Godsbewijs: verschil tussen versies

14.906 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(16 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Een '''Godsbewijs''' is een bewijs van het bestaan van God: een redenering met als conclusie dat God - opgevat als een bewust Wezen dat grond en oorsprong van de wereld is, dat de wereld heeft veroorzaakt, teweeggebracht - bestaat of dat het ''waarschijnlijk'' is dat God bestaat.
 
Een Godsbewijs dient, eventueel samen met andere Godsbewijzen, om ''aan te tonen'' dat God bestaat, of althans dat het ''redelijk'' is om aan het [[bestaan van God]] te geloven, dat Zijn bestaan voor ons verstand ''aannemelijk'' is. De Middeleeuwse theoloog en filosoof Thomas van Aquino (1225-1274) formuleerde vijf godsbewijzen.
 
'''Woorden.''' Een synoniem van 'Godsbewijs' is 'Godsargument'. Sommigen gebruiken liever de term 'Godsargument', of'redelijk Godsargument', 'rationeel Godsargument' of 'aanwijzing', omdat degene die het 'bewijs' levert meestal slechts bedoelt, niet om een sluitend bewijs te leveren, maar om het bestaan van een of meer goden aannemelijk te maken voor de menselijke rede, voor het verstand. Godsargumenten tonen aan dat het geloof aan God, het geloof dat Hij bestaat, alleszins redelijk is. Men kan zelfs argumenteren dat het Godsgeloof het meest redelijk, meest waarschijnlijk, het meest aannemelijk is, ten opzichte van het standpunt dat er géén God bestaat.
 
'Godsargument' heeft de voorkeur van de Nederlandse filosoof [[Emanuel Rutten]]: "Ik praat eigenlijk nooit over godsbewijzen. Een godsbewijs suggereert dat ik het bestaan van God bewijzen; dus met onfeilbare zekerheid aantonen dat God bestaat. Maar dat kan ik helemaal niet."<ref name=":5">''[https://twitter.com/emanuelrutten/status/1756627497557365088/photo/1 Rutten maakt bestaan van God aannemelijk voor het verstand]'', in: Reformatorisch Dagblad, 8 feb. 2024. Vraaggesprek met Emanuel Rutten.</ref>
 
Tegen de verwerping van de term 'Godsbewijs' om genoemde reden kan men inbrengen, dat 'bewijs' niet noodzakelijk, als in de wiskunde, een onfeilbaar aantonen inhoudt. Zo houdt in de rechtspraak het begrip 'bewijs' in: "een document of stuk dat een standpunt ondersteunt"<ref>[https://www.rechtspraak.nl/juridische-begrippen/Paginas/bewijs.aspx Bewijs], op Rechtspraak.nl. Geraadpleegd op 16 feb. 2024.</ref>. Datgene wat een standpunt ondersteunt noemen we 'bewijsmateriaal' (Eng. evidence) of 'bewijsmiddelen'. Het bewijsmateriaal moet zowel wettig (voldoend aan de wettelijke eisen) als overtuigend zijn en geen ruimte laten voor redelijke twijfel. Bewijs is ''overtuigend'' als het bewijs de rechter heeft overtuigd dat de verdachte het strafbare feit, dat hem ten laste wordt gelegd, heeft gepleegd. Wordt aan een van twee voorwaarden (wettig en overtuigend) niet voldaan, dan zal de Nederlandse rechter de verdachte vrijspreken. Zo kan het aangevoerde bewijsmateriaal wel wettig zijn, maar onvoldoende voor een veroordeling.<ref>[https://mens-en-samenleving.infonu.nl/regelingen/143473-bewijs-in-een-rechtszaak.html Bewijs in een rechtszaak], op Mens-en-samenleving.infonu.nl. Geraadpleegd op 16 feb. 2024. </ref> Wettig en voldoende (overtuigend) bewijs betekent niet onfeilbaar.
 
'''Levensvraag.''' De vraag of God (een god) bestaat, is de belangrijkste vraag die men kan stellen. Wat is de grond van de werkelijkheid? Wat is de aard van het oerbeginsel waaruit alles geworden is dat geworden is? Is het stof (materie), informatie of bewustzijn (een bewust wezen, geest)?
Regel 9 ⟶ 13:
Een antwoord op deze 'vraag der vragen' heeft gevolgen voor antwoorden op de andere belangrijke levensvragen: waar kom ik vandaan, waarom ben ik hier, waar ga ik heen, hoe moet ik leven?
 
'''Stapel.''' Deugdelijke aanwijzingen voor het bestaan van God maken elk afzonderlijk het bestaan van God waarschijnlijker en gezamenlijk, als gestapeld bewijsmateriaal, waarschijnlijk. Een bewijs van de stapel kan men 'aanvullend bewijs' of 'stapelbewijs' noemen. Zo maken in de rechtspraak de verklaring van een getuige aangaande een verdachte èn de vingerafdruk van de verdachte aangetroffen op het raamkozijn, waardoor is ingebroken, het gezamenlijk waarschijnlijker dat de verdachte de inbreker is.
 
'''Metafysisch.''' De vraag naar de grond van de werkelijkheid is een filosofische, inzonderheid een ''metafysische'' vraag. Een Godsbewijs is een redenering, die volgens sommigen dan ook niet een wetenschappelijke, maar een metafysische aangelegenheid is.
Regel 15 ⟶ 19:
'''Wetenschap en Godsbewijs.''' De Godsbewijzen zijn metafysische argumenten. Een aantal vertrekt echter, net als de natuurwetenschap, van de natuur. Sommige bewijzen, zoals het argument van de fijnafstemming en het kosmologische argument, maken gebruik van wetenschappelijke inzichten.
 
