Hebreeër: verschil tussen versies

1.203 bytes verwijderd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
De oorsprong van de naam “Hebreeër” is onzeker. De naam betekent wellicht “iemand van de overzijde”, ter aanduiding van een immigrant van de overzijde van de rivier de Eufraat<ref>Zo Keil en Delitzsch in hun commentaar op het Oude Testament bij Gen. 14:13</ref>. De Septuagint vertaalt “oversteker”. De naam kan ook afgeleid zijn van [[Heber]], de naam van een voorvader van Abraham en kleinzoon van Sem.
 
De naam wordt in de Bijbel het eerst voor [[Abraham]] gebruikt, ter onderscheiding van de [[Amorieten]].<blockquote>''Ge 14:13 Toen kwam er iemand die ontkomen was, en vertelde het aan Abram, de <u>Hebreeër</u>; die woonde bij de eiken van de Amoriet Mamre, de broer van Eskol en Aner. Zij waren bondgenoten van Abram. (HSV)''</blockquote>De tweede maal komt de naam als bijvoeglijk naamwoord voor in de woorden van de vrouw van de Egyptenaar [[Potifar]]. Zij spreekt van Jozef als “de Hebreeuwse slaaf”.<blockquote>''Ge 39:17 en zij sprak tot hem met dezelfde woorden: De <u>Hebreeuwse</u> slaaf die je bij ons [in huis] gebracht hebt, is bij mij gekomen om de spot met mij te drijven. (HSV)''</blockquote>JozefMeer verklaart tegenover Egyptenaars dat hij is ontvoerd “uit het land van de Hebreeën”. In het land Kanaän woonde zijn familie, die Jozef “Hebreeën” noemt.<blockquote>''Ge 40:15 Want ik ben met geweld ontvoerd uit het land van de <u>Hebreeën</u>; en ook hier heb ik niets gedaan waarvoor men mij in deze kerker zou moeten zetten. (HSV)''</blockquote>Samen eten met de Hebreeën was voor de Egyptenaren ten tijde van Jozef een gruwel.<blockquote>''Ge 43:32 Zij dienden op: voor hem apart, voor hen apart en voor de Egyptenaren die met hem aten apart. De Egyptenaren mogen namelijk niet [samen] met de <u>Hebreeën</u> de maaltijd gebruiken, omdat dat voor de Egyptenaren een gruwel is. (HSV)''</blockquote>De apostel Paulus was "een Hebreeër uit de Hebreeën".<blockquote>''Flp 3:4 ... Als iemand anders meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer: Flp 3:5 besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israel, van de stam van Benjamin, Flp 3:6 een <u>Hebreeër</u> uit de Hebreeën; wat de wet betreft een farizeeer; wat de ijver betreft een vervolger van de gemeente; wat de gerechtigheid betreft die in de wet is, onberispelijk. Flp 3:7 Maar wat winst voor mij was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. (TELOS)''</blockquote>informatie
 
Art. [[Hebreeën (Israëlieten)]].
 
== Voetnoot ==