Herman Friedrich Kohlbrugge: verschil tussen versies

k
Regel 75:
Op 5 maart 1875 sterft dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge. Hij spreekt vlak voor zijn heengaan:<blockquote>''Hoe lieflijk is mij het sterven! Dit weet ik dat ik in Gods hand geborgen ben. Er komt een grote dag van feestvieren en juichen!''</blockquote>Tot zijn catechisanten zegt hij:<blockquote>''Houd vast aan het Woord, opdat ik met u, die God mij toevertrouwd heeft, eenmaal juichen mag voor de troon van God en het Lam.''</blockquote>Over zijn graf zegt hij eens het volgende:
Daarom, wanneer ik sterf – ik sterf echter niet meer – en als iemand mijn schedel vindt, dan moge die schedel hem nog prediken:
- ik heb geen ogen, en toch zie ik Hem
- ik heb geen hersenen of verstand, en toch omvat ik Hem
- ik heb geen lippen; en toch kus ik Hem
- ik heb geen tong, en toch loof ik Hem met allen die Zijn Naam aanroepen
- ik ben een harde schedel, en toch ben ik helemaal week geworden en versmolten in Zijn liefde
- ik lig hier buiten op het kerkhof, en toch ben ik binnen in het paradijs!
Alle lijden is vergeten! Dat heeft Zijn grote liefde voor ons bereid, daar Hij voor ons Zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha.'