'''Aanleidingen.''' De behoefte aan een Godsbewijs rijst wanneer het bestaan van God betwijfeld of ontkend wordt. Of wanneer mensen de ''redelijkheid'' van het geloof in God betwijfelen of ontkennen. Of wanneer men de behoefte heeft slechts te geloven aan iets dat bewezen kan worden of redelijkerwijs aannemelijk gemaakt kan worden.
 
'''Nut.''' Voor het zoeken naar een Godsbewijs worden enkele redenen aangevoerd.
# De vraag naar het bestaan van God is een uitnemend vraagstuk, dat de mens al eeuwenlang bezig houdt. Een Godsbewijs levert een redelijk antwoord op die vraag. Het antwoord raakt 's mensen oorsprong en identiteit.
# Een Godsbewijs toont aan dat geloof in God niet een sprong in het duister is, niet tegen verstandelijke overwegingen ingaat, maar redelijke gronden heeft. Geloven aan God is niet 'dom', 'achterhaald', 'middeleeuws', 'onredelijk', 'onzinnig', 'onwetenschappelijk', maar heeft goede argumenten.
# Kennis van redelijke godsargumenten draagt bij aan de geestelijke weerbaarheid van gelovigen in de academische of anderszins 'geleerde' omgeving.
# Erkenning van de redelijkheid van geloof aan God leidt bij ongelovigen, niet overtuigd door de godsargumenten, wel eerder tot geduld en respect dan wanneer ze menen dat geloof onredelijk en achterhaald is<ref name=":5" />.
 
Het nut van Godsbewijzen is beperkt in zoverre hun overtuigingskracht beperkt is. Mensen zijn verschillend en wat hen overtuigt verschilt dienovereenkomstig. Het ene argument kan de ene persoon meer aanspreken dan het andere argument, afhankelijk van persoonlijkheid en opleiding. Daarom is het goed dat er verschillende argumenten voor het bestaan van God zijn en niet slechts één type.
 
Het nut van Godsbewijzen is beperkt in zoverre hun overtuigingskracht beperkt is. ZeGodsargumenten hebben niet de kracht om vrijwel iedereen te overtuigen dat God bestaat. Dat komt (1) doordat God, wiens bestaan we willen bewijzen of aannemelijk willen maken, verborgen is voor onze zintuiglijke waarneming, (2) of doordat het bestaan van God bij sommige mensen ''ongewenst'' is. Deze mensen willen niet dat er een God bestaat. Het bestaan van God heeft consequenties die zij niet wensen. Als God bestaat, zo kunnen wij denken, dan moet ik anders leven en dat wil ik niet. Wij mensen zijn geneigd eerder aan het gewenste (aantrekkelijke) te geloven dan aan het ongewenste (onaantrekkelijke). Wij zullen het gewenste makkelijker geloofwaardig achten. Bijvoorbeeld, de Duitse filosoof Nietzsche bekende dat zijn verzet tegen het christendom geen kwestie was van verstand, argumentatie maar van ''smaak''<ref>Aldus Stefan Paas in: ''De Ongelooflijke Podcast'', aflevering 6 "[https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-ongelooflijke-podcast/103946-6-bestaat-god-godsbewijzen-met-emanuel-rutten-en-stefan-paas Bestaat God? Godsbewijzen met Emanuel Rutten en Stefan Paas]", NPO Radio 1, 14 juni 2019. Vraaggesprek met de filosoof Emanuel Rutten en de theoloog Stefan Paas.</ref>. Dat is een niet-redelijk (niet-rationeel) bezwaar. Wat goed smaakt, hoeft niet waar te zijn. Een leugen kan goed 'smaken'. Godsargumenten kunnen overtuigingskracht verliezen, ja, krachteloos worden door afkeer, een afkeer die ontstaan is door slechte ervaringen met gelovigen, kerkelijke miststanden e.d. die men in het denken verbindt met het bestaan van God. Zelfs een beleving van saaiheid ("saaie kerkdienst") of een gedachte van irrelevantie ("heb ik niks aan", "heb ik niks mee", "doet me niks", "gaat nergens over", "heeft niks met het leven te maken", "dat is voorbij, was van vroeger") kan geloven moeilijker maken. Dit zijn alle niet-rationele factoren die de overtuigingskracht van Godsbewijzen beperken.
 
Brengen Godsargumenten ons bij de God van Abraham, van Izak en van Jakob? Wel, wie tot God nadert moet geloven of de mogelijkheid open houden dat Hij bestaat. Verstandelijke overwegingen kunnen helpen om te komen te geloof aan God of beletsels voor dat geloof slechten. Wanneer iemand tot geloof komt in de God van Abraham enz., de Vader van Jezus Christus, speelt verstand een rol naast andere factoren als beleving, gevoel, willen, intuïtie, openbaring. Tot geloof komen is een ervaring die gewoonlijk breder is een verstandelijke redenering.
Regel 41 ⟶ 49:
Dit Godsbegrip is minimaal van inhoud; het behelst slechts enkele eigenschappen van God. Het biedt geen troost, het zegt ons niet dat God naar mensen omziet. Maar als het bestaan van een dergelijk Wezen redelijkerwijs aangetoond kan worden, of althans aannemelijk gemaakt kan worden, dan kan een dergelijk Wezen met reden God genoemd worden. Daarmee is echter nog niet aangetoond of aannemelijk gemaakt, dat de God van Abraham, Izak en Jacob bestaat.
 
'''Premissen.''' De conclusie van een Godsbewijs vloeit logisch voort uit de premissen van de redenering. Deze uitgangsstellingen moeten voor de rede aannemelijk zijn, om de conclusie voor de rede aannemelijk te maken. Soms moet men een of meer premissen beargumenteren.
 
Hieronder volgen enkeleverscheidene argumenten voor het bestaan van God.
 
== God de beste verklaring ==
Regel 57 ⟶ 65:
 
Tezamen vormen deze stellingen een sterk argument voor het bestaan van God.
 
