Hagar: verschil tussen versies

63 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 15:
 
God had naar Hagar, de vernederde en gevluchte slavin, omgezien. Zij noemde de naam van God, die door de Engel van de HEER - de openbaring van God - tot haar gesproken had: ‘U, God des aanziens’, d.w.z. ‘U bent de God Die naar mij omziet!' Want zij zei: 'Heb ik hier dan Hem gezien Die naar mij omgezien heeft?' (Gen. 16:13).<blockquote>''Ge 16:13 Toen noemde zij de naam des HEREN, die tot haar gesproken had: Gij zijt een God des aanziens; want, zeide zij, heb ik hier ook omgezien naar Hem, die naar mij ziet?'' (NBG51)</blockquote><blockquote>''Ge 16:13 Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want, ‘zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’'' (NBV)</blockquote>
[[Bestand:Navez Agar et IsmaëlIsmael par Jean-Charles Cazin.jpg|miniatuur|568x568px553x553px|''Schilderij: 'Hagar inen deIsmaël. woestijn',Schilderij door François Jean-JosephCharles Navez, 1820''Cazin.]]
'''Lachai-Roi'''
 
Regel 26:
God beschermde haar en haar zoon, en redde hem toen Hagar dacht dat hij ging sterven.
 
== Hagarenen ==
'''Zinnebeeld'''
Mogelijk van haar afkomstig zijn de [[Hagarenen]].
 
'''== Zinnebeeld''' ==
Een [[Zinnebeeld|zinnebeeldige]] verklaring van bovenstaande geschiedenis geeft Gal. 4:24-31. Hagar komt overeen met het verbond van de wet en met Jeruzalem dat toen in slavernij was. Sara komt overeen met het verbond van de belofte en met het Jeruzalem hierboven, die vrij is. De conclusie met betrekking tot de gelovige is: "Zo dan, broeders, wij zijn niet de kinderen van de slavin, maar van de vrije." De gelovige is niet onder de wet, noch naar het vlees, maar is vrij, onder de genade. De gelovigen zijn het zaad van Abraham naar de belofte, ze zijn van Christus, door wie het evangelie en de zegeningen van het nieuwe verbond zijn gekomen. Zij horen bij de stad van God, het Jeruzalem hierboven, dat vrij is.