Hoer: verschil tussen versies

8 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Bij de Egyptenaren en Kanaänieten kon de zedeloosheid in sommige van haar vormen zelfs een godsdienstig karakter dragen. Dit stond bij de Kanaanietische volkeren weer in verband met hun verering van de vrouwelijke baäl, baälat (= herin), die wij kennen onder de naam Astarte, de godin van de vrouwelijke voortbrengingskracht. Vrouwen die zich overgaven aan zedeloosheid brachten haar loon ten offer aan de heiligdommen van deze godin. Met het oog daarop luidde het verbod: u zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis van de Heer uw God brengen (Deut. 23 : 18).
 
Naast deze „gewijde" hoeren, die in dienst van de afgoderij aldus leefden in zedeloosheid, kwamen ook nog voor hoeren, die als publieke vrouwen leefden. Vooral onder de Kanaanieten en Filistijnen. [[Tamar]] was een Filistijnse en [[Rachab]] stellig een Kanaänitische (Joz. 2 : 1 ); terwijl de hoer, die Simson te Gaza zag zitten aan de straat in hoerengewaad (Richt. 1 6 : 1 en Spr. 7) wederom een Filistijnse vrouw was.
 
'''Grieken'''. Later kwamen de Israëlieten (Joden) in aanraking met de Grieken, die in dit opzicht al zeer laag gezonken waren. Men denke slechts aan de schandelijke invloed die de ''hetaeren,'' een soort publieke vrouwen, uitoefenden op de algemene gang van zaken.