"''Ik geloof sterk in het bestaan van God, gebaseerd op intuïtie, observaties, logica en ook wetenschappelijke kennis"''<ref>Aangehaald door het Facebook-account Bible Creation op 18 nov. 2022. Bronpagina: https://www.facebook.com/1mill.creationist/posts/pfbid0pVSVUtwhAaknyrH2YHFfRc6SNKNqLX7TKgUvs3nqyMnGgMZMsTKpRzCWVj2h4hZpl</ref>, aldus Charles Hard Townes (1915-2015), die in 1964 met nog twee wetenschappers de Nobelprijs voor de Natuurkunde ontving om zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de lasertechnologie.
 
== Kosmologisch Godsargumenten ==
Regel 74 ⟶ 84:
#Dus is de oorzaak een lichaamloze geest. Zo'n geest is het die wij God noemen.
 
Premisse 1 is het beginsel van oorzakelijkheid. Alles wat een begin heeft, ontstaan is, heeft een oorzaak. Iets ontstaat niet uit ietszichzelf, maar uit iets anders. Dit wordt algemeen aangenomen en is volstrekt redelijk. De premisse zegt niet dat alles wat bestáát een oorzaak heeft, maar dat alles wat ''begint'' te bestaan, ontstaat, ontstaan is, een oorzaak heeft.
 
Premisse 2, dat het universum een begin heeft, is een gevestigde stelling van de huidige kosmologie.
Regel 86 ⟶ 96:
De oorzaak van het heelal is een niet-materiële, buitenruimtelijke en buitentijdelijke oorzaak.
 
Er zijn slechts twee opties: 1) abstracte objecten, getallen; 2 een lichaamloze geest, bewustzijn. Er zijn filosofen - Platonisten - die geloven dat getallen, wiskundige objecten, werkelijk bestaan. Als deze abstracte dingen werkelijk bestaan, dan zijn ze immaterieel, buitentijdelijk en buitenruimtelijk. Abstracte getallen echter veroorzaken niets. Dus valt deze optie af. Dan blijft redelijkerwijs alleen antwoord 2 over.: geest
''Ik beschouw bewustzijn als fundamenteel. Ik beschouw materie als het gevolg van bewustzijn. We kunnen niet verdergaan dan bewustzijn.'' — Max Planck
Een dergelijke oorzaak noemen wij God. God is immaterieel, staat buiten de tijd (a-temporeel, niet tijdelijk) en buiten de ruimte. Als Hij buiten de tijd staat, heeft Hij geen begin. Alleen iets dat in de tijd bestaat, kan een begin hebben. God heeft geen begin. Hij is de oorzaak van het heelal, Hij heeft de wereld tot stand gebracht.
''Mijn religie bestaat uit een nederige bewondering voor de grenzeloze superieure geest die zich openbaart in de kleinste details die we kunnen waarnemen met onze broze en zwakke geest''<ref>In het Engels: ''My religion consists of a humble admiration of the illimitable superior spirit who reveals himself in the slight details we are able to perceive with our frail and feeble mind.''</ref>. — Albert Einstein
Een dergelijke geestelijke oorzaak noemen wij God. God is immaterieel, staat buiten de tijd (a-temporeel, niet tijdelijk) en buiten de ruimte. Als Hij buiten de tijd staat, heeft Hij geen begin. Alleen iets dat in de tijd bestaat, kan een begin hebben. God heeft geen begin. Hij is de oorzaak van het heelal, Hij heeft de wereld tot stand gebracht.
 
Waarom bestaat er überhaupt ''iets'' in plaats van ''niets''? Het antwoord is: God. Dat was ook de overtuiging van de beroemde astronoom [https://en.wikipedia.org/wiki/Allan_Sandage Allan Sandage] (1926-2010), die in zijn vijftiger jaren christen werd<ref>Aangehaald in: [https://www.youtube.com/watch?v=otrqzITuSqE&t=2m19s Professor John Lennox | God DOES exist]. Youtube.com: OxfordUnion, 21 dec. 2012. Vanaf 2 min 19 sec. </ref>.
Regel 129 ⟶ 141:
=== Het argument van een voldoende bestaansgrond ===
Leibniz<ref>Gottfried Wilhelm Leibniz (1647-1716).</ref>' argument<ref>[https://www.youtube.com/watch?v=Qi7ANgO2ZBU&t=30m2s Over 100 Arguments for the Existence of God]. Youtube.com: Capturing Christianity, 25 feb. 2021. Vanaf 30 min. 2 sec.</ref>:
 
# Al wat bestaat heeft een voldoende grond voor zijn bestaan, hetzij in een ander contingent zijnde of in een noodzakelijk zijnde.
# De wereld bestaat.
Regel 136 ⟶ 147:
# Dus, een voldoende grond voor de wereld moet zijn in een noodzakelijk zijnde buiten de wereld
# Derhalve is er een noodzakelijk zijnde buiten de wereld.
Alles wat bestaat moet voldoende bestaansgrond hebben. Een bestaansgrond is nog niet per se een oorzaak. Men noemt een bestaansgrond „oorzaak”, als die niet in het ding zelf maar daarbuiten is. Daar er nu, waar niets is, ook niets ontstaan kan, trekken wij uit het feit dat er dingen bestaan, met het volste recht de conclusie, dat er iets moet bestaan, wat altijd bestaan heeft, derhalve niet ontstaan is en dus geen oorzaak heeft, d.i. geen bestaansgrond buiten zich heeft, maar die bestaansgrond vindt in zichzelf, m.a.w. noodzakelijk bestaat, kortom een volstrekt, een absoluut wezen is. En daar nu dit uit zich zelf bestaande, dat volstrekt noodzakelijk iets blijkbaar niet de zichtbare wereld is, waarin alles ontgaat, vergaat en verandert, hetgeen in flagrante strijd is met de aard van een absoluut, een noodzakelijk wezen, concluderen wij terecht, dat er, onderscheiden van de zichtbare wereld, zo'n iets moet wezen.<ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 238-239. Enige tekst hiervan is verwerkt op 30 nov. 2022. </ref>
 
=== Het argument van de kenbaarheid van de wereld ===
Regel 161 ⟶ 173:
 
=== Het argument van (immaterieel) bewustzijn ===
Er is bewustzijn en dit is niet tot materie (stof) te herleiden is en moet daarom een bewust Wezen tot oorsprong moet hebben.
 
