Herman Friedrich Kohlbrugge: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Hermann Friedrich Kohlbrugge''' (ook met trema: ''Kohlbrügge'') (1803 – 1875) was een Nederlandse gereformeerd theoloog. Hij schreef veel boeken. Zijn preken zijn in boekvorm gepubliceerd, in het Nederlands en in het Duits.
[[Bestand:Hermann Friedrich Kohlbrügge.jpg|miniatuur]]
In de meeste handboeken van de kerkgeschiedenis wordt weinig of geen aandacht aan dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge geschonken. Hij was tijdens zijn leven een vergeten persoon, van jongs af werd er al met afschuw over hem gesproken en ook nu hij al meer dan honderd jaar uit dit aardse leven weg is, zijn er nog velen die hem niet begrijpen.
 
Kohlbrugge is een man die door God is gebruikt om bij veel mensen de ogen te openen voor de rijkdom van het evangelie. Maar omdat Kohlbrugge dit op een ergerniswekkende manier preekte, werd hij door veel godsdienstige, nette, zogenaamd vrome mensen veracht. Op welke manier preekte hij dit dan? Zo: de mens is niets en heeft niets om voor God aangenaam te zijn. Ook de bekeerde mens heeft na ontvangen genade niets in zichzelf en hij is niets in zichzelf om voor God aangenaam te zijn.
Toch vraag ik je aandacht voor deze man. Waarom zal duidelijk worden als je dit themanummer leest. Kohlbrugge is een man die door God is gebruikt om bij veel mensen de ogen te openen voor de rijkdom van het evangelie.
 
Maar omdat Kohlbrugge dit op een ergerniswekkende manier preekte, werd hij door veel godsdienstige, nette, zogenaamd vrome mensen veracht. Op welke manier preekte hij dit dan? Zo: de mens is niets en heeft niets om voor God aangenaam te zijn. Ook de bekeerde mens heeft na ontvangen genade niets in zichzelf en hij is niets in zichzelf om voor God aangenaam te zijn.
 
Je begrijpt wel dat veel mensen het niet prettig vinden om dat elke zondag te horen. Maar toch: juist op deze manier komt het blijde en bevrijdende evangelie duidelijk tot zijn recht. Juist op deze manier zal onze ziel de Heere Jezus Christus werkelijk nodig krijgen, Hem zoeken, Hem waarderen en Hem eren.
Regel 11 ⟶ 9:
Om Kohlbrugge’s prediking en levensloop in één zin samen te vatten: ‘Niets uit ons en al uit Hem’.
 
Van deze dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge beschrijfwordt ikhieronder eerst de levensloop beschreven, vervolgens komen een paar interessante punten uit zijn leer en prediking aan de orde, namelijk
 
* zijn visie op opvoeding en gehoorzaamheid;
Regel 25 ⟶ 23:
 
== Zijn grootmoeder ==
 
 
Kohlbrugge heeft een godzalige grootmoeder die op hem een onuitwisbare indruk maakt. Zij onderwijst haar kleine jongen in de Bijbelse geschiedenis aan de hand van voorstellingen op tegeltjes bij de haard. Wanneer zij hem vertelt over de zondeval in Genesis 3 voelt de jonge Frits alsof hij zelf uit de Hof van Eden wordt verdreven. Wanneer zij hem vertelt over de verloren zoon bij de varkenstrog, voelt hij het als volgt aan:<blockquote>''Daar zat een uitgehongerde jonge man met erg fijne gelaatstrekken die begeerde te eten, wat de zwijnen aten, maar hij kon niet bij de trog komen. Dan dacht ik maar steeds, dat ik daar zat.''</blockquote>Hij noemt later zijn grootmoeder Loïs, zoals ook de godzalige grootmoeder van Timotheüs heet.
 
