Godsbewijs: verschil tussen versies

2.872 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 326:
# De atheïstische, materialistische wereldbeschouwing óf de religieuze is juist.
# De eerstgenoemde wereldbeschouwing is niet te verenigen met premisse 1.
# Derhalve is de religieuze wereldbeschouwing juist.
Een soortgelijke redenering is deze<ref name=":3">[https://www.reasonablefaith.org/writings/question-answer/personal-god Question & Answer 66: Personal God], op: ReasonableFaith.org, 21 juli 2008. De redenering is opgesteld door William Craig.</ref>:
 
# Als God niet bestaat, bestaan er geen objectieve morele waarden en plichten.
# Er bestaan objectieve morele waarden en plichten.
# Dus bestaat God.
 
Iemand die het bestaan van God ontkent, kan trachten aan te tonen dat zedelijke waarden onafhankelijk van God bestaan. Hij kan als volgt redeneren.
 
# God wil een zedelijke waarde omdat ze goed is óf een zedelijke waarde is goed omdat God het wil
# Een zedelijke waarde is niet willekeurig, is niet goed omdat het naar Gods wil is
# Dus zedelijke waarden zijn onafhankelijk van God, ze bestaan niet door Hem.
 
Dit dilemma wordt het Euthyphro-dilemma genoemd. De logische vorm ervan is deze:
 
# A òf B.
# Niet-B.
# Dus A.
 
Een theïst kan het tegenargument weerleggen door een derde mogelijkheid C toe te voegen: A òf B òf C. C is bijvoorbeeld de stelling dat zedelijke waarden gegrond zijn op de aard van God, die liefde is. Als niet-B, dan volgt hieruit niet A, want C is ook mogelijk. De non-theïst moet nu ook C weerleggen, om logisch tot A te besluiten.<ref name=":3" />
 
== Het argument van de algemene, aloude overtuiging ==
Regel 352 ⟶ 371:
 
d. De wetenschap kent wetgevers, die het reeds bestaande geloof in God hebben gebruikt en bevorderd, zij kent er geen die de godsdienst heeft uitgevonden. Zelfs wat terecht of ten onrechte van sommige vorsten wordt verhaald, als zouden zij de lichtgelovigheid van hun onderdanen hebben misbruikt, veronderstelt toch altijd een reeds bestaande godsdienstige overtuiging.
 
== Argumenten voor het persoonschap van God ==
God is een [[persoon]], geen onpersoonlijke kracht. Verschillende argumenten voor het bestaan van God leiden tot het besluit dat God bestaat en wel ''als persoon;'' ze maken aannemelijk dat er een ''persoonlijke'' God bestaat. Het ''teleologische'' argument leidt tot een verstandige Persoon die Zijn ontwerp heeft verwerkelijkt.
 
Het ''kosmologische'' argument redeneert naar een buitentijdelijke en buitenruimtelijke oorzaak van het heelal. Met het stoffelijke heelal ontstonden ruimte en tijd. De oorzaak moet zich buiten onze ruimte en tijd bevinden en kan daarom niet stoffelijk zijn. Er zijn twee soorten onstoffelijke zaken: abstracte dingen, bijv. getallen en gerechtigheid, en geesten. Abstracte dingen nu kunnen niets veroorzaken. Het getal 7 bijvoorbeeld kan niets veroorzaken. Hieruit volgt dat de oorzaak van het heelal een geest, een geestelijk en dus persoonlijk wezen is. Zo'n scheppend persoonlijk Wezen plachten wij God te noemen.
 
# De oorzaak van het heelal is een abstract ding òf een onstoffelijke geest.
# De oorzaak van het universum is geen abstract ding.
# Derhalve is de oorzaak van het heelal een onstoffelijke geest.
 
Het ''zedelijke'' Godsargument leidt tot de conclusie dat er een persoonlijk wezen bestaat dat zedelijke waarden en verplichtingen voortbrengt. Onpersoonlijke dingen kunnen ons geen plichten opleggen.
 
== Argumenten voor het niet-bestaan van God ==
Regel 392 ⟶ 422:
 
Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 206-226. Tekst hiervan, betreffende het doelmatigheidsbewijs, is onder wijziging verwerkt op 19 juli - 8 aug. 2022.
 
=== Engelstalig ===
William Craig, [https://www.reasonablefaith.org/writings/question-answer/personal-god Question & Answer 66: Personal God], op: ReasonableFaith.org, 21 juli 2008.
 
== Meer informatie ==