=== Het argument van de vrije wil ===
Regel 173 ⟶ 185:
 
=== Het argument van de afwezigheid van universele eigenschappen ===
Dit argument, oftewel het 'semantische argument' voor het bestaan van God, is van de Nederlandse wijsgeer Emanuel Rutten<ref>Zie Emanuel Rutten, [https://www.gjerutten.nl/HetSemantischArgument_ERutten.pdf De taal wijst ons de weg: het semantisch argument], op: GJERutten.nl, zonder jaar. Pdf-document. </ref>. Het komt hierop neer: "Er bestaan geen universele eigenschappen, zodat de grond van de wereld radicaal vrij is en dus is gegrond in een bewust wezen."(Emanuel Rutten)<ref name=":1" />.
 
== Biologisch Godsargument ==
Regel 237 ⟶ 249:
En, zonder twijfel: wanneer men gesmolten metaal in een oven giet, zal het, na afkoeling, een trouw beeld geven van het model, waarop de vorm gemaakt is. Daarin zal niemand iets bijzonders zien. Waarom niet? Omdat iedereen begrijpt, dat bij de aanpassing, waarvan hier sprake is (met oven en vorm), een verstand is werkzaam geweest. Niemand zal bijv. geloven, dat, wanneer het metaal, na afkoeling, als een prachtig mensenbeeld uit de mensenvorm te voorschijn komt, dit zonder tussenkomst van een verstand is kunnen gebeuren. Door louter domme factoren kunnen noch een menselijk beeld, noch alle levende mensen, met beenderen, spieren en zenuwen, mensen, die kunnen lopen, denken, redeneren etc. etc., te voorschijn zijn geroepen!
 
''Tegenwerping 6.'' Ondoelmatige'''Ondoelmatigheid enin schadelijkede organenlevende natuur.''' Er is ondoelmatigheid bij levende wezens aan te wezen: er zijn ondoelmatige en schadelijke organen. Bij vele mannelijke zoogdieren aanwezig zijn tepels aanwezig, die geen enkele functie hebben. Ook onze staartwervels hebben geen functie. De griffelbeentjes van een paardenpoot hebben geen functie. Een voorbeeld van schadelijkheid is het rudimentaire aanhangsel van de blinde darm, dat door ontsteking voor velen levensgevaarlijk wordt<ref>Dit 'feit' is ca. 1911. aangevoerd door H. Scheringa in het blad De Vrije Gedachte. Aangehaald door Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 220.</ref>. Als er een verstandige Schepper bestond, zou Hij niet zulke organen maken.
 
''Antwoord:'' Wie zal, onze betrekkelijk geringe kennis van de natuur in aanmerking genomen, durven beweren: de hier opgenoemde organen zijn beslist doelloos. Die doelloosheid is noch voor de zogenaamde rudimentaire tepels, noch voor de zogenaamde staartwervels, noch voor de griffelbeentjes van het paard, noch zelfs voor het rudimentaire aanhangsel van de blinde darm afdoende bewezen. Dat wij het doel van een of ander lichaamsdeel niet kennen, zulks bewijst nog niet dat het in werkelijkheid geen doel heeft. Best mogelijk dat de wetenschap later in staat is de doelmatigheid van de straks genoemde organen schitterend in het licht te stellen.
 
De meeste organen verraden spoedig hun bestemming en hiermee hun doelmatigheid. Daarom ligt de veronderstelling voor de hand, dat ook de organen, waarvan wij de bestemming niet kennen, niettemin ook hun bijzonder doei zullen hebben, ofschoon dit ons nog ontsnapt. Het ligt geheel in de lijn van het natuuronderzoek, dit doel zoveel mogelijk na te sporen.
 
Vroeger werd vaak ook de schildklier doelloos, ja schadelijk uitgekreten, doch tegenwoordig zal wel geen wetenschappelijk man het wagen dit orgaan schadelijk, of zelfs overtollig te noemen. En wat het aanhangsel van de blinden darm betreft, inmiddels is vastgesteld dat het aanhangsel een belangrijk orgaan is. "''Lange tijd werd gedacht dat de appendix een rudimentair orgaan is dat tegenwoordig geen functie meer heeft, maar de laatste tijd hebben wetenschappers steeds meer aanwijzingen gevonden dat de appendix juist een heel belangrijk orgaan is. Zo speelt de appendix waarschijnlijk een rol bij de instandhouding van de darmflora. In 2007 opperde een vijftal onderzoekers dat het wormvormig aanhangsel mogelijk de functie heeft van een veilige haven voor bacteriën van de normale darmflora, van waaruit na een episode van infectueuze diarree de darm weer met de eigen flora kan worden gekoloniseerd zodat er een sneller herstel kan optreden. Daarnaast hebben mensen bij wie de appendix verwijderd is, een verhoogde kans op een aantal aandoeningen, zoals een hartaanval, sarcoïdose, reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn''."<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Wormvormig_aanhangsel<nowiki/>Geraadpleegd op 22 juli 2022.</ref>
 
Dat een ontsteking van dit orgaan levensgevaarlijk kan zijn, geeft geen recht het orgaan zelf schadelijk of ondoelmatig te noemen. De meeste ontstekingen, van welke organen ook, kunnen levensgevaarlijk zijn. Maar daardoor worden toch die organen zelf niet ondoelmatig. Wie zal b.v. de longen ondoelmatige organen noemen, omdat een longontsteking gewoonlijk levensgevaarlijk is?
 
