Goedertierenheid: verschil tussen versies

497 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
''[[Genade]]'' heeft dikwijls de betekenis van een bepaald soort goedertierenheid en wel een goedertierenheid die men niet gehouden is te bewijzen. "Het lot van de krijgsgevangenen hing af van de genade van de overwinnaar". De overwinnaar is niet gehouden goedertierheid te bewijzen, hij hoeft geen genade te betonen.
 
Bij goedertierenheid past genadig zijn. Koning David, die overspel had gepleegd en daarover door de profeet [[Nathan]] bestraft was, bad 'Wees mij genadig,o God! naar Uw goedertierenheid'. <blockquote>''Ps 51: Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (51-2) Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. (51-3) Wees mij genadig, o God! naar Uw <u>goedertierenheid</u>; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. (SV)''</blockquote>Soms is, bij genade, de goedertierenheid zelfs wezenlijk verbeurd.
Soms is, bij genade, de goedertierenheid zelfs wezenlijk verbeurd.
 
<blockquote>''Gena, o God! vergeef mij mijn schuld!<br>Vergeet, uit gunst, mijn schand'lijk overtreden!<br>Betoon aan mij Uw goedertierenheden!''<ref>Bron: Gerbrand Bruining, ''Nederduitsche Synonymen'', deel II (1836) p. 49</ref></blockquote>