Heil: verschil tussen versies

184 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
'''Heil''' (Eng. ''salvation'') is 1. welzijn, geluk, voorspoed, en/of 2. redding, verlossing, de daad of gebeurtenis die heil aanbrengt. Het hoogste heil is de verlossing en hemelse zaligheid, die [[God]] schenkt aan een ieder die in Zijn Zoon en Heilaanbrenger [[Jezus Christus]] gelooft.<blockquote>''Jes 12:2  Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. (SV)''</blockquote>'''Hebreeuwse woorden.''' Voor 'heil' of 'heil aanbrengen' komen in het Hebreeuws van het Oude Testament de volgende woorden voor.
 
'''Hebreeuwse woorden.''' Voor 'heil' of 'heil aanbrengen' komen in het Hebreeuws van het Oude Testament de volgende woorden voor.
# ''Yasha'' = redden, verlossen, behouden, verlost worden, gered worden, heil aanbrengen, heil geven, zalig maken. Een werkwoord. Het Strongnummer is 03467. Het woord komt 205x voor. De Statenvertaling heeft 133x 'verlossen', 33x 'behouden', 11x 'heiland', 9x 'verlosser'.
# ''Jesjoewah'' = heil. Een zelfstandig naamwoord. Strongnummer: 03444. Jesjoewah is een passief deelwoord van het werkwoord ''yasha'' (zie hierboven). Het woord komt 78x voor. Het heil kan inhouden: redding, verlossing, maar ook welvaart, voorspoed of overwinning. De Statenvertaling heeft 56x 'heil', 14x 'verlossing', 3x 'behoudenis', 4x 'zaligheid', 1x 'verlossen'. De NBG51-vertaling heeft 45x 'heil', 15x 'verlossing', 3x 'hulp', 3x 'overwinning', 3x 'redding', 3x 'Verlosser', 2x 'uitreddingen', 1x 'geluk'. De Schriftplaats waar het woord het eerst voorkomt is Gen. 49:18 "Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!"