Doch gesteld nu zelfs, dat verscheidene dingen in de levende natuur beslist doelloos, ja zelfs schadelijk zouden zijn, dit geeft toch nog geen recht te concluderen: dus zijn de talloze organen, waarvan de doelmatigheid aanstonds in het oog springt, zonder toedoen van een verstand tot hun bestaan gekomen. De oorzaak van de bestaande wereldorde kon immers haar reden hebben om zulke onvolmaaktheden in haar werk toe te laten, ofschoon die reden ons ontsnapt. Zij heeft de natuurkrachten geschapen en aan het werk gezet. Zij kon ook toelaten, dat die krachten falen, elkaar tegenwerken enz. enz. Maar met dat al blijven de heerlijke organismen, welke ons omringen, èn door hun doelmatige samenstelling èn door hun doelmatige werking met verpletterende bewijskracht getuigen van een verstandelijke Maker. Is het niet de grootste dwaasheid, een aperte waarheid te loochenen, op grond dat wij een andere moeilijkheid die er tegenover staat, niet kunnen oplossen?
 
''Tegenwerping 7.'' '''Wreedheid in de levende natuur.''' De wreedheid in de levende natuur kan niet samengaan met niet te meten wijsheid, plan, doel en orde in die natuur.
 
''Antwoord'': Die niet te meten wijsheid kan verschillende redenen hebben om de dingen, welke ons minder aangenaam zijn, in haar werk toe te laten. Desondanks blijft er nog genoeg over, wat ons die eindeloze wijsheid luid verkondigt.
=== Het argument van de natuurwetten ===
De natuur, die een ordelijke werking aan de dag legt, kan beschreven worden met een zeer klein aantal eenvoudige en elegante natuurwetten. Waar komen deze wetten vandaan? Ze wijzen op een Wetgever, op een Wezen dat de wetten heeft gemaakt.
Regel 279 ⟶ 299:
[https://nl.wikipedia.org/wiki/Arno_Allan_Penzias Arno Penzias], die samen met Robert Woodrow Wilson de nobelprijs voor de natuurkunde kreeg voor hun ontdekking van de kosmische achtergrondstraling, ziet aan de fijnafstelling een bovennatuurlijk plan ten grondslag liggen<ref>[https://www.youtube.com/watch?v=otrqzITuSqE&t=3m17s Professor John Lennox | God DOES exist]. Youtube.com: OxfordUnion, 21 dec. 2012. Vanaf 3 min 17 sec. </ref>.
 
== Het zedelijke Godsargument ==
== Het argument van de noodzakelijke eigenschappen van een wereldgrond ==
Een voorbeeld hiervan is de bewijsredenering aangevoerd door Peter Kreeft en Ronald Tacelli<ref>[https://www.youtube.com/watch?v=oWzONPDv1qk&t=1027s Moral Argument for God: Peter Kreeft and Ronald Tacelli | Dr. Bill Roach]. Youtube.com: Bill Roach, 26 okt. 2022. Vanaf 17 min. 7 sec. Bill Roach zet dit zedelijke Godsargument uiteen.</ref>:
Deze overweging begint niet bij de wereld, maar bij haar oorsprong, de ''wereldgrond''. Als er een wereldgrond is, welke eigenschappen zou deze redelijkerwijs moeten hebben? Welke kenmerken moet de wereldoorsprong noodzakelijkerwijs hebben om inderdaad de oorsprong van de wereld te kunnen zijn? Men kan er vier noemen<ref name=":1" />:
 
# We zijn werkelijk, objectief verplicht om goed te doen en kwaad te vermijden. Er bestaat, of we het nu geloven of niet, aangenaam vinden of niet, een zedelijke verplichting.
# De oorsprong van de wereld moet actief scheppend zijn;
# De atheïstische, materialistische wereldbeschouwing óf de religieuze is juist.
# De wereldgrond moet radicaal vrij zijn: van niets anders afhankelijk;
# De eerstgenoemde wereldbeschouwing is niet te verenigen met premisse 1.
# De oorsprong van de wereld moet enkelvoudig (niet samengesteld) zijn. Want aan iedere veelheid gaat een nog diepere eenheid vooraf;
# Derhalve is de religieuze wereldbeschouwing juist.
# Een wereldgrond kan niet lijken op een structuur die allerlei voor de hand liggende alternatieven toelaat. Want anders kan direct de onbeantwoordbare vraag gesteld worden waarom dan niet een van die alternatieven de oorsprong is.
Een soortgelijke redenering is deze<ref name=":3">[https://www.reasonablefaith.org/writings/question-answer/personal-god Question & Answer 66: Personal God], op: ReasonableFaith.org, 21 juli 2008. De redenering is opgesteld door William Lane Craig.</ref>:
 
# Als God niet bestaat, bestaan er geen objectieve morele waarden en plichten.
Informatie en stof (materie) voldoen niet. Alleen een radicaal vrij bewustzijn oftewel een radicaal vrije geest voldoet aan al deze voorwaarden. Dus is de oorsprong van de wereld een bewust Wezen, dat wij God noemen.
# Er bestaan objectieve morele waarden en plichten.
# Dus bestaat God.
 
Een soortgelijke redenering is deze:
Hij is dus niet slechts een kracht, Hij moet een zelfbewust wezen, een Persoon zijn.
 
# Er zijn zedelijke voorschriften
Kenmerk nummer 3 schijnt in strijd met de leer dat God drie-enig is, uit meerdere Goddelijke personen bestaat.
# Een zedelijk voorschrift vereist een Voorschrijver.
# Dus bestaat er een Voorschrijver, God.
 
