k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Hagar''' was een Egyptische dienstmaagd van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/S/Sara Sara] en moeder van [http://www.christipedia.nl/Artikelen/I/Ismael I...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Hagar''' was een Egyptische dienstmaagd van [
Haar naam betekent ‘vluchteling’ naar het Arabisch<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hagar. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler. Het ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia, heeft "vlucht".</ref>.
Sara was onvruchtbaar en gaf haar slavin aan [
Maar "de [
[[Bestand:Abraham in Kanaan (Access Foundation).jpg|gecentreerd|miniatuur|1024x1024px|''De woestijn Sur (Eng. 'wilderness of Shur') en de plaats waar de Engel Hagar vond (Eng. "Beer-lahai-roi").'']]
De Engel vraagt haar, beveelt haar en belooft haar.<blockquote>''Ge 16:7 De Engel van de HEERE vond haar bij een waterbron in de woestijn, bij de bron aan de weg naar Sur. Ge 16:8 En Hij zei: Hagar, slavin van Sarai! Waar komt u vandaan en waar gaat u heen? Zij zei: Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres Sarai. Ge 16:9 Toen zei de Engel van de HEERE tegen haar: Keer terug naar uw meesteres, en onderwerp u aan haar gezag. Ge 16:10 Verder zei de Engel van de HEERE tegen haar: Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken, zodat het vanwege de menigte niet geteld kan worden. Ge 16:11 Ook zei de Engel van de HEERE tegen haar: Zie, u bent zwanger; u zult een zoon baren en u moet hem de naam Ismaël geven, omdat de HEERE uw verdrukking gehoord heeft. Ge 16:12 En hij zal zijn een wilde ezel [van een] mens; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen tegenover al zijn broeders.'' (HSV)</blockquote>'''Ismaël'''
De Engel openbaart Hagar dat ze een ''zoon'' zal baren. Ze moet hem ''Ismaël'' noemen, wat 'God hoort' betekent. Over Ismaël, zie verder bij art. [
'''<nowiki/>'U, God des aanziens''''
God had naar Hagar, de vernederde en gevluchte slavin, omgezien. Zij noemde de naam van God, die door de Engel van de HEER - de openbaring van God - tot haar gesproken had: ‘U, God des aanziens’, d.w.z. ‘U bent de God Die naar mij omziet!' Want zij zei: 'Heb ik hier dan Hem gezien Die naar mij omgezien heeft?' (Gen. 16:13).<blockquote>''Ge 16:13 Toen noemde zij de naam des HEREN, die tot haar gesproken had: Gij zijt een God des aanziens; want, zeide zij, heb ik hier ook omgezien naar Hem, die naar mij ziet?'' (NBG51)</blockquote><blockquote>''Ge 16:13 Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want, ‘zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’'' (NBV)</blockquote>
[[Bestand:
'''Lachai-Roi'''
De waterbron, waar de Engel van Jahweh haar had gevonden, in de woestijn, op de weg van Sur, gaf men de naam ''Lachai-Roï'' = ‘de Levende Die naar mij omziet’. De put ligt tussen [
'''Met Ismaël weggestuurd'''
Regel 26:
God beschermde haar en haar zoon, en redde hem toen Hagar dacht dat hij ging sterven.
== Hagarenen ==
'''Zinnebeeld'''▼
Mogelijk van haar afkomstig zijn de [[Hagarenen]].
Een [
== Bron ==
|