k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Grimmigheid''' is volgens Van Dale (1961)<ref>Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 1961.</ref> heftige toorn, verbolgenheid. Met betrekking tot [[God]] betekent “grimmigheid” volgens Van Dale: heilige verontwaardiging, kennelijk om aan te geven dat de toorn van God zonder enige verkeerdheid is.
Grimmigheid kan onmatig zijn. <blockquote>''Spr 19:19 Die groot is van grimmigheid, zal straf dragen; want zo gij [hem] uitredt, zo zult gij nog moeten voortvaren.''</blockquote>Vergelijk de Herziene Statenvertaling:<blockquote>''Spr 19:19 Wie door het dolle heen is, moet daarvoor boeten, want als u hem ervan redt, moet u daarmee nog doorgaan. (HSV)''</blockquote>'''Grimmigheid bij God.''' Bij God kan grimmigheid opgewekt worden. De stad Jeruzalem was Hem tot grimmigheid (2 Kron. 34:24v; Jer. 32:31).<blockquote>''Jer 32:31 Want deze stad is Mij tot Mijn toorn en tot Mijn grimmigheid geweest, vanaf de dag dat zij haar gebouwd hebben tot op deze dag, zodat Ik haar moet wegdoen van voor Mijn aangezicht, (HSV)''</blockquote>
== Meer informatie ==
|