping van God'''. De Heer Jezus is de oorsprong, Hij staat aan het begin van de schepping, Hij is haar begin. <blockquote>''Opb 3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping van God: (TELOS)''</blockquote>De eerste verzen van het Johannesevangelie lichten ons in: <blockquote>''Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. Joh 1:2 Dit was in het begin bij God. Joh 1:3 Alle dingen zijn door Hem geworden, en zonder Hem is niet een ding geworden dat geworden is. (TELOS)''</blockquote>Dat Jezus 'het begin van de schepping van God' is, betekent niet dat Hij het eerst geschapen is. Hij is niet het eerste schepsel. Want alle dingen die geworden zijn, zijn door Hem geworden. Hijzelf is ongeworden, ongeschapen.
'''Tot Hem, de Zoon, zijn alle dingen geschapen'''. <blockquote>''Col 1:15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van de hele schepping, Col 1:16 want in Hem zijn alle dingen geschapen in de hemelen en op de aarde, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: <u>alle dingen zijn</u> door Hem en <u>tot Hem geschapen</u>. Col 1:17 En Hij is voor alle dingen en alle dingen bestaan samen in Hem. Col 1:18 En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente, Hij die het begin is, de eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alle dingen de eerste plaats zou innemen. (TELOS)''</blockquote>Ook tot God zijn alle dingen geschapen. <blockquote>''Ro 11:33 O diepte van rijkdom, zowel van de wijsheid als van de kennis van God! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Ro 11:34 Want wie heeft het denken van de Heer gekend? Of wie is zijn raadsman geweest? Ro 11:35 Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem vergolden worden? Ro 11:36 Want uit Hem en door Hem en <u>tot Hem zijn alle dingen</u>! Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''1Co 8:4 wat dan het eten van de afgodenoffers betreft, wij weten dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen God is dan Een. 1Co 8:5 Want al zijn er ook die goden genoemd worden, hetzij in de hemel, hetzij op aarde (zoals er vele goden en vele heren zijn), 1Co 8:6 dan is er toch voor ons maar een God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en <u>wij voor Hem</u>; en een Heer, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem. (TELOS)''</blockquote>
| |||