Vergelijk: wie met een recept bij de apotheker komt, heeft aan te tonen wie het recept heet verstrekt. Zonder medisch Voorschrijver is er geen geldig medisch voorschrift en zonder geldig medisch voorschrift (recept) ontvang je geen medicijn.<ref>Aldus apologeet Frank Turek in: [https://www.youtube.com/watch?v=S7WBEJJlYWU&t=22m17s Does God Exist? (Frank Turek vs Christopher Hitchens)]. Youtube.com: Cross Examined, 23 mei 2011. Vanaf 22 min. 17 sec. </ref>
Als God de wereld heeft voortgebracht, dan moet Hij wel buitengewoon ''machtig'' zijn: Hij kan stof, ruimte, tijd en bewustzijn scheppen.
 
Iemand die het bestaan van God ontkent, kan trachten aan te tonen dat zedelijke waarden onafhankelijk van God bestaan. Hij kan als volgt redeneren.
== Modaal-epistemisch Godsargument ==
Het modaal-epistemisch Godsargument is bedacht door de Nederlandse christenfilosoof Emanuel Rutten. Zijn eerste uitgangspunt is: als iets waar is, kan het gekend worden. Al het mogelijk ware is kenbaar, alles wat mogelijk waar is, kan gekend worden.
 
# God wil een zedelijke waarde omdat ze goed is óf een zedelijke waarde is goed omdat God het wil
Dit uitgangspunt volgt uit de basale intuïtie dat de wereld, de werkelijkheid uiteindelijk en ten diepste kenbaar, begrijpbaar, redelijk, begrijpelijk is, logisch in elkaar zit. Als de wereld kenbaar is, is al het ware kenbaar, is de waarheid kenbaar, is het mogelijk ware kenbaar.
# Een zedelijke waarde is niet willekeurig, is niet goed omdat het naar Gods wil is
# Dus zedelijke waarden zijn onafhankelijk van God, ze bestaan niet door Hem.
 
Dit dilemma wordt het Euthyphro-dilemma genoemd. De logische vorm ervan is deze:
Zijn tweede uitgangspunt of premisse is: het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat. Waarop berust deze premisse? Wel, alle kennis vereist een bron van kennis. Dit is een aannemelijke stelling. Mogelijk kenbronnen zijn: logische en wiskundige bewijsvoering, zintuiglijke waarneming (empirische ervaring), intuïtie, getuigenis. Alle mogelijke kennisbronnen die wij kunnen onderscheiden stellen ons niet in staat om te weten dat God niet bestaat. Door zintuiglijke waarneming kun je niet waarnemen dat je alles waargenomen hebt en dus ook niet vaststellen dat God niet bestaat. Evenmin kan men door logische bewijsvoering aantonen - uit het begrip God als een bewust, onstoffelijk, onveroorzaakt en veroorzakend Wezen - dat God niet bestaat, want het gehanteerde begrip van God is niet innerlijk tegenstrijdig.
 
# A òf B.
Dit zijn de enige twee premissen van het modaal-epistemisch argument. De ''redenering'' van het modaal-epistemische Godsargument is: als al het mogelijk ware kenbaar is (premisse 1) en het onmogelijk is te weten dat God niet bestaat (premisse 2), dan volgt daaruit logisch dat God bestaat (conclusie). Want als God niet bestaat, als dat waar zou zijn, zou dat kenbaar zijn, maar zijn niet-bestaan nu is onkenbaar.
# Niet-B.
# Dus A.
 
Een theïst kan het tegenargument weerleggen door een derde mogelijkheid C toe te voegen: A òf B òf C. C is bijvoorbeeld de stelling dat zedelijke waarden gegrond zijn op de aard van God, die liefde is. Als niet-B, dan volgt hieruit niet A, want C is ook mogelijk. De non-theïst moet nu ook C weerleggen, om logisch tot A te besluiten.<ref name=":3" />
Tegenwerping 1: Het argument komt ingewikkeld over, als een spelletje met de taal. Antwoord: Wie de premissen onderschrijft, moet de logische gevolgtrekking aannemen.
 
== Argument van de hoedanigheid van de wereld ==
Tegenwerping 2: Zo kan men ook tot het bestaan van Superman besluiten. Of tot een eenhoorn, een vliegend spaghetti-monster of een vliegende theepot. En dat is onzinnig. Antwoord: Een mogelijke wereld is denkbaar waarin God, die kent, slechts één ding schept, dat iets anders is dan (bijvoorbeeld) een vliegend spaghetti-monster. God weet dat dit monster niet bestaat. Dus is het niet-bestaan ervan kenbaar, het is mogelijk te weten dat het niet bestaat. Het tweede bezwaar tegen het modaal-epistemisch argument faalt.
De wereld heeft zaken en eigenschappen die op God wijzen. Men kan er negen noemen. Gezamenlijk, gestapeld, maken deze aanwijzingen het bestaan van God waarschijnlijk.<ref name=":4">Emanuel Rutten, [http://gjerutten.blogspot.com/2022/10/aanwijzingen-voor-en-kenmerken-van-gods.html 'Aanwijzingen voor en kenmerken van Gods bestaan'], column in het filosofisch tijdschrift Sophie (mei 2022).</ref>
 
