Godsbewijs: verschil tussen versies

2.235 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 1:
Een '''Godsbewijs''' is een redenering met als conclusie dat God bestaat of dat het redelijk is om aan het bestaan van God te geloven.
 
Synoniem: ''Godsargument''. Sommigen gebruiken liever de term "Godsargument", omdat degene die het 'bewijs' levert meestal slechts bedoelt, niet om een sluitend bewijs te leveren, maar om het bestaan van een of meer goden aannemelijk te maken voor de menselijke rede.
 
Een Godsbewijs is een redenering, die volgens sommigen niet een wetenschappelijke, maar een ''wijsgerige'' aangelegenheid is.
 
'''Misvatting.''' Veel mensen denken dat er geen goede argumenten zijn voor het bestaan van God. De oude argumenten die er waren zijn onderuit gehaald. Het is daarom onredelijk om in God te geloven. Geloof aan God is achterhaald. Deze gedachte klopt niet. Twee Nederlandse filosofen stelden in 2015: "Er zijn juist uitstekende argumenten om te denken dat God bestaat. Die argumenten zijn niet achterhaald door wetenschap of technologie en ook niet vergezocht. Sterker nog, ze gaan uit van zaken die voor veel mensen bekend zijn en vanzelf spreken en komen dan via een aantal logische stappen uit bij de conclusie dat God bestaat."<ref>Emanuel Rutten, Jeroen de Ridder, ''En dus bestaat God; de beste argumenten'' (Amsterdam: Buijten En Schipperheijn Motief, 2015), blz. 8.</ref>
 
'''wetenschap en Godsbewijs.''' De Godsbewijzen zijn metafysische en/of logische argumenten. Sommige bewijzen, zoals het argument van de fijnafstemming en het kosmologische argument, maken gebruik van wetenschappelijke inzichten.
 
'''Nut.''' Voor het zoeken naar een Godsbewijs worden enkele redenen aangevoerd.
Regel 39 ⟶ 41:
#Dus is de oorzaak een lichaamloze geest. Zo'n geest is het die wij God noemen.
 
Premisse 1 is het beginsel van oorzakelijkheid. Alles wat een begin heeft, ontstaan is, heeft een oorzaak. Dit wordt algemeen aangenomen en is volstrekt redelijk. PremisseDe 2premisse iszegt niet dat alles wat bestáát een gevestigdeoorzaak stellingheeft, vanmaar dedat huidigealles kosmologiewat begint te bestaan, ontstaat, een oorzaak heeft.
 
Premisse 2, dat heet universum een begin heeft, is een gevestigde stelling van de huidige kosmologie.
 
Premisse 4. Met het heelal is materie, ruimte en tijd gegeven. Het heelal omvat alle materie, ruimte en tijd. Met het heelal hebben materie, ruimte en tijd een begin gehad.
 
De oorzaak van het heelal (universum, kosmos) is daarmee de oorzaak van materie, ruimte en tijd. De oorzaak van het heelal is een niet-materiele, buitenruimtelijke en buitentijdelijke oorzaak.
 
Met heelalWat is materie,die ruimteoorzaak? enEr tijdzijn gegeven.slechts Detwee oorzaakopties: van1) hetabstracte heelal (universumobjecten, kosmos)getallen; is2 daarmeeeen delichaamloze oorzaak van materiegeest, ruimtebewustzijn. enEr tijd.zijn Defilosofen oorzaak- vanPlatonisten het- heelaldie isgeloven eendat niet-materielegetallen, buitenruimtelijkewiskundige enobjecten, buitentijdelijkewerkelijk oorzaakbestaan. WatAls isdeze dieabstracte oorzaak?dingen Erwerkelijk zijnbestaan, slechtsdan tweezijn opties: 1) abstracte objectenimmaterieel, getallen;buitentijdelijk 2en een lichaamloze geest, bewustzijnbuitenruimtelijk. Abstracte getallen echter veroorzaken niets. Dus valt deze optie af. Dan blijft redelijkerwijs alleen antwoord 2 over. Een dergelijke oorzaak noemen wij God. God is immaterieel, staat buiten de tijd (a-temporeel, niet tijdelijk) en buiten de ruimte. Als Hij buiten de tijd staat, heeft Hij geen begin. Alleen iets dat in de tijd bestaat, kan een begin hebben. God heeft geen begin. Hij is de oorzaak van het heelal.
 
== Het argument van de fijnafstemming ==
Regel 52 ⟶ 60:
<u>Antwoord 1: toeval.</u> Het samenstel van constanten, dat leven mogelijk maakt, is toeval. Ze toevallig precies die waarden die leven mogelijk maakt.
 
