k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10:
|}
In het Oude Testament is "Hebreeën" een benaming van de Israëlieten. De Hebreeuwse vrouwen heten ''Hebreeïnnen'' (Ex. 1:15). De naam "Hebreeën" betekent waarschijnlijk "die van de overkant", dat wil zeggen: "die van de overkant van de rivier de [[Eufraat]] komen".
Jozef verklaart tegenover Egyptenaars dat hij is ontvoerd “uit het land van de Hebreeën”. In het land Kanaän woonde zijn familie, die Jozef “Hebreeën” noemt.
|