# '''Buitenwereldlijke oorsprong.''' het heelal, het geheel van ruimte, tijd en materie, is ontstaan en moet zijn ontstaan uit een onstoffelijke, buitenruimtelijke en buitentijdelijke oorsprong, zie boven ''Argument van stof, ruimte en tijd''.
# '''Fijnafstemming.''' de fijnafstemming van de natuurconstanten. Indien een of meer natuurconstanten een iets andere waarde zou hebben gehad, was er geen leven mogelijk geweest. Dit wijst op ontwerp en dus op een ontwerper. Zie boven ''Argument van de fijnafstemming''.
# '''Wiskundigheid.''' de wetten van de natuur zijn wiskundig te formuleren
# '''Orde.''' de wereld bezit een orde, een structuur die wij kunnen doorgronden
# '''Bewustzijn.''' in de wereld is er bewustzijn en dit is niet tot stof te herleiden: het argument van immaterieel bewustzijn.
# '''Vrije wil.''' in de wereld is er is vrije wil en deze is niet tot natuuroorzaken herleidbaar: het argument van de vrije wil.
# '''Objectief goed en kwaad.''' in de wereld komen dingen voor die werkelijk, onafhankelijk van menselijke mening of voorkeur, zedelijk goed en andere dingen die werkelijk zedelijk kwaadaardig zijn. Ze wijze op een zedelijke orde, die op een persoonlijke (goddelijke) oorsprong wijst: het argument van werkelijk goed en kwaad.
# '''Positieve eigenschappen.''' "Alle positieve eigenschappen blijken logisch combineerbaar, zodat een wezen dat ze allemaal bezit niet alleen logisch mogelijk is, maar ook bestaat omdat 'noodzakelijk bestaan' een positieve eigenschap is"<ref name=":4" />: het argument van positieve eigenschappen.
# '''Geen universele eigenschap.''' in de wereld "bestaan geen universele eigenschappen, zodat de oorsprong van de wereld radicaal vrij is en dus redelijkerwijs gegrond is in een bewust wezen"<ref name=":4" />.
 
== Het argument van de noodzakelijke eigenschappen van een wereldgrond ==
Deze overweging, opgezet door de Nederlandse filosoof [[Emanuel Rutten]], begint niet bij de wereld, maar bij haar oorsprong, de ''wereldgrond''. Als er een wereldgrond is, welke eigenschappen zou deze redelijkerwijs moeten hebben? Welke kenmerken moet de wereldoorsprong noodzakelijkerwijs hebben om inderdaad de oorsprong van de wereld te kunnen zijn? Men kan er vier noemen<ref name=":1" /><ref name=":4" />:
 
# De oorsprong van de wereld moet actief scheppend zijn;
# De wereldgrond moet volkomen vrij, volstrekt onafhankelijk zijn: van niets anders afhankelijk;
# De oorsprong van de wereld moet enkelvoudig (niet samengesteld) zijn. Want aan iedere veelheid gaat een nog diepere eenheid vooraf;
# Een wereldgrond kan niet lijken op een structuur die allerlei voor de hand liggende alternatieven toelaat. Want anders kan direct de onbeantwoordbare vraag gesteld worden waarom dan niet een van die alternatieven de oorsprong van de wereld is.
 
Informatie en stof (materie) voldoen niet aan deze vier kenmerken. Alleen een volkomen vrij bewustzijn oftewel een volkomen vrije geest voldoet aan al deze voorwaarden. Dus is de oorsprong van de wereld een Geest, een bewust Wezen, dat wij God noemen. Hij is dus niet slechts een kracht, Hij moet een zelfbewust wezen, een Persoon zijn.
 
Kenmerk nummer 3 schijnt in strijd met de leer dat God drie-enig is, in meerdere Goddelijke personen bestaat.
 
Als God de wereld heeft voortgebracht, dan moet Hij wel buitengewoon ''machtig'' zijn: Hij heeft stof, ruimte, tijd en bewustzijn geschapen.
 
== Het argument van de algemene, aloude overtuiging ==
Regel 332 ⟶ 385:
 
d. De wetenschap kent wetgevers, die het reeds bestaande geloof in God hebben gebruikt en bevorderd, zij kent er geen die de godsdienst heeft uitgevonden. Zelfs wat terecht of ten onrechte van sommige vorsten wordt verhaald, als zouden zij de lichtgelovigheid van hun onderdanen hebben misbruikt, veronderstelt toch altijd een reeds bestaande godsdienstige overtuiging.
 
== Modaal-epistemisch Godsargument ==
Het modaal-epistemisch Godsargument is bedacht door de Nederlandse christenfilosoof [[Emanuel Rutten]]. Zijn eerste uitgangspunt is: als iets waar is, kan het gekend worden. Al het mogelijk ware is kenbaar, alles wat mogelijk waar is, kan gekend worden.
 
Dit uitgangspunt volgt uit de basale intuïtie dat de wereld, de werkelijkheid uiteindelijk en ten diepste kenbaar, begrijpbaar, redelijk, begrijpelijk is, logisch in elkaar zit. Als de wereld kenbaar is, is al het ware kenbaar, is de waarheid kenbaar, is het mogelijk ware kenbaar.
 
Zijn tweede uitgangspunt of premisse is: het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat. Waarop berust deze premisse? Wel, alle kennis vereist een bron van kennis. Dit is een aannemelijke stelling. Mogelijk kenbronnen zijn: logische en wiskundige bewijsvoering, zintuiglijke waarneming (empirische ervaring), intuïtie, getuigenis. Alle mogelijke kennisbronnen die wij kunnen onderscheiden stellen ons niet in staat om te weten dat God niet bestaat. Door zintuiglijke waarneming kun je niet waarnemen dat je alles waargenomen hebt en dus ook niet vaststellen dat God niet bestaat. Evenmin kan men door logische bewijsvoering aantonen - uit het begrip God als een bewust, onstoffelijk, onveroorzaakt en veroorzakend Wezen - dat God niet bestaat, want het gehanteerde begrip van God is niet innerlijk tegenstrijdig.
 
Dit zijn de enige twee premissen van het modaal-epistemisch argument. De ''redenering'' van het modaal-epistemische Godsargument is: als al het mogelijk ware kenbaar is (premisse 1) en het onmogelijk is te weten dat God niet bestaat (premisse 2), dan volgt daaruit logisch dat God bestaat (conclusie). Want als God niet bestaat, als dat waar zou zijn, zou dat kenbaar zijn, maar zijn niet-bestaan nu is onkenbaar.
 