== Studie voor predikant; bekering ==
 
 
Hoe arm Kohlbrugge’s vader ook is, zijn oudste zoon mag gaan studeren. Frits houdt veel van talen en studeert graag. Hij leest veel klassieke schrijvers. Helaas komt hij in zijn studietijd onder invloed van het heidense denken:<blockquote>''Ik dacht niet meer aan het vroeger geleerde en begon eindelijk alle behagen te scheppen in heidense deugd en wijsheid, in joodse godsdienstigheid en eigengerechtigheid.''</blockquote>Wanneer hij door de Heere wordt stilgezet op zijn levensweg en tot bekering wordt geleid, schrijft hij (25 jaar oud):<blockquote>''Ik herinner mij een tijd, waarin het mij een genoegen was om de heiligste waarheden van de christelijke godsdienst te ondermijnen, te spotten met bekering en levendig geloof, te twijfelen aan het bestaan van een God, Die over ons allen waakt, en Zijn heilige wetten te vertrappen, terwijl ik mij huichelend in allerlei gruwelijke misdaden dompelde.''</blockquote>Eens moet hij van de dominee bij wie hij op catechisatie gaat, Filippenzen 3 uit het hoofd leren. Hij schrijft later aan een vriend:<blockquote>''Het maakte een buitengewone indruk op mij. Het was mij, alsof ik alles begreep, hoe jong ik nog was … Hoezeer ligt toch onze hele levensbeschrijving in dat hoofdstuk!''</blockquote>Wanneer de vader van Frits op sterven ligt – Frits is dan 23 jaar – roept hij hem en zegt: “Beloof me dat je de studie van theologie zult afmaken!” Kohlbrugge studeert eigenlijk heel niet meer om predikant te worden, maar nu heeft hij het zijn stervende vader beloofd en nu moet hij het ook doen.
Regel 75 ⟶ 71:
Op 5 maart 1875 sterft dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge. Hij spreekt vlak voor zijn heengaan:<blockquote>''Hoe lieflijk is mij het sterven! Dit weet ik dat ik in Gods hand geborgen ben. Er komt een grote dag van feestvieren en juichen!''</blockquote>Tot zijn catechisanten zegt hij:<blockquote>''Houd vast aan het Woord, opdat ik met u, die God mij toevertrouwd heeft, eenmaal juichen mag voor de troon van God en het Lam.''</blockquote>Over zijn graf zegt hij eens het volgende:
Daarom, wanneer ik sterf – ik sterf echter niet meer – en als iemand mijn schedel vindt, dan moge die schedel hem nog prediken:
- ik heb geen ogen, en toch zie ik Hem
- ik heb geen hersenen of verstand, en toch omvat ik Hem
 
*<blockquote> - ik heb geen hersenen of verstand,lippen; en toch omvatkus ik Hem</blockquote>
*<blockquote> - ik heb geen lippen;tong, en toch kusloof ik Hem</blockquote> met allen die Zijn Naam aanroepen
*<blockquote> - ik hebben geeneen tongharde schedel, en toch loofben ik Hemhelemaal metweek allengeworden dieen Zijnversmolten Naamin Zijn aanroepen</blockquote>liefde
*<blockquote> - ik benlig eenhier hardebuiten schedelop het kerkhof, en toch ben ik helemaal week geworden en versmoltenbinnen in Zijnhet liefde</blockquote>paradijs!
Alle lijden is vergeten! Dat heeft Zijn grote liefde voor ons bereid, daar Hij voor ons Zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha.'
*<blockquote>ik lig hier buiten op het kerkhof, en toch ben ik binnen in het paradijs!</blockquote>
 
Alle lijden is vergeten! Dat heeft Zijn grote liefde voor ons bereid, daar Hij voor ons Zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha.'
 
== Kohlbrugge over opvoeding en gehoorzaamheid ==
Regel 114 ⟶ 108:
Wat verstaan wij onder bidden? Kohlbrugge zegt:<blockquote>''God ootmoedig Zijn beloften voorhouden! Het is tot eer van God als wij tot Hem de toevlucht nemen, want daarin belijden wij: ik ben helemaal van U afhankelijk en U wilt het graag geven. God is onvermoeid in het geven en wij moeten onvermoeid zijn in het bidden.''</blockquote>Onder het bidden moeten / mogen wij met de ogen van het geloof blijven staren op Zijn heilsbeloften, op alles wat Christus voor ons volbracht heeft en ondanks dat de duivel ons aanvecht, moeten / mogen wij God aanroepen als een genadige en getrouwe Vader.
 
