Godsbewijs: verschil tussen versies

1.190 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 69:
 
== Modaal-epistemisch Godsargument ==
Het modaal-epistemisch Godsargument is bedacht door de Nederlandse christenfilosoof Emanuel Rutten. Zijn eerste uitgangspunt is: alals het mogelijk ware is kenbaar. Alles wat mogelijkiets waar is, kan het gekend worden. AlsAl ietshet waarmogelijk is,ware is het kenbaar., Dealles wereld,wat demogelijk werkelijkheidwaar is, uiteindelijkkan engekend ten diepste kenbaar, begrijpbaarworden. Hij noemt dit een basale intuitie.
 
Dit uitgangspunt volgt uit de basale intuïtie dat de wereld, de werkelijkheid uiteindelijk en ten diepste kenbaar, begrijpbaar, redelijk, begrijpelijk is, logisch in elkaar zit. Als de wereld kenbaar is, is al het ware kenbaar, is de waarheid kenbaar, is het mogelijk ware kenbaar.
Zijn tweede uitgangspunt of premisse is: het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat. Alle kennis vereist een bron van kennis. Dit is een aannemelijke stelling. Mogelijk kenbronnen zijn: logische bewijsvoering, zintuiglijke waarneming, intuïtie, getuigenis. Alle mogelijke kennisbronnen die wij kunnen onderscheiden stellen ons niet in staat om te weten dat God niet bestaat. Door zintuiglijke waarneming kun je niet waarnemen dat je alles waargenomen hebt en dus ook niet vaststellen dat God niet bestaat. Evenmin kan men door logische bewijsvoering aantonen - uit het begrip God als een bewust, onstoffelijk, onveroorzaakt en veroorzakend Wezen - dat God niet bestaat, want het gehanteerde begrip van God is niet innerlijk tegenstrijdig.
 
Zijn tweede uitgangspunt of premisse is: het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat. AlleWaarop berust deze premisse? Wel, alle kennis vereist een bron van kennis. Dit is een aannemelijke stelling. Mogelijk kenbronnen zijn: logische en wiskundige bewijsvoering, zintuiglijke waarneming (empirische ervaring), intuïtie, getuigenis. Alle mogelijke kennisbronnen die wij kunnen onderscheiden stellen ons niet in staat om te weten dat God niet bestaat. Door zintuiglijke waarneming kun je niet waarnemen dat je alles waargenomen hebt en dus ook niet vaststellen dat God niet bestaat. Evenmin kan men door logische bewijsvoering aantonen - uit het begrip God als een bewust, onstoffelijk, onveroorzaakt en veroorzakend Wezen - dat God niet bestaat, want het gehanteerde begrip van God is niet innerlijk tegenstrijdig.
De redenering van het modaal-epistemische Godsargument is: als al het mogelijk ware kenbaar is en het onmogelijk is te weten dat God niet bestaat, dan volgt daaruit logisch dat God moet bestaan.
 
Dit zijn de enige twee premissen van het modaal-epistemisch argument. De ''redenering'' van het modaal-epistemische Godsargument is: als al het mogelijk ware kenbaar is (premisse 1) en het onmogelijk is te weten dat God niet bestaat (premisse 2), dan volgt daaruit logisch dat God moetbestaat (conclusie). Want als God niet bestaat, als dat waar zou zijn, zou dat kenbaar zijn, maar zijn niet-bestaan nu is onkenbaar.
 
Tegenwerping 1: Het argument komt ingewikkeld over, als een spelletje met de taal. Antwoord: Wie de premissen onderschrijft, moet de logische gevolgtrekking aannemen.
 
Tegenwerping 2: Zo kan men ook tot het bestaan van Superman besluiten. Of tot een eenhoorn, een vliegend spaghetti-monster of een vliegende theepot. En dat is onzinnig. Antwoord: Een mogelijke wereld is denkbaar waarin God, die kent, slechts één ding schept en dat is (bijvoorbeeld) geen vliegend spaghetti-monster. God weet dat dit monster niet bestaat. Dus is het niet-bestaan ervan kenbaar, het is mogelijk te weten dat het niet bestaat. Het tweede bezwaar tegen het modaal-epistemisch argument faalt.
 
== Geschiedenis ==
Door de eeuwen heen zijn er argumenten voor het bestaan van God aangevoerd. Fundamentele kritiek kwam van de zijde van de filosofen David Hume, Immanuel Kant en Bertrand Russell. Een en ander leidde tot het gevoelen dat er voor geloof aan het bestaan van God geen deugdelijke gronden waren.
 
Vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw wordt er in de filosofie weer meer nagedacht en gediscussieerd over godsargumenten. Het resultaat is dat de argumenten sterk zijn verbeterd, zodat ze niet meer gedrukt worden door de eerdere bezwaren. De bekende kritieken van Hume, Kant en Russell zijn alle weerlegd. Bovendien zijn er nieuwe argumenten bijgekomen, waaronder het modaal-epistemisch argument.
 
== Bron ==