Handelingen 12: verschil tussen versies

2.078 bytes toegevoegd ,  4 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=25}}
== Samenvatting ==
1-2 Jakobus,Herodes Agrippa I doet de halfbroergemeente vankwaad Jezus,en doordoodt koningde Herodesapostel AgrippaJakobus, Ieen gedoodhalfbroer van Jezus. 3-17 PetrusHij doorlaat dezePetrus koninggevangen gevangengezetzetten, endie echter door een engel van de Heer wordt bevrijd. 18-19 De koning laat de vier bewakers van Petrus terechtstellen. 20-23 DeBij een zekere gelegenheid wordt de koning gedood door een engel, omdat hij zichzelf als God liet vereren en God niet de heerlijkheid gaf. 24 Barnabas en Saulus keren met Johannes Markus terug naar Antiochië.
 
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> Omstreeks die tijd nu sloeg koning Herodes de handen aan sommigen van de gemeente om hun kwaad te doen; </onlyinclude>(Telos)
'''Koning Herodes.''' D.i. [[Herodes Agrippa I]]. Hij was van 41-44 n.C. koning van Judea en Samaria.
 
== 2 ==
<onlyinclude><sup>2</sup> en hij doodde [[Jakobus (zoon van Zebedeüs)|Jakobus]], de broer van [[Johannes (apostel)|Johannes]], met het [[zwaard]]. </onlyinclude>(Telos)
'''Jakobus, de broer van Johannes.''' Niet te verwarren met Jakobus, de halfbroer van [[Jezus Christus|Jezus]] en de schrijver van de [[brief van Jakobus]].
 
== 4 ==
<onlyinclude><sup>4</sup> die hij ook, na hem te hebben gegrepen, in de gevangenis zette en overleverde aan vier viertallen soldaten om hem te bewaken, daar hij hem na het pascha voor het volk wilde brengen. </onlyinclude>(Telos)
'''Overleverde aan vier viertallen soldaten om hem te bewaken.''' Herodes plaatste de apostel onder scherpe bewaking, misschien om een bevrijding als in 5:19 (bevrijding van de apostelen door een engel) onmogelijk te maken. De bewaking werd uitgevoerd door vier groepen van elk vier soldaten. Elke groep bewaakte Petrus drie uren lang, waarna, als gebruikelijk in het Romeinse leger, de volgende groep deze taak overnam<ref name=":0">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref><ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>.
 
'''Na het pascha voor het volk te brengen.''' Niet op het paschaPascha, waarop naar gewoonte een gevangene werd losgelaten. Herodes Antipas zei op het paschaPascha: <blockquote>''Joh 18:39  Maar u hebt een gewoonte dat ik u op het pascha iemand loslaat. Wilt u dan dat ik u de koning der Joden loslaat?'' (Telos)</blockquote>Na het paschaPascha begon het feest van [[Ongezuurde Broden (feest)|Ongezuurde Broden]]. Dan wilde Herodes Petrus voor het volk brengen "en daaraan het schouwspel te verschaffen van de terdoodbrenging van een ketter"<ref name=":1" />.
 
== 5 ==
Regel 23 ⟶ 27:
'''Sliep Petrus.''' In vertrouwen op God kon hij slapen.
 
'''Geboeid met twee ketenen.''' Die aan zijn handen zaten (vs. 7).
 
'''De wachters voor de deur.''' De twee overige soldaten van het viertal, die de eerste en tweede wacht vormden (vs. 10).
 
== 7 ==
Regel 34 ⟶ 38:
== 10 ==
<onlyinclude><sup>10</sup> Toen zij nu door de eerste en de tweede wacht waren gegaan, kwamen zij bij de ijzeren poort die naar de stad leidt, die vanzelf voor hen openging. En zij gingen naar buiten en gingen een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem. </onlyinclude>(Telos)
'''De eerste en de twee wacht.''' Petrus werd op dat moment door een van de viertallen soldaten (vs. 4) bewaakt. Twee soldaten waren bij hem. Met een ketting was hij eenaan hen gebonden. De twee overige soldaten stonden op wacht bij de ijzeren deur van de gevangenis, die naar buiten voerde. Zij vormden de eerste en de tweede wacht.
 
