Hizkia: verschil tussen versies

219 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
{{Stamboom Koningshuis van David}}
 
Vijfentwintig jaar oud volgde hij zijn vader op, 2 Kon. 18:2. Dat gebeurde in het derde jaar van [[Hosea (koning)|Hoséa]] de koning van het tienstammenrijk Israël, 2 Kon. 18:1. Hizkia was de twaalfde koning van Juda. Hij regeerde 29 jaren te Jeruzalem, 2 kon. 18:2. Hij was coregent<ref>Zie voor de tijdrekendige kwestie en de coregentschappen als oplossing:https://en.wikipedia.org/wiki/Hezekiah#Chronological_interpretation</ref> met zijn vader Achaz van ca. 728 — 718 v.C. Hij regeerde alleen ca. 718 — 698 v.c.<ref>Aldus ''Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten'' ([[Stichting De Oude Wereld]], 2009). De periode 725-697 heeft de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995''. A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. ‘Hezekiah, King of Judah’, heeft 727-698 v.C</ref>, 2 kon. 18:2. Hij was coregent<ref>Zie voor de tijdrekendige kwestie en de coregentschappen als oplossing:https://en.wikipedia.org/wiki/Hezekiah#Chronological_interpretation</ref> met zijn vader Achaz van ca. 728 — 718 v.C. Hij regeerde alleen ca. 718 — 698 v.c. Tenslotte was hij coregent met zijn zoon en opvolger Manasse ca. 698 — 688 v.C.
 
{{Tijdbalk Israël 750-650 v.C.}}
Regel 22:
'''Verhouding tot de Assyrische macht'''. De ontrouw van zijn vader [[Achaz]] aan God hadden de Assyriërs een voet gegeven in Immanuëls land. Toen Hizkia aan het bewind kwam, was Juda een vazalstaat van de Assyriërs. Desondanks liep ook Juda het gevaar veroverd te worden. Hizkia toonde zich naar buiten toe loyaal ten opzichte van de Assyriërs, maar bereidde tegelijkertijd de hoofdstad van Juda, Jeruzalem, voor op een beleg. Hij versterkte de stadsmuren en liet een 533 meter lang ondergronds kanaal (de Hizkia-tunnel) aanleggen van de bij de stad gelegen Gihon-bron naar de ook door hem aangelegde Vijver van Siloam binnenin de stad. De bouw van dit kanaal was voor die tijd een technisch meesterwerk.
 
Toen in 704 v.Chr. de Babyloniërs tegen de Assyriërs ten strijde trokken, steunde Hizkia de opstand tegen de Assyriërs, tezamen met andere Syrische vorsten en in de hoop op steun van Egypte. <blockquote>''2Kon 18:7 De HEERE was met hem. Overal waarheen hij uittrok, handelde hij verstandig. Bovendien kwam hij in opstand tegen de koning van Assyrië en diende hem niet meer. (HSV)''</blockquote>De Assyrische koning Sanherib ondernam hierop een veldtocht tegen de Syriërs en veroverde het zuiden van het land Israël, in het 14e regeringsjaar van koning Hizkia, Jes. 36:1 (701 v.Chr.<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Jes. 36:1. </ref>), voordat Egyptische hulp kon arriveren. Op deze veldtocht verwoestte Sanherib de Judese stad Lachis. Muurreliëfs in Sanherib's paleis te Ninive tonen Sanherib terwijl hij, zittend op zijn ivoren troon, op 300 m afstand (een goed boogschot verwijderd), toeziet op de verwoesting van deze stad.
 
Na de val van Lachis betaalde Hizkia 30 talenten goud en 300 talenten zilver aan Sanherib. Desondanks stuurde Sanherib een leger af op Jeruzalem om ook die stad te belegeren:<blockquote>''"Wat Hizkia de Jood aangaat, hij onderwierp zich niet aan mij, ik belegerde 46 van zijn versterkte steden, ommuurde vestingen en talloze dorpen en overmeesterde ze door aangestampte taluds en stormrammen, voetvolkaanvallen, mijnen, stootblokken, alsook sappeurswerk... Hemzelf maakte ik tot gevangene in Jeruzalem, in zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi"<ref>Vertaling van het prisma van Sanherib</ref>.''</blockquote>