Hiertegen kan men opwerpen dat de kans dat die constanten precies die waarden hebben die leven mogelijk maken, absurd klein is. Toeval is ''theoretisch'' mogelijk, maar toeval aannemen is ''niet redelijk''. ZominHet alsis hetredelijk toeval zouaan kunnente zijnnemen als ik, staande langs deeen drukke weg, achter elkaar vijf rode auto's voorbij zie rijden. Maar het zou geen toeval zijn als ik de hele dag, morgen, overmorgen, ja, voor de rest van mijn leven alleen maar rode auto's voorbij zou zien rijden, terwijl auto's toch verschillende kleuren hebben<ref>Aldus Emanuel Rutten in: ''De Ongelooflijke Podcast'', aflevering 6 "[https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-ongelooflijke-podcast/103946-6-bestaat-god-godsbewijzen-met-emanuel-rutten-en-stefan-paas Bestaat God? Godsbewijzen met Emanuel Rutten en Stefan Paas]", NPO Radio 1, 14 juni 2019. Vraaggesprek met de filosoof Emanuel Rutten en de theoloog Stefan Paas.</ref>.
 
<u>Antwoord 2: multiversum.</u> Er zijn miljarden heelallen, ontelbare kosmi, universa, met elk hun eigen natuurconstanten. Dan is het goed mogelijk dat er een heelal is waarin de getallen precies goed afgesteld zijn voor leven. Het multiversum-argument is echter onhoudbaar. Het is niet empirisch toetsbaar. We kunnen het evenmin afleiden. We hebben niets dat ook maar wijst op een multiversum. Het is een pure adhoc-hypothese, erbij gehaald om de fijnafstemming te verklaren. Het overgrote deel van de leefbare universa die men theoretisch binnen een multiversummodel kan afleiden, zijn veel kleiner en veel onregelmatiger dan ons universum. Als we in een multiversum zouden leven, dan zou, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk, het universum waarin wij zouden wonen, veel kleiner en onregelmatiger zijn dan dat waarin wij feitelijk wonen. Door gebruik te maken van kansrekening en kwantummechanica kan men aantonen dat het buitengewoon onwaarschijnlijk is dat wij ons in een multiversum bevinden. Antwoord 2 is statistisch niet redelijk aan te nemen.
Regel 58 ⟶ 66:
<u>Antwoord 3: de natuurconstanten kunnen geen andere waarden hebben.</u> Ze hebben noodzakelijk, onvermijdelijk deze getalswaarden. Dit antwoord is onjuist, want de natuurkunde laat zien dat de natuurconstanten wel degelijk andere waarden kunnen hebben en een andere, logisch samenhangende fysica kunnen opleveren, waarmee je kunt uitrekenen wat er dan, in die andere gevallen, gebeurd zou zijn.
 
<u>Antwoord 4: gewilde afstelling.</u> Het samenstel van juist deze getalswaarden van de constanten, kan geen toeval zijn. Daarom is het aannemelijk dat ze gewild is. Deze getalswaarden zijn gewild, bewust gewild, opdát er leven zou zijn. Het gewild-zijn wijst heen naar een buitenkosmisch bewust wezen dat ze gewild heeft voor dat doel: leven mogelijk te maken. Het wezen dat willens en wetens in staat is de natuurconstanten in de juiste samenstelling te stellen noemen wij God. De fijnafstemming van de natuurconstanten leidt redelijkerwijs tot geloof aan het bestaan van God. Tegenwerping: de natuurconstanten zijn nu eenmaal zijn zoals ze zijn en maken het leven mogelijk is; daar hoeven we geen goddelijk verstand achter te zoeken. Antwoord: dat constanten zijn zoals ze zijn, maar dat is geen antwoord op de vraag waaróm ze precies díe waarden hebben, die het leven mogelijk maken. Als een misdadiger voor een vuurpeloton staat met duizend schutters om geëxecuteerd te worden en ze schieten allen mis, dan je dat niet verklaren door te zeggen dat de misdadiger nog leeft doordat ze hem hebben gemist. Je wilt weten hoe het komt dat ze allen hebben gemist. Toeval verklaart dit wonderbare incident niet, noodzakelijkheid evenmin. Het ligt veeleer voor de hand om te geloven dat de schutters opzettelijk gemist hebben.<ref>''De Ongelooflijke Podcast'', aflevering 6 "[https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-ongelooflijke-podcast/103946-6-bestaat-god-godsbewijzen-met-emanuel-rutten-en-stefan-paas Bestaat God? Godsbewijzen met Emanuel Rutten en Stefan Paas]", NPO Radio 1, 14 juni 2019. Vraaggesprek met de filosoof Emanuel Rutten en de theoloog Stefan Paas.</ref>
 
== Modaal-epistemisch Godsargument ==