== 11 ==
<onlyinclude><sup>11</sup> En Petrus, tot zichzelf gekomen, zei: Nu weet ik waarlijk, dat de Heer zijn engel heeft uitgezonden en mij heeft verlost uit de hand van Herodes en uit al de verwachting van het volk der Joden. </onlyinclude>(Telos)
'''De verwachting van het volk der Joden.''' Te weten, dat hij het lot zou delen van Jakobus, die, tot welgevallen van de Joden (vs. 3), door Herodes was terechtgesteld.
 
== 17 ==
Regel 49 ⟶ 53:
 
== 19 ==
<onlyinclude><sup>19</sup> En toen [[Herodes Agrippa I|Herodes]] naar hem had gezocht en hem niet vond, nam hij de wachters in verhoor en beval hen weg te leiden. En hij vertrok van Judea naar [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] en verbleef daar. </onlyinclude>(Telos)
'''Herodes.''' D.i. [[Herodes Agrippa I]], een kleinzoon van [[Herodes de Grote]].
 
'''Weg te leiden.''' Om terechtgesteld te worden<ref>''Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave'' (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), aantekening.</ref>.
 
'''Caesarea.''' De residentie van Romeinse bestuurders (prefecten, procuratoren).
 
== 20 ==
<onlyinclude>20 Hij nu was hevig vertoornd op de TyriersTyriërs en SidoniersSidoniërs; zij kwamen echter eendrachtig naar hem toe en nadat zij Blastus, de [[kamerheer]] van de koning, hadden overreed, vroegen zij om vrede, omdat hun land door dat van de koning werd gevoed. </onlyinclude>(Telos)
'''Blastus, de kamerheer van de koning.''' Zijn naam wordt alleen hier genoemd. Hij beheerde de kamers van het paleis; zie [[Kamerheer]].
 
'''Hun door dat van de koning werd gevoed.''' Koning Salomo gaf Hiram, de koning van Tyrus, jaarlijks tarwe.<blockquote>''1Kon 5:11  En Salomo gaf Hiram twintig duizend kor tarwe, tot spijze van zijn huis, en twintig kor gestoten olie; zulks gaf Salomo aan Hiram jaar op jaar.'' (SV)</blockquote>
 
== 23 ==
<onlyinclude><sup>23</sup>  En onmiddellijk sloeg een engel van de Heer hem, omdat hij God niet de heerlijkheid gaf; en hij werd door wormen gegeten en hij stierf. </onlyinclude>(Telos)
'''Sloeg een engel van de Heer hem.''' Dit gebeurde in het jaar 44 n.C. Ook [[Antiochus Epifanes]] was eens geslagen, door de God van Israël, en werd later door de wormen gegeten. In [[2 Makkabeeën]] lezen wij daarvan:
 
''2Ma 9:5 Doch de almachtige Here, de God van Israël, <u>sloeg hem</u> met een ongeneeslijke en onzienlijke plaag; want toen hij deze woorden geëindigd had, heeft hem een ongeneeslijke pijn der ingewanden en bittere inwendige pijnigingen bevangen; 2Ma 9:6 Zeer rechtvaardig, als die met vele en vreemde ellendigheden de ingewanden van anderen gepijnigd had. (...)          2Ma 9:9 Zodat ook uit het lichaam van deze goddeloze <u>levende wormen</u> voortkwamen, en dat zijn vlees, terwijl bij nog in smarten en pijnen leefde, van hem afviel; en dat van zijn reuk het ganse leger bezwaard werd, vanwege de verrotting.''
 
== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> En Barnabas en Saulus keerden terug nadat zij in Jeruzalem hun dienst hadden volbracht, en namen ook Johannes met zich mee, die bijgenaamd was Markus. </onlyinclude>(Telos)
'''Barnabas en Saulus.''' Barnabas wordt als eerste genoemd, ook in 11:30, 13:1-2, 7. Vanaf 13:43 is het consequent "Paulus en Barnabas", liefst 12x.
 
'''Hun dienst hadden volbracht.''' De ingezamelde gelden uit Antiochië hadden overgedragen aan de oudsten van de gemeente te Jeruzalem.<blockquote>''Hnd 11:29  Naardat nu ieder van de discipelen draagkrachtig was, besloten zij dat elk van hen iets zou zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden; Hnd 11:30  wat zij ook deden door het te zenden aan de oudsten, door de hand van Barnabas en Saulus.'' (Telos)</blockquote>