Tegenwerping 1: Het argument komt ingewikkeld over, als een spelletje met de taal. Antwoord: Wie de premissen onderschrijft, moet de logische gevolgtrekking aannemen.
 
Tegenwerping 2: Zo kan men ook tot het bestaan van Superman besluiten. Of tot een eenhoorn, een vliegend spaghetti-monster of een vliegende theepot. En dat is onzinnig. Antwoord: Een mogelijke wereld is denkbaar waarin God, die kent, slechts één ding schept, dat iets anders is dan (bijvoorbeeld) een vliegend spaghetti-monster. God weet dat dit monster niet bestaat. Dus is het niet-bestaan ervan kenbaar, het is mogelijk te weten dat het niet bestaat. Het tweede bezwaar tegen het modaal-epistemisch argument faalt.
 
== Argumenten voor het persoonschap van God ==
God is een [[persoon]], geen onpersoonlijke kracht. Verschillende argumenten voor het bestaan van God leiden tot het besluit dat God bestaat en wel ''als persoon;'' ze maken aannemelijk dat er een ''persoonlijke'' God bestaat. Het ''teleologische'' argument leidt tot een verstandige Persoon die Zijn ontwerp heeft verwerkelijkt.
 
Het ''kosmologische'' argument redeneert naar een buitentijdelijke en buitenruimtelijke oorzaak van het heelal. Met het stoffelijke heelal ontstonden ruimte en tijd. De oorzaak moet zich buiten onze ruimte en tijd bevinden en kan daarom niet stoffelijk zijn. Er zijn twee soorten onstoffelijke zaken: abstracte dingen, bijv. getallen en gerechtigheid, en geesten. Abstracte dingen nu kunnen niets veroorzaken. Het getal 7 bijvoorbeeld kan niets veroorzaken. Hieruit volgt dat de oorzaak van het heelal een geest, een geestelijk en dus persoonlijk wezen is. Zo'n scheppend persoonlijk Wezen plachten wij God te noemen.
 
# De oorzaak van het heelal is een abstract ding òf een onstoffelijke geest.
# De oorzaak van het universum is geen abstract ding.
# Derhalve is de oorzaak van het heelal een onstoffelijke geest.
 
Het ''zedelijke'' Godsargument leidt tot de conclusie dat er een persoonlijk wezen bestaat dat zedelijke waarden en verplichtingen voortbrengt. Onpersoonlijke dingen kunnen ons geen plichten opleggen.
 
== Argumenten voor het niet-bestaan van God ==
Regel 349 ⟶ 426:
Als God bestaat, zou Hij zich manifesteren. Het zou vreemd zijn dat God zich niet laat zien, zich niet manifesteert. Als God als persoon bestaat, moet Hij te merken zijn. Welnu, we merken God niet. Dus bestaat hij niet.
 
''Tegenwerping'': uit de verborgenheid van God volgt niet dat Hij niet bestaat. Misschien heeft God een goede reden om zich te verbergen. Bovendien, zo verborgen is God niet. Hij 'verraadt' zich, Hij laat zich kennen: er zijn tekenen van of aanwijzingen van zijn bestaan: vrije wil, bewustzijn, fijnafstemming (zie boven) zijn tekenen die wijzen op God. Dus helemaal verborgen is Hij niet.
 
=== Algemene tegenwerping ===
Regel 368 ⟶ 445:
 
R. van Oppenraaij, ''Apologie van het Christendom''. 's Hertogenbosch, Antwerpen: L.C.G. Malmberg, 1922. Tekst van blz. XVII-XX, betreffende het argument van de algemene overtuiging aangaande het bestaan van God of godheden, is onder wijziging verwerkt op 17 sept. 2020.
 
Emanuel Rutten, [http://gjerutten.blogspot.com/2022/10/aanwijzingen-voor-en-kenmerken-van-gods.html 'Aanwijzingen voor en kenmerken van Gods bestaan'], column in het filosofisch tijdschrift Sophie (mei 2022).
 
Emanuel Rutten, [http://gjerutten.blogspot.com/2022/06/bestaat-god-opzet-voor-debat-met-stine.html Bestaat God? Opzet voor debat met Stine Jensen voor het NPO Podcastevent in Tivoli Utrecht], op: GJERutten.blogspot.com, 26 juni 2022. Het artikel is de opzet van de schrijver voor het debat met de atheïstische filosofe Stine Jensen voor het NPO Podcastevent in Tivoli Utrecht op 29 juni 2022.
 
Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 206-213226. Tekst hiervan, betreffende het doelmatigheidsbewijs, is onder wijziging verwerkt op 19-20 juli - 8 aug. 2022.
 
=== Engelstalig ===
William Lane Craig, [https://www.reasonablefaith.org/writings/question-answer/personal-god Question & Answer 66: Personal God], op: ReasonableFaith.org, 21 juli 2008.
 
== Meer informatie ==
Regel 377 ⟶ 459:
 
Emanuel Rutten, Jeroen de Ridder, ''En dus bestaat God; de beste argumenten''. De auteurs, jonge filosofen, geven in dit boek een overzicht van de beste argumenten, acht in getal, voor het bestaan van God. Amsterdam: Buijten En Schipperheijn Motief, 2015. Omvang: 160 blz.
 
Emanuel Rutten, ''Datgene waarboven niets groters gedacht kan worden. Acht nieuwe argumenten voor het bestaan van God.'' Utrecht: KokBoekencentrum, 2023. Pagina's: 192.
 
''[https://pbs.twimg.com/media/GGDLY4-XYAAZe_l?format=jpg&name=large Rutten maakt bestaan van God aannemelijk voor het verstand]'', in: Reformatorisch Dagblad, 8 feb. 2024. Vraaggesprek met Emanuel Rutten. Onder meer over het vinden en in stappen ontwikkelen van een redelijk godsargument.
 
=== Engels ===