Waar moet je nu het meest om vragen? Om de gave van de Heilige Geest. Daarom moeten we al onze nood en ellende eerlijk vertellen:<blockquote>''Wij zullen dus doen als een kind, het niet zal verbergen en bedekken, wanneer zijn schoenen stuk zijn – dan zou het alleen maar des te erger worden – maar hij zal ze aan zijn vader laten zien, opdat deze de schoenen weer laat herstellen.''</blockquote><blockquote>''Verder: een kind mag toch niet naar andere mensen gaan om brood en kleren van hen te vragen, maar hij moet naar zijn eigen vader gaan. En die zal hem alles geven, zoals hij steeds alles heeft gegeven. Zo moeten wij ook niet gaan tot een vreemde god, maar tot de ware God.''</blockquote>Wat moeten wij dan van Hem bidden? Alles wat Hij ons bevolen en beloofd heeft (en dat staat samengevat in het ''Onze Vader''). Hoe moet je dan daarmee omgaan? Als volgt:<blockquote>''Heeft God de belofte gegeven van de vergeving der zonden? Dan moeten wij Hem die voorhouden (Exodus 34 vers 7 en 9).''</blockquote>De echte bidder voelt zich in al zijn nood steeds goddelozer worden en durft niet meer te bidden. Desondanks getuigt de liefdevolle prediker uit Elberfeld:<blockquote>''Maar God beveelt dat we met onze radeloosheid en hulpeloosheid tot Hem zullen komen. Wie zijn zonden recht en grondig kent, kan zichzelf niet helpen, weet niet waarheen hij zich zal wenden en kan zichzelf geen raad geven.''</blockquote>ZoGod hebgeve ikdat jedeze ietsregels uitvan hetKohlbrugge’s '''Lofpsalm''' ook in menig leven enwaar uitmogen zijn of worden: <blockquote>''De tijd, de geschriftentijd vangenaakt, dat G’ ons zult overkleden''</blockquote><blockquote>''met eeuw’ge heerlijkheid, terwijl wij voor U treden''</blockquote><blockquote>''in ‘t hemelse Paleis, dáár kroont G’ Uw Eigen werk;''</blockquote><blockquote>''dáár dr.juicht Hermannin Friedrichzegepraal KohlbruggeUw verteld.duurgekochte Kerk!''</blockquote>
 
Van harte wens ik je toe, dat je er winst mee mag doen. Welke winst? Dat je Kohlbrugge helemaal vergeet en de God van Kohlbrugge ernstig leert zoeken, hartelijk kennen, kinderlijk vertrouwen en vurig liefhebben.
 
De man over wie dit themanummer gaat, zou er zeker niet blij mee zijn, wanneer je (in je jonge leven) veel van hem zou weten en ondertussen aan zijn God voorbij zou leven. Maar hij zou er zeer zeker van harte verblijd over zijn, als zijn levensloop en preken, zijn catechisatieboekje en brieven deze vrucht mochten hebben: dat jongens en meisjes die bekommerd zijn over hun vele zware zonden, vergeving zoeken in Christus en zich gelovig geheel verlaten op Zijn volkomen offer op Golgotha!
 
God geve dat deze regels van Kohlbrugge’s '''Lofpsalm''' ook in jouw leven waar mogen zijn of worden:<blockquote>''De tijd, de tijd genaakt, dat G’ ons zult overkleden''</blockquote><blockquote>''met eeuw’ge heerlijkheid, terwijl wij voor U treden''</blockquote><blockquote>''in ‘t hemelse Paleis, dáár kroont G’ Uw Eigen werk;''</blockquote><blockquote>''dáár juicht in zegepraal Uw duurgekochte Kerk!''</blockquote>
 
== Over de stokbewaarder te Filippi ==